Hoe conservatief Amerika naar immigratie kijkt

05 september 2019Leestijd: 5 minuten
Keystone in South Dakota. Foto: WikiCommons

Kosten immigranten geld of vullen ze banen op die niemand anders wil uitvoeren? Roberta N. Haar hoorde deze zomer tegengestelde meningen in het conservatieve South Dakota.

For the English version, click here

In het hartland van de Verenigde Staten is immigratie het politieke onderwerp waarover iedereen het had deze zomer. Ik sprak met Amerikanen van beide kanten en de enige overeenkomst is dat ze er sterke meningen over hebben. Sommigen waren ervan overtuigd dat migranten komen om te profiteren van overheidsgeld, anderen wezen op het geweld dat asielzoekers proberen te ontvluchten.

Wat je ook vindt van de Amerikaanse president Donald Trump, hij is erin geslaagd om de discussie van Amerikanen over immigratie te doen escaleren. Deze woede deed me afvragen waarom juist dit onderwerp zoveel emoties oproept en waarom het dit Congres niet is gelukt om een effectieve immigratiewetgeving door te voeren. Simpel gezegd wilde ik de waarheid weten over immigranten en hun invloed op Amerika’s economie en samenleving.

Land van immigranten

Elke scholier in de Verenigde Staten wordt bijgebracht dat dit een land van immigranten is. Maar op verscheidene momenten in de geschiedenis besloten gevestigde immigrantengroepen de migranten die na hen kwamen, buiten te sluiten. In het midden van de negentiende eeuw was er bijvoorbeeld de Know Nothing partij, die zich verzette tegen de komst van Duitse en Ierse immigranten. Huidige immigratiewetgeving komt uit 1965, toen een quotasysteem werd vervangen door een systeem dat voorkeur geeft aan familiehereniging.

Die wet was bedoeld om meer immigranten aan te trekken uit welvarende Europese landen, maar veroorzaakte juist een flinke groei in illegale immigranten omdat er geen provisie was opgenomen voor gastarbeiders in de landbouw. Het jaar ervoor, in 1964, schrapte het Congres een programma voor tijdelijke migranten dat bestond sinds 1942. Mensen uit Centraal-Amerika kwamen daarna nog steeds naar de Verenigde Staten om fruit te plukken, maar nu op illegale wijze.

Republikeinen als anti-immigratiepartij

Tot voor kort was de Republikeinse partij voorstander van vrije markten en vrij verkeer van goederen en mensen, inclusief de import van goedkope arbeidskrachten. Tim Alberta schrijft in zijn nieuwe boek American Carnage over de Republikeinse partij dat ‘de vragen rond immigratie, handel en overheidsuitgaven door welvarende, gematigde Republikeinen werden bekeken vanuit macro-economisch oogpunt.’ Maar sinds pogingen van George W. Bush in 2004 om immigratiehervormingen door te voeren (waarbij 12 miljoen illegale immigranten een verblijfsstatus zouden krijgen), zijn Republikeinse meningen over migranten veranderd. Sommige Republikeinen bleven het argument maken dat duizenden banen op het land, in de bouw en in restaurants niet meer zouden worden vervuld zonder de immigranten, anderen beweerden dat het plan van Bush neerkwam op amnestie; illegalen werden beloond voor het stelen van banen van Amerikanen.

Alberta benoemt verschillende redenen voor de populariteit van het tweede argument. Ten eerste was er een groeiende groep Republikeinse kiezers uit de arbeiders- en middenklasse die hun werk door een reeks aan factoren in gevaar zagen komen. Zij vreesden dat ‘de amnestie van Bush’ hun banen verder zouden destabiliseren. De conservatieve arbeidersklasse keek naar immigratie, handel en overheidsuitgaven met een micro-economische bril: met andere woorden, ze keken naar hun eigen omstandigheden.

Ten tweede waren er conservatieve presentatoren die deze vrees uitbaten, gevolgd door presidentskandidaat Mitt Romney. Zijn strategie om John McCain te verslaan in 2008 was door McCain aan te vallen op diens steun voor de immigratiewetgeving van president Bush. Romney had vroeg in de voorverkiezingen door dat kiezers boos waren over de economische ontwikkelingen en dat ze zochten naar antwoorden waarom hun banen aan het verdwijnen waren.

Daarna was er McCains keuze voor Sarah Palin als zijn running mate in 2008, wat een anti-elitair populisme acceptabel maken binnen de Republikeinse partij. Alberta beargumenteert dat Palins connectie met kiezers ‘een veroordeling betekende van de toondove arrogantie van de partij’. ‘Decennialang zette de partij zich in voor aristocraten en partijleiders hadden totaal niet door dat er grote ontevredenheid borrelde onder de oppervlakte.’ De leiders van de Grand Old Party luisterden lange tijd niet naar de arbeidersklasse.

Palins aantrekkingskracht op een deel van de partij bleef intact, ook lang nadat zij en McCain de verkiezingen verloren. In de zomer van 2009 gaven conservatieve talkshows haar alle ruimte om ongefundeerde claims te maken dat de overheid medische zorg voor illegale immigranten subsidieerde. Haar wilde beweringen passen bij de vierde factor die Alberta benoemd: de opkomst van de Tea Party. Bij elkaar zorgden die vier ervoor dat de Republikeinse opvattingen over immigratie flink naar rechts schoven.

Hypocrisie

In mijn thuisstaat South Dakota ontstonden er door de nieuwe negatieve attitudes jegens migranten twee tegengestelde meningen. Zo hoorde ik dat banen in de bouw niet werden opgevuld omdat er niet genoeg geïnteresseerden waren. Tegelijkertijd zeiden dezelfde mensen dat illegalen misbruik maakten van het zorgsysteem en het sociale vangnet van de overheid. Ik zag met eigen ogen dat immigranten sommige van de fysiek zware banen uitvoerden (en nee, ik heb ze niet gevraagd of ze hier legaal zijn), maar vroeg me af die andere claim ook waar is: kosten illegalen de belastingbetaler geld?

Onderzoek bracht me naar de nieuwste statistieken van het Pew Research Center, die schat dat illegale immigranten 3,2 procent van de totale Amerikaanse bevolking uitmaken (10,5 miljoen mensen). Pew stelt verder dan 7,6 miljoen van hen een baan hebben en dat illegale immigranten geen recht hebben op voedselbonnen of zorgsubsidies onder Obamacare. In 26 staten zijn er extra hulpprogramma’s voor migranten, maar mijn thuisstaat hoort daar niet bij.

Zorgelijk

Als immigratie de belastingbetaler niet echt belast en het ervoor zorgt dat lokale banen worden opgevuld, waarom worden immigranten dan nog steeds geschuwd? Omdat populisten zoals Trump migranten blijven contrasteren met nationale identiteit en omdat ze onjuistheden herhalen over de kosten van immigratie.

Dehumanisering omwille van politieke gewin is geen nieuw fenomeen. Recentelijk schreef Foreign Affairs dat ‘de neiging van het menselijke brein om te denken in termen van “wij tegen hen” sterk is’. Het is een punt dat Kenneth Roth, de directeur van Human Rights Watch, herhaalde in een tweet: ‘We herdenken dat tachtig jaar geleden de Tweede Wereldoorlog begon, een moment om na te denken over hoe de retoriek en de politiek van die tijd op de onze lijkt, met name het dehumaniseren van groepen mensen (Joden toen, immigranten nu).’

Het is een denk ik een goed moment om stil te staan bij hoe retoriek en vernederend taalgebruik een samenleving uit elkaar kan rijten.