Privileges van gelovigen zijn onterecht

17 juni 2022Leestijd: 5 minuten
De Urker Sionkerk besloot vorig jaar op Goede Vrijdag de landelijk geldende coronamaatregelen te negeren. Foto: ANP

Gelovigen genieten allerlei privileges: het mogen dragen van een hoofddoek op de rijbewijsfoto, een alternatief voor de ambtsbelofte, wettelijk geaccepteerde jongensbesnijdenis, voorkeursbehandelingen in kerken in tijden van coronamaatregelen en maatschappelijke coulance bij een houding die de praktische vrijheid van homoseksuelen en vrouwen beperkt. Aan die privileges moet een eind komen, stelt criminoloog Bart Collard op EW Podium.

We debatteren over moderne vormen van misinformatie, desinformatie en complottheorieën, terwijl de meest voorkomende vorm daarvan nog steeds het aloude geloof in een godheid is. Maar zelfs als wij allemaal atheïsten zouden zijn, zou de rede nog niet overheersen. De docent, journalist en anarchistische vrijdenker Anton Constandse (1899-1985) legt in Grondslagen van het Atheïsme uit:

Toch zal dan de bijgelovige mens rede zoeken achter de natuur- en wereldgebeuren, want dit is de laatste, maar hardnekkigste dwaling: dat de werkelijkheid zich bewegen zou met zin, gedreven door rede, en dat dood en leven een betekenis zouden hebben, welke door een ordenende wijsheid daaraan gegeven zou zijn.

Bart Collard (1988) heeft een master opsporingscriminologie afgerond. Momenteel volgt hij een master contraterrorisme in Israël. Tevens werkt hij aan een proefschrift over islamitisch terrorisme aan de Universiteit Leiden.

EW Podium publiceert opinies van jonge schrijvers, die vanuit eigen onderzoek, expertise of werkervaring bijdragen aan het debat. Plaatsing hoeft geen redactionele instemming te betekenen.

De ontwikkelde mens heeft een bepaalde eigenschap die hem weghoudt van het vrijdenken, bij het volledig benutten van de rede, zo lijkt Constandse te bedoelen. Zelfs wie niet in god gelooft, gelooft wellicht in een hiernamaals, in reïncarnatie, in het bestaan van spirituele mediums die berichten kunnen doorgeven, in dat een mentale goochelaar je pincode weet doordat je een keer te veel met je ogen knipperde, of in dat de mensheid op aarde is met een hogere missie.

‘Bezieling’ als basis voor religieus denken

Constandse meent dat het geloof dat de natuur een ziel heeft, animisme genoemd, de basis van het religieuze denken is. Het idee dat rotsen en water een ziel hebben dateert van ver voor onze jaartelling. Vanuit die ‘bezieling’ werd de natuur vergoddelijkt door de primitieve mens. Zo ontstonden zonne- of regengoden.

Constandse wijst erop dat die ontwikkeling ervoor zorgde dat de mens ook ging geloven in een oppergod, een schepper. Het idee dat God bepaalt over leven en dood is wijdverspreid. Maar het geeft een vals antwoord op de vraag waarom we sterven: omdat God dat wil. Door de ongrijpbaarheid van de dood lijkt de mens te berusten in zo’n vals narratief.

Gelovigen hoeven niet te weten

Welke bewijsmiddelen hebben gelovigen – of dat nu gaat om christenen, moslims of boeddhisten – waargenomen om in dit alles te geloven? Geen. Gelovigen hoeven niet te weten. Zij hoeven geen rationele onderbouwing te zien. Recht tegenover de wetenschappelijke methode – onze huidige beste manier om te weten – plaatsen zij hun gevoelens.

Lees ook dit verhaal van de week van vorig jaar terug: Hebben gelovigen meer rechten?

Godsdienstvrijheid

Maar als ik zou voelen dat de aarde wordt bestuurd door onzichtbare kabouters, zullen de meeste mensen stellen dat ik lijd aan waanideeën. Al die opmerkelijke complottheorieën, zoals die over de reptilians die ervan uitgaat dat sommige mensen werkelijk reptielen met kwade bedoelingen zijn – verpakt in een menselijk lichaam – worden terecht als onzin afgedaan. Er bestaat geen bewijs voor.

Waarom wordt het grootste complot ooit, het godsgeloof, breed geaccepteerd? Waarom moet het worden gerespecteerd en vloeien er ook nog privileges voor de gelovige uit voort?

Geloof in het eeuwige leven

Constandse geeft er diverse redenen voor. Ten eerste omdat het godsgeloof helpt om te gaan met de enige zekerheid die we in het leven hebben: ons sterven. Volgens Constandse wordt naast ons overlevingsinstinct een soort onsterfelijkheidsinstinct gewenst. Het gaat dan om een vals idee dat noch wij, noch onze geliefden definitief sterven.
Daarnaast zou het godsbestaan ons hoop geven. Want wellicht, als wij hem, haar of hen (hoe zo’n god tegenwoordig zou willen worden aangeduid, weten we niet) gunstig zouden stemmen, doet hij ons geluk toekomen. Het idee van het nut van bidden kan mensen onterecht hoop geven. Ten derde omdat mensen simpelweg zijn opgegroeid met een systeem van een religie. Het reguleert allerlei delen van het menselijke leven en zorgt daardoor voor een structuur. De religieuze mens hoeft over veel dingen niet meer na te denken, daarvoor zijn goddelijke regels.

Als Gods wil wet wordt

Constandse wijst op het gevaar van het ontstaan van het eengodendom, het monotheïsme. Zodra men in één perfecte god gaat geloven die almachtig is, ontstaat ‘het einde van de ontwikkeling in de religie’. Mensen volgen dan voor alle aspecten van het leven deze goddelijke voorschriften. De goddelijke bevelstheorie van de moraal, waarvoor filosoof Paul Cliteur waarschuwt, ligt dan in het verschiet. Mensen denken zelf niet meer na over ethische vraagstukken, maar Gods wil – of beter, de wil van zijn bedenkers – wordt letterlijk wet. Zoals Abraham redeloos bereid was zijn zoon op te offeren, kunnen mensen in staat raken om te moorden uit naam van hun god.

Waarom doen zoveel mensen niet aan kritisch denken? Religie en wetenschap gaan niet samen, tenzij het de bestudering van het merkwaardige fenomeen van godsgeloof betreft. Wellicht biedt religie mensen inderdaad troost, hoop en een manier om te gaan met moeilijkheden in het leven. Dat perspectief toont de zwakte van de mensheid; kennelijk kunnen veel mensen de hardheid van het leven zonder een vals godsidee niet aan.

Als mensen in een god, de ziel van de natuur, of de echtheid van goochelaars willen geloven, is dat natuurlijk prima zolang ze anderen daar niet te zeer mee lastigvallen. Maar voor een kritiekloos respect voor religie, voor privileges voor gelovigen en zeker voor geweld of dwingelandij uit naam van een god zou geen plaats meer moeten zijn.

Op zaterdag 18 juni 2022 organiseert vrijdenkersvereniging De Vrije Gedachte de jaarlijkse Anton Constandselezing. Historicus Bert Gasenbeek zal deze lezing verzorgen. Tevens wordt publicist Lale Gül uitgeroepen tot vrijdenker van het jaar. Aanmelden kan hier.