De Europese Centrale Bank gaat monetair verkrappen in roerige tijden

11 maart 2022Leestijd: 4 minuten
ECB-president Christina Lagarde. Foto: EPA/RONALD WITTEK / POOL

De Europese Centrale Bank kondigde donderdag aan dat het monetair gaat verkrappen. Vier vragen over het waarom van dit onverwachte besluit.

1. Wat heeft de Europese Centrale Bank, de ECB, donderdag besloten?

De centrale bank bouwt, met het oog op de torenhoge inflatie in de eurozone, zijn opkoopprogramma versneld af. Op dit moment koopt de ECB via het asset purchase programme, het belangrijkste opkoopprogramma, maandelijks voor 40 miljard euro aan staats- en bedrijfsobligaties op. Maar dat gaat veranderen.

In drie maanden bouwt de bank het programma af naar 20 miljard euro aan opkopen per maand, om er met ingang van oktober dit jaar geheel mee te stoppen. Niet lang daarna verhoogt de bank zijn belangrijke beleidsrente.

Die staat nu op -0,5 procent en is de rente die commerciële grootbanken als ABN AMRO en ING betalen over de reserves die zij verplicht aanhouden bij de Europese Centrale Bank en die ervoor zorgt dat de commerciële banken op hun beurt geen of zelfs negatieve rentes doorberekenen aan hun sparende klanten.

Mocht de inflatie op de middellange termijn volgens de prognoses toch weer tot onder de 2 procent inzakken, dan haalt de ECB de voet van de rem en wordt het aankoopprogramma hervat.

Aflossingen op de bestaande obligatieberg van 3.000 miljard euro worden nog steeds geherinvesteerd in nieuwe obligatie-aankopen. Ook de aankopen in het kader van het coronacrisisprogramma (PEPP) lopen tot 2024 door.

2. Wat zijn de reacties op het besluit van de ECB?

President van de Europese Centrale Bank Christine Lagarde staat voor een onmogelijke taak. De inflatie is torenhoog, dus kan de bank niet anders dan de monetaire teugels aantrekken. Tegelijkertijd raakt de oorlog in Oekraïne de Europese economie midscheeps, die ook nog steeds kampt met de gevolgen van de coronacrisis.

Dat laatste pleit er juist voor het ruime monetaire beleid voort te zetten. Bij de meeste bankvorsers overheerste de verwachting dat de Europese Centrale Bank niet zou ingrijpen. Dat dit wel gebeurde, kwam als een verrassing.

Als gevolg van het besluit lopen de rentes in heel Europa op. De Nederlandse rente op een staatsobligatie met een looptijd van tien jaar staat op bijna 0,6 procent. Het hoogste percentage sinds 2018. Rentes in Italië lopen nog harder op, richting 2 procent. Deze oplopende spread, het verschil in rente tussen de sterke en zwakke eurolanden, leidde tien jaar geleden bijna tot het uiteenspatten van de euro. Dat werd voorkomen door de toenmalige ECB-president Mario Draghi, die over het redden van de euro de legendarische woorden sprak: ‘Whatever it takes’ – we zullen alles doen wat nodig is.

In iets andere bewoordingen zei Lagarde hetzelfde over de oorlog in Oekraïne. De ECB zal alles in het werk stellen om de financiële markten in Europa goed te laten functioneren.

3. Waarom stuurt de bank aan op 2 procent inflatie?

Alle belangrijke centrale banken, die van Japan, de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en ook die van het eurogebied, mikken op een inflatie van rond de 2 procent. Een hoger of lager percentage wordt als ongewenst beschouwd.

De grote angst van iedere centrale bankier is deflatie, de situatie waarin prijzen dalen en consumenten hun aankopen uitstellen omdat alles in de toekomst toch goedkoper wordt. Deflatie deed zich op grote schaal voor in de jaren dertig van de vorige eeuw, toen economieën wereldwijd krompen.

Om weg te blijven van het deflatiegevaar, mikken de banken op een inflatie van 2 procent. Dat percentage dient meer als een soort buffer, opdat centrale banken bewegingsruimte hebben als de inflatie begint te dalen.

Te hoge inflatie is net zo onwenselijk als deflatie. De vervelende gevolgen zijn op dit moment dagelijks voelbaar. De ECB voorspelt voor dit jaar een inflatie van ongeveer 5 procent in de eurozone.

4. Hoe kan de centrale bank de inflatie sturen?

Als de economie goed draait en iedereen volop aan het werk is, stijgen de lonen en kunnen bedrijven hun prijzen verhogen – en daarmee ook de winsten. Als een centrale bank de inflatie wil verhogen, dan verlaagt die de rente. Voor bedrijven wordt het goedkoper om te investeren, door die investeringen neemt de werkgelegenheid toe, en zo verder.

Dreigt de inflatie te hoog op te lopen, dan verhoogt de centrale bank de rente, waardoor de bedrijvigheid wordt afgeremd. Huishoudens gaan meer sparen, waardoor bedrijven minder verkopen.

De Europese Centrale Bank beïnvloedt rentes met een korte looptijd met de hierboven genoemde beleidsrente. De ‘lange rente’ is de laatste jaren omlaag geduwd doordat de bank op grote schaal staats- en bedrijfsobligaties heeft opgekocht.

Als er veel vraag is naar leningen – en met de ECB als opkoper is die vraag bijna oneindig – daalt de rente op staatsobligaties. In dat kielzog zijn andere rentes de laatste jaren ook gedaald. Huiseigenaren betalen (of betaalden) daardoor een historisch lage rente voor de hypotheek.

De Europese Centrale Bank heeft met een ruim monetair beleid gezorgd voor extra economische groei. Tegelijkertijd zijn bijvoorbeeld de prijzen van huizen en aandelen gigantisch gestegen. De angst is groot dat deze bubbel klapt door de oorlog in Oekraïne.