Stekkerauto kan nog altijd uit ondanks hoge stroomprijs

Wie wil er nog elektrisch rijden en hoe voordelig is dat dan? De subsidiepotten zijn leeg, de bijtellingsvoordelen zijn beknot en de stroomprijs staat historisch hoog. Het is een vraag die autokopers bezighoudt. In de eerste acht maanden van dit jaar waren (deels) elektrische auto’s nog razend populair. Voor het eerst verkoos een meerderheid van de autokopers een ‘stekkerauto’ (volledig elektrisch of plug-in) boven een brandstofauto. Uit cijfers van branchevereniging BOVAG blijkt dat dit jaar tot en met augustus 40.293 elektrische auto’s zijn verkocht. Een stijging van 65 procent ten opzichte van een jaar geleden.

Blijft dat enthousiasme nu de kosten stijgen? Door de energiecrisis is de prijs voor 1 kilowattuur stroom zeven keer hoger dan vorig jaar. De benzineprijs is met slechts 10 procent gestegen, ook door de verlaagde accijnzen.

Volgens een vergelijking van de ANWB zou een eigenaar van een elektrische auto, mede door die hogere stroomprijs, nu duurder uit zijn dan een eigenaar van een benzineauto. Die vergelijking kreeg veel aandacht, want wie stapt er nog in een nieuwe stekkerauto als het ­financiële voordeel weg is? Het gebruiksgemak is immers al minder. Een volgeladen elektrische auto komt niet zo ver als een brandstofauto met een volle tank.