Waarom in Amerika (en Europa) de complottheorieën zo welig tieren

25 augustus 2022Leestijd: 6 minuten
Kristi Noem, gouverneur van Zuid-Dakota. Foto: AP Photo/John Raoux File

Veel verklaringen voor grote wereldproblemen zijn gebaseerd op het idee van een machtige en corrupte Amerikaanse overheid. Waarom verspreiden zoveel mensen aan beide kanten van de Atlantische Oceaan momenteel zoveel complottheorieën? Roberta N. Haar probeert antwoord te geven aan de hand van politieke campagnes in de Verenigde Staten.

Read the English translation of this article here

Roberta N. Haar is Professor of Foreign Policy Analysis and Transatlantic Relations aan de Universiteit Maastricht en het University College Maastricht.

Dit voorjaar kreeg ik van verschillende mensen in Nederland en de Verenigde Staten apocalyptische waarschuwingen of ingewikkelde theorieën over gebeurtenissen wereldwijd. Of het nu gaat over de betrokkenheid van de FBI bij recente schietpartijen in de Verenigde Staten, of dat de CIA Georgië, Oekraïne en Wit-Rusland bijstond bij opstanden daar: veel verklaringen die ik hoorde zijn gebaseerd op het idee van een machtige en corrupte Amerikaanse overheid. De verschillen tussen deze complotten en mijn eigen ervaringen tijdens een kleine patriottistische parade tijdens de Onafhankelijkheidsdag op 4 juli, waarbij het nodige snoep mijn kant op werd gegooid, is groot. Waarom verspreiden zoveel mensen aan beide kanten van de Atlantische Oceaan momenteel zoveel complottheorieën?

Woede is winstgevend

Slecht nieuws verkoopt, die oude uitspraak kent bijna iedereen. Veel nieuws is een nieuwe uitgave van deze tactiek. Niet alleen moet het nieuws aandacht trekken, het moet ook toekomstige interesse in nieuws garanderen. Sociale media, nieuwszenders en sinds enkele jaren podcasts: alle willen zoveel mogelijk advertenties verkopen. Hoe meer ogen en oren zijn ingeschakeld, des te meer inkomsten het oplevert. Zo biedt Telegram, de berichtendienst die een toevluchtsoord werd voor complottheorieën en aanhangers van desinformatie, sinds kort een betaalde versie aan om geld te verdienen aan de meer dan zevenhonderd miljoen gebruikers die het platform in juni telde. En mijn moeder kreeg van zender Newsmax de gratis dvd Dag van de woede. 6 januari: het echte verhaal aangeboden bij een jaarabonnement van 99 euro. Deze documentaire moet blijkbaar de ‘schokkende waarheid’ en de ‘verdraaide agenda van links weergeven’.

Tegenwoordig betalende Verenigde Staten de prijs voor het besluit, in 1987, van de Landelijke Communicatiecommissie (Federal Communication Commission) om de zogeheten ‘eerlijkheidsdoctrine’ af te schaffen. Deze doctrine verplichtte opinieprogramma’s om meerdere perspectieven te geven bij controversiële onderwerpen, om eenzijdigheid te voorkomen.

Jammer genoeg produceren praatprogramma’s, met name op de radio, vooral echokamers met gepolitiseerde inhoud. Deze beïnvloeden zowel de verkiezingsuitkomsten als houding van burgers tegenover politici, maar ook de houding van kiezers tegenover mede-Amerikanen. Gecombineerd met onze huidige korte-aandachtseconomie zijn de gevolgen van de afwezigheid van de eerlijkheidsdoctrine groot.

Een mede-wetenschapper uit Zuid-Dakota (die meer weet van de aandachtseconomie dan ik) legde me tijdens een verhelderend gesprek uit dat moderne middelen van datawetenschap (zoals voorspellende analyses en gegevensverzameling) niet alleen echokamers veroorzaken, maar ook voorkomen dat nieuwsconsumenten tegenstrijdige informatie krijgen. En dit moet voorkomen dat ze naar andere platforms gaan. Kortom, de hyperkapitalistische drang om koste wat het kost winstgevend te zijn, leidt tot de effectiefste barrière tegen veelzijdige informatie die de wereld ooit heeft gekend.

Republikeinen spreken in aanloop naar midterms kwaad over elkaar

Hier komen we aan bij de midtermverkiezingen, straks in november. Nu de Republikeinen momenteel vastberaden zijn de winst in zowel het Huis van Afgevaardigden als de Senaat te pakken, worden we onderworpen aan vloedgolven van politieke advertenties, online haatzaaien en digitale voor-de-gek-houderij die zich over de kiezers uitstort. Tijdens de voorverkiezingen spraken Republikeinen al kwaad over elkaar.

Op de keukentafel van mijn moeder vond ik ansichtkaarten waarin een Republikeinse medekandidaat van het Huis van Afgevaardigden ervan werd beschuldigd voor de inname van wapens te hebben gestemd. Dit zou ze hebben gedaan met de gehate Democratische leider van het Huis van Afgevaardigden Nancy Pelosi om de RINO (Republican in Name Only – bedoeld om iemand af te doen als ‘nep-Republikein’) Liz Cheney te steunen en ‘haar claim dat de verkiezingsfraude niets meer was dan een ‘grote leugen’.

Deze zomer vroeg de Republikeinse Senator van Zuid-Dakota, John Thune, geld van zijn donoren om de Senaat te heroveren, terwijl miljoenen kostende Roe v. Wade-reclames zich momenteel bijna exclusief op vrouwen richten. Het is duidelijk dat politici aan beide kanten zich richten op kwesties die verdeeldheid brengen om hun achterban te mobiliseren.

Een ander voorbeeld komt van Kristi Noem, de gouverneur van Zuid-Dakota. Zij stuurde een brandbrief waarin ze opriep donaties aan ‘radicaal links’ te stoppen om te voorkomen dat zij ‘deze cruciale verkiezingen’ winnen. Opvallend genoeg gaf Noem toe dat Roe v. Wade voor Democraten een reden is om te demonstreren. Maar ze vertelde haar donoren dat de kwestie een ‘kleinschalig cultuuroorlog-probleem’ is – ja, ze noemde het echt een kleinschalig probleem. Ik zocht het woord kleinschalig zelfs op, om erachter te komen wat ze ermee bedoelt. Om eerlijk te zijn, weet ik het nog steeds niet.

De exacte definitie is ook niet van belang. Zonder twijfel probeert ze te zeggen dat argumenten van de andere kant onbelangrijk zijn. Voor Noem staat politieke winst op het spel, echt toegewijd aan het (ongeboren) leven is ze nauwelijks. Dit blijkt wel uit cijfers: onder het gouverneurschap van Noem staat Zuid-Dakota bijna het laagst in de nationale ranglijsten van het aantal onverzekerde vrouwen en het aantal kinderen dat sterft.

Een verdraaid begrip van de werkelijkheid

Een andere anekdotische observatie is dat hoe harder media roepen dat zij de waarheid spreken, hoe buitensporiger hun claims worden. Toen ik Republikeinse stukken las viel me op dat waarheid meestal verbonden was met ‘socialistische elites’ of ‘Marxistische merktekens’ op de rug van een kandidaat.

Alhoewel ik niet zeker weet waar de mensen met wie ik sprak hun informatie vandaan haalden, werd me verteld dat de aanval op het Capitool op 6 januari eigenlijk de schuld was van Pelosi. Zij zou immers de twintigduizend Nationale Gardetroepen van president Donald Trump hebben verboden om in te grijpen. Blijkbaar hadden de Democraten en de ‘Rothschilds’ (een internationale Duits-Joodse dynastie die machtig is geworden in het geldwezen) de leiding over alles toen Trump de opperbevelhebber was van de Amerikaanse strijdkrachten! Ik heb nog niet ontdekt of deze verklaring (die me werd toevertrouwd op een trouwreceptie, waar deze tussen de mensen en de sfeer om me heen volledig op zijn plek was) Trump verdedigt of ondermijnt.

Natuurlijk is de tactiek dat iemand die steeds meer gaat liegen, juist feller beweert de waarheid te spreken niet nieuw. Pravda, wat waarheid betekent in het Russisch, was nota bene de titel van het grootste dagblad in de Sovjet-Unie. En het feit dat tegenwoordig zoveel mensen geboeid zijn door complottheorieën kan ook deels worden verbonden met de opkomst van Russische desinformatie en Vladimir Poetins poging de oorlog te winnen die hij in februari begon. Desinformatie omtrent de oorlog in Oekraïne nam substantieel toe in media die al een pro-Russische visie hadden. Maar het nam ook wezenlijk toe bij lokale complotdenkers wereldwijd die daarvoor al sociale media overspoelden met desinformatie over de coronapandemie.

Vrijheid van meningsuiting!

Ironisch was dat ik tijdens de zomer velen om me heen hoorde vertellen over hun overtuiging dat ze alles kunnen zeggen wat ze geloven. Terwijl ze tegelijkertijd alternatieve meningen en zienswijzen blokkeren. Ik ervoer al eerder het gebrek aan intellectuele nieuwsgierigheid bij mijn eigen faculteit in Maastricht. Maar wanneer Kristi Noem zegt dat leraren ‘lezen, schrijven en rekenen vervangen door een curriculum om onze kinderen te indoctrineren met de kritische rassentheorie’ verdraait ze niet alleen onderzoeken over de omgang van discriminatie in de samenleving. Ook is ze dan het onderwijs aan het politiseren en schept ze vijandigheid tegen leraren. Noems campagne vind ik verontrustend.

Ten slotte beschuldigt Noem haar tegenstanders ervan hun macht te gebruiken voor het beïnvloeden van kinderen. Dit is misschien de belangrijkste oorzaak dat zoveel mensen momenteel complottheorieën verspreiden aan beide kanten van de Oceaan. Het westerse liberalisme – een politieke theorie gebaseerd op de natuurlijke goedheid van mensen en de tolerantie van andermans ideeën – lijkt voor onze ogen ten onder te gaan.

Als docent streef ik ernaar om open onderzoek te promoten, wil ik diverse standpunten waarborgen en onderbouwde discussies bevorderen. De tactieken die veel politici momenteel inzetten betreuren me, omdat ze deze volledig gebruiken voor hun eigen politieke gewin. Dergelijke methoden breken de gemeenschapszin af en baren complotten.