Ideologisch cryptogeld blijkt flop door gebrek aan overheidsregulering

06 december 2022Leestijd: 3 minuten
Cryptokantoor in Istanbul. Foto: ANP

Het gaat slecht met bitcoin en andere cryptovaluta. Het kermisgeld van het internet kan niet op tegen de machtige machines van het internationale geldwezen, schrijft Constanteyn Roelofs.

Het rommelt al een tijdje in muntenland. Ooit zou bitcoin het betaalmiddel van de toekomst worden: door transacties decentraal op de blockchain vast te leggen zouden we eindelijk verlost zijn van die nare banken en zou in de portemonnee van de burger een gouden tijd aanbreken. Ook zouden we dan volgens de libertarische ideologen achter de coins verlost zijn van die ellendige overheid die de hele dag over onze schouders meekijkt en veel te veel restricties aan de economie oplegt.

Wekelijks verkent historicus Constanteyn Roelofs (1989) op ewmagazine.nl de tragikomische tegenstrijdigheden in economie en maatschappij.

Na een flinke hype met gigantische waarderingen voor allerlei als onkruid opschietende ‘coins’ zitten we inmiddels in de ‘crypto winter’, terwijl tegelijkertijd de Europese Unie bezig is met het invoeren van een eigen digitale munt.

Moeilijker dan gedacht om een decentrale munt te bouwen

Even over de cryptowinter. Het grootste deel van de grote, secundaire cryptoprojecten zoals cryptobeurzen en ‘stablecoins’ bleken namelijk piramidespellen – zie het recente, veelbesproken faillissement van de cryptobeurs FTX en z’n oprichter Sam Bankman-Fried – en het bleek sowieso toch moeilijker dan gedacht om een decentrale munt te bouwen. Geld wordt immers maar voor een klein deel gebruikt voor dagelijkse betaaltransacties van het soort waar de bitcoin geschikt voor is.

Het grootste deel van het geld gaat om in grote, langdurige kredieten zoals bedrijfsleningen, hypotheken en wat niet al, met de overheid als machtige geldschepper en herverdeler. Daar heb je weer een heel complex van banken, kredietbeoordelaars, ratings- en regulatoire autoriteiten voor nodig opdat het systeem een beetje veilig en beheersbaar is.

Geldstelsel zonder overheden bleek een illusie

Het grote existentiële probleem van de bitcoin is dat centrale financieringsprojecten om dijken, woonwijken en multinationals te bouwen, gewoon veel meer slagkracht hebben dan decentrale financiering. Het kermisgeld van het internet kan niet op tegen de machtige machines van het internationale geldwezen.

Bovendien begint en eindigt elk geldstelsel met een overheid en een belastingdienst. Daar wilden de cryptogelovigen vanaf en ooit was er nog de hoop dat het internet een soort grenzeloos land zonder overheden zou kunnen zijn, maar dat bleek ook een illusie. Uiteindelijk is het internet ook maar een verzameling kabeltjes en schakelaars en om die kabeltjes te trekken, heb je wel toestemming nodig van de gemeente. Einde bitcoindroom.

EU onderzoekt CBDC

Net nu de markt er een beetje achterkomt dat decentrale munten gewoon onhandig en dom zijn, gaat de EU natuurlijk z’n eigen cryptomunt onderzoeken: de CBDC moet een einde maken aan de wirwar van nationale centrale banken die via de banken in hun landjes de euro in circulatie brengen en direct munten van de ECB naar de burger brengen. Veel is er nog onduidelijk over de CBDC.

De wappies weten al heel erg zeker dat de nieuwe digitale munt ‘programmeerbaar’ gaat zijn, waardoor je ’m niet kan uitgeven aan sigaretten en je bij het bereiken van je CO2-budget geen toegang meer hebt tot je portemonnee, maar dat is nog lang niet zeker. Ook is het voor de buitenstaander een beetje onduidelijk wat de techniek achter de munten gaat zijn: wordt het een munt op de blockchain? Gewoon fiatgeld? Iets heel nieuws?

Den Haag wikt, maar Frankfurt beschikt

Wat wel zeker is, is dat de nationale politiek volstrekt machteloos staat tegenover de macht van de EU. Nederland heeft maar beperkte invloed op de monetaire koers van de EU. Dat bleek al uit de bijdrukmanie van de afgelopen jaren, alle transfermechanismes van Noord naar Zuid die er tegen alle afspraken in toch gekomen zijn, en nu ook weer uit het debat over de CBDC.

Het blijkt ook uit de Kamerdebatten over de toekomst van het geld en minister Sigrid Kaag (D66) geeft het ook gewoon toe: Den Haag wikt, maar Frankfurt beschikt. Het is ironisch dat de toekomst van digitaal geld klaarblijkelijk ligt in verdere centralisering bij machtige centrale overheden, maar zo gaat dat nu eenmaal met geld.