Trumps strategie: terug naar het McCarthyisme?

14 november 2019Leestijd: 5 minuten
Alexander Vindman is een van de spelers die worrden verhoord in Trumps impeachment. Foto: EPA

President Donald Trump verhoogt het aantal ongefundeerde politieke aanvallen op zijn tegenstanders nu de impeachment-procedure op stoom komt. Roberta N. Haar over de risico’s en de lessen die we kunnen trekken uit de geschiedenis.

For English, click here

De persoonlijke aanvallen op ambtenaren van Buitenlandse Zaken en leden van de Nationale Veiligheidsraad (NSC) zijn verbijsterend. Vooral de beschuldiging van Trump-bondgenoten jegens luitenant-kolonel Alexander Vindman, Oekraïne-expert in de NSC dat hij niet loyaal zou zijn aan de Verenigde Staten zorgde ervoor dat ik David McCulloughs biografie Truman erbij pakte. Het is namelijk niet voor het eerst in de Amerikaanse geschiedenis dat specialistische kennis over een bepaald onderwerp aanleiding is voor kritisch onderzoek, karakteraanvallen en het ontslag van Amerikaanse ambtenaren. In de jaren vijftig was er de Congrescommissie ‘on-Amerikaanse activiteiten’, die ambtenaren van het ministerie van Buitenlandse Zaken beschuldigde van verraad omdat ze specialisten waren. Met andere woorden: omdat ze de geschiedenis, cultuur of taal kenden van het land dat zij volgden.

Spil in impeachment-procedureLuitenant-kolonel Alexander Vindman, sinds 2018 Oekraïne-expert in de Nationale Veiligheidsraad, speelt een belangrijke rol in de impeachment-procedure die loopt tegen president Donald Trump. Hij was erbij toen Trump op 25 juli belde met de Oekraïnse president Volodymyr Zelensky en hem vroeg de zoon van oud-vicepresident Joe Bidens te onderzoeken. Omdat Vindman daarover achter de schermen zorgen uitte, trokken Trump en andere Republikeinen zijn trouw aan het vaderland in twijfel. Op 19 november getuigt Vindman in het openbaar.

Helaas waren de gevolgen voor Amerika’s buitenlandbeleid op de lange termijn groot: de zuiveringen in de jaren vijftig konden achteraf gezien direct worden gelieerd aan de fouten die in de jaren zestig zijn begaan op buitenlands gebied. Wat kunnen we leren van die rampzalige periode en hoe weten we zeker dat de tactiek van smaad en laster niet opleeft?

On-Amerikaans

Tijdens de verkiezingen in 1947, rond het begin van de Koude Oorlog, gebruikten leiders van de Republikeinse Partij het communisme als thema om stemmen van kiezers te werven. Het anti-communisme zette druk op president Harry S. Truman om zijn Justitieminister en de directeur van FBI, de beruchte J. Edgar Hoover, de ‘loyaliteit’ van federale medewerkers te laten onderzoeken. McCullough schetst in zijn boek dat Truman zelf eigenlijk niet vond dat het communisme in de Verenigde Staten een serieus gevaar vormde, omdat het land ‘te veel inwoners met gezond verstand’ had. Maar Truman wilde niet de schijn wekken dat hij binnenlands communisme niet streng aanpakte, terwijl hij in het buitenland een harde lijn volgde.

En dus begonnen Hoover en gelijkgestemde conservatieven in het Capitool een onderzoek, via de commissie ‘on-Amerikaanse activiteiten’, dat zich richtte op het ministerie van Buitenlandse Zaken. De Republikeinse speaker van het Huis van Afgevaardigden, Joe Martin, verklaarde dat de communistische ideologie de Amerikaanse overheid was binnengedrongen en dat dit te wijten was aan dat ministerie. In december 1949 riepen Republikeinen in beide Kamers van het Congres president Truman op zijn minister van Buitenlandse Zaken Dean Acheson te ontslaan wegens een zogenaamde grootschalige infiltratie van communisten.

Van de 3 miljoen ambtenaren die zijn doorgelicht, zijn uiteindelijk 212 ontslagen. Veroordeeld werden zij niet, omdat er geen bewijs was gevonden voor spionage. Dat gold ook niet voor de 81 ambtenaren van het ministerie van Buitenlandse Zaken die volgens Senator Joe McCarthy ‘een communistische lidmaatschapskaart’ bij zich droegen.

Republikeinen zwijgen

Net als McCarthy heeft de huidige president Donald Trump geen bewijs tegen de personen die hij aanvalt door ze bijvoorbeeld ‘never Trumpers’ of ‘menselijk uitschot’ te noemen. En net als in de jaren vijftig drukt de pers alle aantijgingen af. De meest sensationele beschuldigingen krijgen bovendien vaak de grootste koppen. Nog een parallel: Republikeinen kritiseren Trumps ‘voor-wat-hoort-wat’-acties in Oekraïne, maar veroordelen hem niet in het openbaar. En destijds wisten de Republikeinen evengoed dat de beschuldigingen van McCarthy vals waren, maar ze steunden zijn aanvallen op het ministerie van Buitenlandse Zaken stilzwijgend.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Een vierde overeenkomst tussen Trump en McCarthy is dat McCarthy’s leugenachtige tactiek succesvol was. Hij wist een groot deel van het Amerikaanse volk te overtuigen dat communisten Trumans regering hadden geïnfiltreerd. De helft van alle Amerikanen stond positief tegenover de Senator uit Wisconsin, zelfs al werden zijn beweringen steeds buitensporiger. Trump is een politieke vechter wiens leugens en karakteraanvallen kunnen rekenen op steun van ongeveer 90 procent van alle geregistreerde Republikeinen. Toen Truman werd gevraagd of hij dacht dat McCarthy het land hielp met zijn aanvallen op zogenaamde sympathisanten van communisme, antwoordde hij: ‘Het waardevolste bezit van het Kremlin is Senator McCarthy.’

Een oorlog ingesukkeld

Hoewel niemand die door McCarthy was beschuldigd, is veroordeeld, nam iedereen ontslag of zijn ze het ministerie van Buitenlandse Zaken uitgewerkt. Dat had negatieve gevolgen voor het Amerikaanse buitenlandbeleid. Eén lid van de Nationale Veiligheidsraad in de jaren zestig zegt dat de beslissing van president Lyndon B. Johnson om de Vietnam-oorlog te doen escaleren deels voortkwam uit de bewering van adviseurs dat het communisme een homogene beweging is, terwijl het Vietnamese columnisme eerder nationalistisch dan marxistisch was. Heel anders dus dan het communisme in de Sovjet-Unie of China.

Waardoor zaten Johnsons adviseurs er zo naast? Omdat het overheidsbureau voor ‘Oostelijke zaken’ zijn beste China- en Oost-Azië-experts was kwijtgeraakt als gevolg van de heksenjacht van McCarthy op (vermeende) communisten. McCarthy stelde dat ambtenaren met kennis van een communistisch land wensten dat het Amerikaans buitenlandbeleid zo werd beïnvloed dat het betreffende communistische land er baat bij zou hebben. Daarbij had het overgebleven personeel door het McCarthyisme wel de les geleerd dat communistische bewegingen ten koste van alles moesten worden bestreden. Zonder advies van specialisten in Aziatische geschiedenis, cultuur of taal, besloten de Verenigde Staten hun rol in de Vietnamoorlog dus te vergroten.

Geschiedenisles

Het aan de kant schuiven van experts als luitenant-kolonel Vindman, omdat hij loyaal zou zijn aan Oekraïne, zal ertoe leiden dat Amerika niet meer weet wat in het oostelijk deel van Oekraïne werkelijk aan de hand is. Leidt dit tot slechte beslissingen in reactie op Russische interventie in het Donetsbekken (Donbass) van Oekraïne? Misschien niet, maar als de geschiedenis ons iets kan leren, is het dat competent personeel elimineren nare gevolgen kan hebben.

Laten we vooral hopen dat het de Verenigde Staten niet leidt tot een nieuwe tragedie, zoals de Vietnamoorlog.