NPO-bazen willen geld zien van Netflix en consorten

10 januari 2017Leestijd: 3 minuten
Jan de Jong (L) en Lennart van der Meulen (R) hopen op nieuw beleid na de verkiezingen - Foto: ANP

De directeuren van de VPRO en de NOS hopen op meer geld voor de Nederlandse publieke omroep (NPO) na de volgende kabinetsformatie. VPRO-directeur Lennart van der Meulen en NOS-directeur Jan de Jong willen meer investeringen in de publieke media.

Het is van belang dat het kabinet na de verkiezingen in maart ‘meer dan ooit meebeweegt met de tijd,’ zegt De Jong dinsdag in een persbijeenkomst van de NOS.

‘Bakken geld naar het buitenland’

Hij hoopt op nieuw beleid waardoor een ‘sterke onafhankelijke mediasector’ kan blijven bestaan. Eerder deze week deed Van der Meulen van de VPRO soortgelijke uitspraken.

Van der Meulen hekelde bezuinigingen van het kabinet-Rutte op de NPO, en opende specifiek het vuur op bedrijven als de streamingdienst Netflix, die volgens hem ‘bakken met Nederlands geld naar aandeelhouders over de grens’ laten gaan. Geld dat volgens hem wordt verdiend aan investeringen van de NPO in Nederlandse producties.

Hij wil dat ‘big media’ verplicht moeten worden om een deel van de omzet die in Nederland wordt gemaakt ook in Nederland investeren. ‘Nederland is een wingewest voor kabelboeren als Ziggo en KPN, sociale media als Facebook, YouTube en Google, commerciële omroepen als RTL en SBS, en een videoboer als Netflix die miljarden verdient aan andermans content,’ aldus Van der Meulen. Hij wil dat het nieuwe kabinet zich hard gaat maken voor de afdracht van geld aan ‘rechthebbenden’ en dat dergelijke bedrijven gaan bijdragen aan Nederlandse mediaproducties.

Nieuw kabinet moet afspraken maken over investeringen

‘Met als stok achter de deur een bestedingsplicht voor Nederlands product. In Frankrijk kan dat ook. Ik vind dat politici zich daarvoor hard moeten gaan maken,’ zegt Van der Meulen. De Jong zegt dat de NOS de afgelopen jaren veranderd is van een ‘traditionele mediaorganisatie in een 24/7 nieuwsorganisatie op alle platforms die deze tijd vraagt’, verwijzend naar onder meer Facebook, YouTube en Twitter. Hoewel de NOS volgens hem aanwezig is op alle denkbare platforms, slaagt de omroep er volgens hem onvoldoende in dit ‘op de juiste manier te vermarkten’.

Geen van beide mannen doet een uitspraak over precieze percentages die kabelaars of telecombedrijven dan zouden moeten afdragen voor het uitzenden van NPO-content. ‘Het gemiddelde kabelabonnement kost 55 euro, het minieme deel dat daarvan wordt afgedragen, staat in geen enkele verhouding,’ vindt NOS-baas De Jong. De hoop is dat het nieuwe kabinet om de tafel gaat met bedrijven als Ziggo, Facebook en Google om afspraken te maken over investeringen in Nederlandse programma’s en tv-makers.

Marktverstoring door NPO

Staatssecretaris Sander Dekker (VVD) van Media liet zich onlangs uit over de ‘innovatie’ binnen de NPO, en de oneerlijke concurrentiepositie van de omroepen. Met een betere goedkeuringsprocedure voor nieuwe aanbodkanalen van de publieke omroepen, uitgevoerd door de Autoriteit Consument en Markt (ACM), moet de marktverstoring van de NPO beperkt worden.

De nieuwe aanpak is tot stand gekomen na discussie met de NPO, en vertegenwoordigers van de dagbladpers en commerciële omroepen. Dekker geeft daarmee toe aan een oproep van hoofdredacties van verschillende Nederlandse mediabedrijven: zij schreven Dekker vorig jaar een brandbrief, waarin zij hun ergernis uitten over de concurrentievervalsing door de NPO. Dekker werd daarin opgeroepen om de ACM in te schakelen om te laten toetsen of inderdaad sprake is van oneerlijke concurrentie en marktverstoring, zodat kan worden ingegrepen.