Zuckerberg: laat Facebook-gebruiker bepalen wat nepnieuws is

20 januari 2018Leestijd: 2 minuten
Facebook-oprichter en CEO Mark Zuckerberg

Net als Twitter en andere sociale media, stort Facebook zich in de strijd tegen fake news. Mark Zuckerberg, CEO van het sociale medium, wil nu gebruikers gaan inzetten om berichten met nepnieuws eruit te filteren.

‘Er is te veel sensatiezucht, desinformatie en polarisatie in de wereld,’ schrijft Zuckerberg in een bericht op zijn eigen Facebook-pagina. ‘Als we dit probleem niet gericht aanpakken, maken we het alleen maar erger.’

Gebruiker objectiever dan Facebook zelf, vindt Zuckerberg

Omdat het verspreiden van nepnieuws tegen te gaan, gaat hij gebruikers vragen om nieuwsbronnen te beoordelen. Berichten uit bronnen die breed worden vertrouwd, krijgen voorrang boven berichten met bronnen die als omstreden worden gezien.

Volgens Zuckerberg is dat objectiever dan wanneer Facebook zelf of deskundigen bronnen moeten beoordelen. Gebruikers zal daarom worden gevraagd of ze bepaalde nieuwsbronnen kennen en zo ja, of ze die geloofwaardig vinden. Bronnen die door veel mensen betrouwbaar worden gevonden, krijgen dan prioriteit boven bronnen waarover twijfel heerst, of de meningen verdeeld zijn.

Vorige week maakte Facebook al bekend minder ruimte te bieden voor nieuws, en meer voor persoonlijke berichten van familie en vrienden – waarvoor het sociale medium ooit was bedoeld. Het aandeel van nieuws op de tijdlijn zal volgens een toelichting van Zuckerberg dalen van 5 naar 4 procent, maar het is de bedoeling dat de ‘kwaliteit’ ervan omhooggaat.

Taskforce kwam met dubieuze fake news-database

De strijd tegen fake news wordt niet alleen door sociale media zelf gevoerd. De Europese Commissie broedt op maatregelen die de verspreiding van nepnieuws tegen moeten gaan. Onlangs werd bijvoorbeeld een database opgesteld met ‘3.500 voorbeelden van nepnieuws’.

Het gaat vooral om Russischtalige mediaberichten en Engelstalige berichten over Rusland en Oekraïne, waarvan overigens onduidelijk is hoe ze door het Kremlin zouden zijn verspreid. Een aantal Oekraïne-kritische berichten werd bovendien ‘gemarkeerd’ door een pro-Oekraïne-ngo, wat aanleiding geeft om te twijfelen aan de objectiviteit van de database.

Het feit dat er geen openheid wordt gegeven over de selectiecriteria van de nepnieuws-berichten, en er vooral berichten in staan die een EU-kritische toon hebben, wakkert onder critici de angst voor censuur en willekeur aan.