Advies van het Nibud is vaak wet voor het kabinet

12 januari 2015Leestijd: 5 minuten
''

Op basis van advies van het Nibud neemt de overheid verstrekkende maatregelen die bijvoorbeeld huizenkopers direct raken. Wat is het Nibud precies en hoe machtig is deze organisatie?

Wie in het nieuwe jaar een huis wil kopen, kan bij de bank of financiële instelling minder lenen dan vorig jaar. Dit komt enerzijds omdat het kabinet het maximale leenpercentage van 104 procent van de aankoopwaarde van een huis heeft verlaagd naar 103 procent, en anderzijds omdat de financieringslastpercentages ook dit jaar weer zijn verlaagd.

Nibud

Deze financieringslastpercentages geven weer welk deel van het inkomen er maximaal aan hypotheeklasten kan worden besteed. Om burgers te beschermen tegen woekerleningen zijn hypotheekverstrekkers verplicht om de financieringslastpercentages als basis te nemen bij het berekenen van een hypotheek.

Deze percentages worden door minister Stef Blok (VVD) van Wonen vastgelegd in de Tijdelijke Regeling Hypothecair Krediet. Wie het document openslaat, ziet dat de financieringslastpercentages afkomstig zijn van het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud).

Slechts een advies

Op verzoek van minister Blok berekende het Nibud welk deel consumenten van hun inkomen mogen uitgeven aan hun hypotheek. En het ministerie neemt deze cijfers over en laat ze vastleggen in de wet.

‘Wij geven slechts een advies,’ laat een woordvoerder van het Nibud desgevraagd weten. Maar de praktijk is dat het kabinet deze adviezen blind over lijkt te nemen. ‘Hiervoor moet u bij het ministerie zijn,’ zegt het Nibud. Voordat we het ministerie aan het woord laten, kijken we eerst even naar wat het Nibud precies voor organisatie is.

Voorlichting

Het NIBUD werd 35 jaar geleden opgericht als onafhankelijk instituut dat consumenten voorlicht over geldzaken. Het ging hier om zaken als ‘hoeveel zakgeld geef ik mijn kind’ of ‘hoe krijg ik mijn huishoudboekje op orde’.
Deze vragen beantwoordt het Nibud nog steeds, maar inmiddels doet de organisatie veel meer dan burgers helpen bij het ordenen van het huishoudboekje.

Het Nibud, een onafhankelijke stichting zonder winstoogmerk, maakt voor elk type huishouden een voorbeeldbegroting. Overheidsinstanties varen steeds vaker blind op het Nibud als ze willen weten wat voor effecten hun beleid heeft op de portemonnee van burgers. Dat kan verstrekkende gevolgen hebben.

Gevolgen

Zo laat Amsterdam op basis van een Nibud-berekening meer inwoners gebruikmaken van armoederegelingen. De gemeente is plotseling miljoenen euro’s meer kwijt, omdat het Nibud heeft bepaald dat er meer mensen moeite hebben om rond te komen.

Maar ook banken, verzekeraars en woningcorporaties maken tegen betaling graag gebruik van de kennis van het Nibud. Zo bepalen woningcorporaties hun huurprijzen op basis van Nibud-berekeningen. En potentiële huizenkopers weten dat minister Blok erg gevoelig is voor de cijfers van het Nibud. Het Nibud vindt dat huizenkopers een extra buffer moeten aanhouden voor ‘mogelijke onvermijdbare uitgaven’ als hogere zorgkosten of de komst van een kind. Blok volgt dit advies en zorgt er voor dat huizenkopers dit jaar nog minder kunnen lenen. Ook mensen die helemaal geen kinderen willen, zijn aan deze wettelijke regels gebonden.

Machtige vrouw

Aan het roer van het Nibud staat sinds 2000 Gerjoke Wilmink. Zij is, door het volgzame karakter van het kabinet, een erg machtige vrouw geworden in Nederland, volgens het Financieele Dagblad zelfs ‘de machtigste vrouw van Nederland’.

Wilmink realiseert zich dat haar organisatie, die slechts zo’n dertig medewerkers heeft, invloedrijk is. ‘Onze cijfers zijn onze kracht. Onze neutrale positie is daarom heel belangrijk. Nog altijd willen wij consumenten zelfredzaam maken, maar we zijn niet hun belangenvereniging,’ zei ze onlangs in Elsevier.

Kritiek

Het Nibud is dus neutraal en de adviezen zijn goedbedoeld. Maar het is toch op zijn minst opmerkelijk te noemen dat het kabinet de adviezen van een club van dertig personen één op één overneemt?
Kritiek op dit beleid komt uit de hoek van Bouwend Nederland, werkgeversorganisatie VNO/NCW, MKB-Nederland, Vereniging Eigen Huis en De Hypotheker. Dit zijn partijen die duidelijk belang hebben bij grotere bestedingsmogelijkheden van consumenten. Maar ook hoogleraar woningmarkt Peter Boelhouwer noemt de huidige maatregelen ‘betuttelend’. En in de Tweede Kamer verzetten onder meer het CDA en de PVV zich tegen de Nibud-liefde van het kabinet.

CDA-idee

Wat zegt de minister Blok van Wonen en Rijksdienst er zelf over? In een Kamerdebat van 9 december over de aanscherping van de regels voor de woningmarkt zei de minister dat het de beslissing is geweest van CDA-ministers Liesbeth Spies (Binnenlandse Zaken) en Jan-Kees De Jager (Financiën) om de hypotheeknormen te bepalen op basis van berekeningen van het Nibud.
‘Mijn ambtsvoorgangers hebben op goede gronden, op grond van de ervaringen met de financiële crisis, in een jaar waarin nog geen sprake van herstel van de woningmarkt, een regeling vastgesteld en aan de Kamer voorgelegd. De Kamer ging toen akkoord. Vervolgens pas ik die netjes in die lijn toe. Dan zou het toch heel raar zijn als we dat nu ineens niet meer zouden doen? Dan zouden we de les van de financiële crisis toch op een onverantwoorde manier het raam uit gooien?’ zei de minister in het debat. Bovendien denkt Blok niet dat de maatregelen een negatief effect zullen hebben op de woningmarkt. Door de dalende rentes, geraamde inkomensstijgingen en de extra kredietmogelijkheden bij de aankoop van een energiebesparend huis denkt de minister dat dit jaar de meeste mensen juist méér kunnen lenen dan vorig jaar. Ook deze uitspraken baseert de minister weer op berekeningen van het Nibud.

Macht

Hebben de graag door het kabinet overgenomen Nibud-cijfers een positief of een negatief effect op de Nederlandse economie? Daar worden de verschillende partijen het niet over eens.

Maar één conclusie kan toch wel worden getrokken: wat de vrouwen (en mannen) van het Nibud aan de Oudegracht in Utrecht becijferen, voelt de Nederlander rechtstreeks in zijn portemonnee.