Leidt Biden Amerika naar een Koude Oorlog met China?

21 april 2021Leestijd: 5 minuten
Xi Jinping en Joe Biden in 2015. Foto: ANP

Joe Bidens regering lijkt een confrontatie met China niet bepaald uit de weg te gaan, schrijft Roberta N. Haar. Maar wie goed oplet, ziet dat Bidens beleid op bepaalde punten toch afwijkt van Trumps ‘America First’.

For English, click here.

Amerikaanse diplomaten in Beijing zouden openlijk discussiëren over de voors en tegens van een boycot van de Winterspelen in Beijing in 2022. Het deed me terugdenken aan de laatste keer dat de Verenigde Staten een Olympische Spelen oversloegen: in 1980 boycotte president Jimmy Carter de Spelen in Moskou als reactie op de inval van de Sovjet-Unie in Afghanistan. Het was een zet in een schaakspel dat de Koude Oorlog heette. De Amerikaanse steun voor Afghaanse verzetsstrijders zou alleen maar toenemen onder president Ronald Reagan.

Als we de discussie over een boycot van een sportevenement in China naast andere escalerende maatregelen zetten in de oplaaiende rivaliteit tussen China en de Verenigde Staten, doemt de vraag op: zet Amerika stapjes in de richting van een nieuwe Koude Oorlog met een andere communistische staat? Welk bewijs bestaat daarvoor?

De mogelijke olympische boycot is een direct gevolg van China’s wraak op grote westerse merken. Dat was weer een reactie op sancties opgelegd door de Europese Unie, het Verenigde Koninkrijk en de Verenigde Staten vanwege mensenrechtenschendingen in de westelijke regio Xinjiang. De regering van Xi Jinping startte zijn eigen boycot tegen winkels als H&M en bedacht sancties tegen organisaties die statements naar buiten brachten over slavenarbeid in Xinjiang.

Daar komt de kwestie Hong Kong nog bij. Jinping voerde grote veranderingen door in de verkiezingen en instituties van Hong Kong, waardoor Beijing vetomacht heeft over politieke kandidaten en de informatietoevoer kan beperken. Het succes van China’s hardhandige optreden tegen demonstranten in Hong Kong versterkt pogingen van het regime om ook elders critici tegen te werken. Zo zette China geheime spionagerechtszaken tegen twee Canadese burgers gewoon door, ondanks Canada’s weerstand. China zei bovendien ‘zeer teleurgesteld’ te zijn over een statement van 58 overheden dat mensen met twee paspoorten niet vastgezet moeten worden als speelbal in geopolitieke spelletjes.

Onvermijdelijke opmars?

Jinping zette ook een reeks onheilspellende stappen in de Zuid-Chinese Zee. Waaronder: het neerzetten van veertig grote vissersboten langs een rif waarvan zowel de Filipijnen als China zeggen dat het hun eigendom is. Het laten zinken van een Vietnamese vissersboot in water dat geclaimd is door de Vietnamezen, en daarna de crew laten bekennen dat ze illegaal Chinees gebied in waren gekomen. En dan is er nog de bouw van 24 kunstmatige eilanden met militaire landingsbanen en lanceerplatformen voor raketten.

De recente gebeurtenissen zijn het gevolg van een heersend denkbeeld in China dat een assertieve houding rationeel is. Daarin is China’s opmars onvermijdelijk en zijn landen in het Westen te racistisch en arrogant om die realiteit te accepteren. Chinese politici zijn sinds 2006, toen China de een-na-grootste economie van de wereld werd, geobsedeerd met het idee van ‘de opmars en val van grote naties’. Dat de Chinese economie nu al in een post-corona modus is en dat het herstel sneller gaat dan westerse economieën versterkt het idee dat China de macht van morgen is. Volgens voorspellingen zou de Chinese economie de grootste van de wereld kunnen worden in 2028, twee jaar eerder dan voorheen voorspeld.

Xi Jinping is bovendien van plan om China’s economie te verdubbelen voor 2035 – een plan om de wereldleider te worden in van alles: van biotechnologie tot groene energie en kunstmatige intelligentie. Het verklaart waarom leiders over de hele wereld de eerste schetsen beginnen te zien van een wereldorde die niet langer wordt aangevoerd door de Verenigde Staten.

Gezamenlijk front

Hoe kunnen westerse leiders het beste reageren op de vele Chinese uitdagingen? Wat we ook willen zeggen over het buitenlandbeleid van Donald Trump, president Joe Biden is aardig ‘Trumpy’ als het aankomt op China en zijn eigen versie van ‘America First’. Wat anders is: Biden wil allianties hernieuwen en het binnenland daadwerkelijk hernieuwen.

Dus bouwt hij banden met India, Japan en Australië – The Quad genaamd – als tegenwicht voor de groeiende macht van China in de Zuid-Chinese Zee. In het binnenland is een investering van 2.250 miljard dollar in infrastructuur een stap in de goede richting. Het geld moet onder meer gaan naar transport, industrie, hernieuwbare energie, schoon water en snel internet.

Het wereldwijde tekort aan chips, die cruciaal zijn in onze auto’s en andere apparaten, heeft Biden ertoe verleid om Chinese toegang tot belangrijke technologieën die verband houden met het maken van chips, verder te beperken. Daarnaast roept hij bondgenoten op om serieuze investeringen te doen in halfgeleiders en kwantumcomputers. Er is zelfs een campagne om de Verenigde Staten en het Westen te presenteren als leiders in het maken van chips: ‘techdemocratieën’ versus ‘techautocratieën’. 

Strijd en samenwerking

Strijdlustige maatregelen en boycotpogingen verhogen logsicherwijs de kans op een koud of heet conflict. Tegelijkertijd is China niet dezelfde soort uitdager als de Sovjet-Unie was in de jaren tachtig. En terwijl de Biden-regering China aanspreekt op mensenrechten, wil het tegelijkertijd praten over samenwerking rond wereldkwesties. In maart was buitenlandminister Antony Blinken in Europa om leiders te overtuigen een gezamenlijk front te vormen tegen China. Tegelijkertijd was John Kerry, Bidens klimaatgezant, aanwezig bij een virtuele top met China waarbij gezamenlijke actie werd besproken.

Biden lijkt een genuanceerde diplomatie te voeren: Trump-achtig op het vlak van handel, technologie en mensenrechten, maar op zoek naar samenwerking wat betreft klimaatverandering en de bestrijding van de pandemie. Op de lange termijn wil Biden misschien een meer subtiele houding aannemen als teveel Trumpiness economische groei in de Verenigde Staten raakt.

Ook de voorgestelde olympische boycot is genuanceerder dan een eerste blik doet vermoeden. Biden zou geen complete ban instellen: atleten en sponsors kunnen gewoon afreizen naar Beijing, maar hoge vertegenwoordigers zouden geen toestemming krijgen om langs te komen. Biden moet wel opletten op iets wat elke gymnast weet: als de druk hoog is en er veel op het spel staat, is van de balk vallen altijd een optie. Zeker als je ook nog eens schaatsen draagt.