OPEC voert de olieproductie op, de prijs daalt. Wat zijn de gevolgen?

07 mei 2025
De OPEC voert oliewinning op. YASSER AL-ZAYYAT/AFP via Getty Images

In dit artikel

De feiten: Opec draait eerdere productiebeperking deels terug

Bron: OPEC, Business Insider

Afgelopen zaterdag besloot OPEC om vanaf juni de oliewinning met 411.000 vaten per dag op te voeren. Dat lijkt weinig, gezien de wereldwijde olieconsumptie van zo’n 100 miljoen vaten per dag. Toch daalde de olieprijs fors. De prijs van een vat Brent-olie zakte maandag met 2 procent tot iets onder de 60 dollar, het laagste niveau in jaren.

De prijsdaling is eenvoudig te verklaren uit de wet van vraag en aanbod: als de vraag stijgt, wordt het product schaarser en stijgt de prijs, en als het aanbod stijgt, dan daalt de prijs.

Olieprijs in dalende trend

Het aanbod was al ruim, en met de extra OPEC-winning wordt de markt overspoeld met olie. De groei van de wereldeconomie vertraagt vanwege de handelsoorlog van de Verenigde Staten, waardoor de vraag naar olie afneemt, terwijl de olieprijs toch al in een dalende trend zit.

Met de verhogingen sinds april stimuleren de OPEC-landen de olieproductie met bijna 1 miljoen vaten per dag. En er komt meer aan.

Want die miljoen vaten zijn minder dan de helft van de tijdelijke productiebeperkingen van in totaal 2,2 miljoen vaten die het oliekartel zichzelf eerder oplegde. Dat was een poging de prijs op te drijven. Nu wil OPEC juist zijn marktaandeel beschermen. De OPEC-landen vergaderen op 1 juni om te besluiten over het productieniveau vanaf juli.

Wie zegt wat over de productieverhoging?

  • In een persverklaring zegt OPEC dat de productieverhoging in het licht moet worden gezien van ‘de lage olievoorraden’ in de wereld. De olielanden willen een ‘geleidelijke en flexibele’ terugkeer naar het productieniveau van vóór de beperking met 2,2 miljoen vaten olie per dag. ‘De geleidelijke verhogingen kunnen worden gepauzeerd of teruggedraaid afhankelijk van de veranderende marktomstandigheden.’
  • President Trump van de Verenigde Staten hamert er al maanden op dat de Amerikaanse oliemaatschappijen hun winning moeten opvoeren. Ook OPEC – waarvan Saudi-Arabië het belangrijkste land is – moet volgens Trump ‘de kosten van olie verlagen’.
  • In tijden van inflatie is een lagere benzineprijs welkom om de koopkracht van consumenten te stutten. Energieanalist Hans van Cleef van adviesbedrijf Publieke Zaken noemt de lagere olieprijs slechts ‘een heel klein lichtpuntje in een weinig rooskleurig economisch plaatje’. Want: ‘Hoe het verdergaat met de importtarieven is economisch gezien veel bepalender dan de benzineprijs.’

EW's visie: Langere periode van lage olieprijzen niet onwaarschijnlijk

Door: Roy op het Veld

Voor wat meer context volgt nu een korte geschiedenis van OPEC. In 1960 vormden Iran, Irak, Kuweit, Saudi-Arabië en Venezuela (als enig niet-Arabisch land) een front tegen de dan oppermachtige positie van westerse oliemultinationals als Shell en Exxon. Ze richtten de Organization of Petroleum Exporting Countries op, OPEC.

Later sloten zich andere landen aan bij het nieuwe oliekartel, zoals Qatar, Indonesië en Libië. Het kartel heeft inmiddels dertien leden. In 2016 sloten elf andere olieproducerende landen zich erbij aan, waaronder Rusland en Mexico. Zij worden OPEC+-landen genoemd.

OPEC en Saudi Aramco

Al kort na de oprichting boekten de OPEC-landen succes. Ze nationaliseerden de oliebedrijven, die vaak eigendom waren van westerse multinationals, en heroverden de controle over hun eigen oliewinning. OPEC-landen beperkten in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw de productie, waarmee ze de prijzen opdreven. Een bekend voorbeeld van een genationaliseerd bedrijf is Aramco (Arabian American Oil Company).

Diverse Amerikaanse bedrijven hebben de oliewinning in Saudi-Arabië opgezet, waarvoor het overkoepelende Aramco is opgericht. Sinds de nationalisatie heet het bedrijf Saudi Aramco. Het is met een productie van 10 tot 12 miljoen vaten per dag veruit de grootste olieproducent te wereld.

In reactie op de oprichting van OPEC gingen westerse landen in de jaren zeventig en tachtig op zoek naar olie in nieuwe gebieden, vaak offshore, zoals in de Noordzee en de Golf van Mexico. Met nieuwe eigen olievelden lukte het deels om de controle terug te krijgen. Op dit moment controleert OPEC bijna 80 procent van de olievoorraden in de wereld, en 35 tot 40 procent van de productie.

Lage olieprijzen

Vanuit deze historische schets is de huidige productieverhoging van OPEC te begrijpen. De klassieke strategie van OPEC was altijd om met een krap aanbod de prijs op te drijven. Nu Amerika onder Trump met zijn ‘drill baby drill’-beleid de oliewinning opvoert en steeds meer marktaandeel wint, dreigt de strategische positie van OPEC op de wereldmarkt te worden ondermijnd.

Hoewel de ontwikkeling van de olieprijs net als de rente moeilijk te voorspellen is, lijkt een langere periode van lage olieprijzen niet onwaarschijnlijk. OPEC wil de winning met nog een miljoen vaten per dag opvoeren, terwijl de wereldeconomie vanwege de handelsoorlog van Trump vertraagt, wat de vraag naar olie dempt. Lage prijzen zijn vooral een probleem voor westerse oliemaatschappijen, doordat de productiekosten in OPEC-landen veel lager zijn.

Op lange termijn olieprijzen mogelijk weer omhoog

Op termijn zullen de winsten van Shell, BP en ExxonMobil wegsmelten, waardoor de investeringen in het gedrang komen. Dat zal de productiecapaciteit van de westerse bedrijven onder druk zetten.

Als het zover is – maar dit is een spel van de lange adem – kunnen OPEC-landen hun marktaandeel opvoeren en langzaam weer proberen de prijzen op te drijven.

Verdere verdieping: Gaan de oliemaatschappijen nu minder investeren?

Maar dat is nog niet meteen gezegd. Lagere olieprijzen zijn slecht nieuws voor  Shell, BP en ExxonMobil. Hun omzet daalt, terwijl de kosten gelijk blijven. Dus daalt de winst. Dat is meteen te zien in de koersen van olieaandelen: dat van Shell verloor maandag 2 procent en was daarmee als zwaargewicht verantwoordelijk voor een daling van de Amsterdamse AEX.

Oliemaatschappijen hebben veel geld nodig voor dividenduitkeringen aan aandeelhouders. Energieanalist Van Cleef denkt dat bedrijven hun dividend intact willen laten. ‘Als de olie zo goedkoop blijft, dan komen de investeringen onder druk.’

Maar hij verwacht niet dat oliemaatschappijen meteen hun strategie omgooien. ‘Ze kijken bij investeringen naar de lange termijn. Als de daling structureel blijkt, wordt het een ander verhaal.’

Meer lezen over olieprijzen