Voormalig radicale moslim in de bres voor de Verlichting

27 juni 2022Leestijd: 6 minuten
Dyab Abou Jahjah. Foto: ANP

Het nieuwste boek van Dyab Abou Jahjah, Verlichting onder vuur, is een bundeling van persoonlijke historie, ervaringen en zijn perspectief op identiteitspolitiek. Sommige gedeelten zijn lastiger om door te komen, maar de Vlaams-Libanese denker deelt interessante gedachten met de lezer, zo schrijft criminoloog Bart Collard op EW Podium.

Bart Collard (1988) heeft een master opsporingscriminologie afgerond. Momenteel volgt hij een master contraterrorisme in Israël. Tevens werkt hij aan een proefschrift over islamitisch terrorisme aan de Universiteit Leiden.

EW Podium publiceert opinies van jonge schrijvers, die vanuit eigen onderzoek, expertise of werkervaring bijdragen aan het debat. Plaatsing hoeft geen redactionele instemming te betekenen.

Abou Jahjah benoemt hoe hij tussen 2000 en 2008 ‘staatsvijand nummer één’ werd in België. Hij was namelijk de medeoprichter van de Arabisch-Europese Liga. In 2009 remigreerde hij naar Libanon, een jaar voordat de ‘Arabische Storm’ zou oplaaien vanuit Tunesië. Abou Jahjah had nauwe banden met de ‘ideologische’ Hezbollah, die in Nederland als een terroristische organisatie wordt gezien, en Amal, ‘een gematigde islamitische organisatie’, ‘een Libanese communautaire partij […] die deel uitmaakt van de heersende maffia’. Abou Jahjah: ‘De eerste keer in mijn leven dat ik ooit een machinegeweer droeg, was als dertienjarige met de militie van [de] Amal-beweging.’

Hezbollah en Amal

Na de eerste contacten met Hezbollah in 2001, ontmoette Abou Jahjah hun toenmalige – en huidige – leider Sayyid Hassan Nasrallah. ‘In de loop der jaren was ik de meest ingewijde onder de buitenstaanders geworden.’ Toen een vriend werd gearresteerd door de Syriërs regelde Hezbollah zijn vrijlating. Een paar dagen later werd de man wederom aangehouden en weer ontmoette Abou Jahjah  een Hezbollah-leider. Die laatste legde de zaak die dag nog voor aan Nasrallah. Abou Jahjah werd verzocht een brief te schrijven die Nasrallah die avond nog zou meenemen op bezoek bij de Syrische president Assad. Twee dagen later kwam de gevangene vrij.

Abou Jahjah schrijft over zijn relatie met Hezbollah: ‘Zolang Hezbollah mij beschermde, was ik onaantastbaar. Ik kon zeggen en doen wat ik wilde.’ Maar door ideologische verschillen verloor hij zijn bescherming en moest zelfs voor zijn leven gaan vrezen. Uiteindelijk besloot hij met zijn gezin terug te verhuizen naar België.

Islamisme en rechts-extremisme: twee vijanden van de Verlichting

Abou Jahjah stelt in zijn boek dat zowel woke als islamisme en rechts-extremisme vertrekken vanuit een anti-verlichtingsagenda. Hij ziet vooral het ‘vastgelopen [politieke] midden’ als oorzaak voor de aantrekkingskracht van die bewegingen: ‘Extremisten leggen de vinger op de wonde. (…) De wonde is ons totale falen om op te komen voor de Verlichting en haar blijvend te actualiseren.’

Abou Jahjah benoemt dat hij eerder een radicale activist was, maar dat zijn perspectief op de wereld is veranderd. Hij gelooft niet in Allah, houdt zich daarom niet aan gebruikelijke islamitische tradities of voorschriften, maar ziet zich als een ‘cultureel moslim’.

Abou Jahjah wijst erop hoe sommige feiten in progressieve kringen worden vermeden. Bijvoorbeeld hoe goed migranten het in België en Nederland hebben vergeleken met in andere landen in de wereld. Of hoe moslims ‘pioniers waren van de slavernij in Afrika ten zuiden van de Sahara, en vooral dat moslims miljoenen Europeanen in slavernij hebben gebracht’.

Ook niet-politieke moslims kunnen gewelddadig zijn

Emeritus hoogleraar Bassam Tibi onderscheidde twee vormen van islamisme: institutioneel islamisme en jihadisme. Het doel van deze vormen is hetzelfde – om een wereldwijde politieke orde te creëren op basis van islam – maar het middel daartoe verschilt. Die eerste vorm handelt geweldloos, en zoveel mogelijk binnen de kaders van het niet-islamitische staatssysteem. De tweede vorm hanteert de gewapende jihad. Ik onthoud me hier van de discussie wat islam precies is, en of islam niet per definitie politiek is; daar is dit niet de plaats voor. Abou Jahjah vat de kern van het islamisme samen als ‘het idee dat de heerschappij voor God moet zijn, via een theocratie’. De staat is van Allah en zijn wil dient te geschieden op aarde. Abou Jahjah wijst erop dat ook bij niet-politieke maar wel orthodoxe moslims (bijvoorbeeld salafisten) geweld een probleem kan zijn.

Maar volgens Abou Jahjah heeft het jihadisme van IS niets gemeen met islam. Oude koranverzen moeten worden gezien in de context van de tijd. Toch is hij kritisch:

De hoofdstroom van de islamisten en zelfs de hoofdstroom van de islamitische theologie staan echter nog steeds afwijzend tegenover gelijk rechten voor iedereen en dringen aan op verschillende vormen van discriminatie van niet-moslims.

Cultuurmarxisme, The Great Reset en omvolking

Cultuurmarxisme wordt internationaal per definitie als complottheorie geclassificeerd, maar Abou Jahjah stelt dat dit onterecht is. Hij ziet cultuurmarxisme als een marxistische stroming die het ‘gramsciaanse idee aanhangt’ dat ‘cultuur, discours en ideologie iets invloedrijker zijn [dan economie] bij het bepalen van de uitkomst van een machtsstrijd’. Cultuurmarxisme, niet bezien als samenzwering (dat is ‘dwaas en gevaarlijk’), ziet Abou Jahjah zelfs als ‘volkomen gezond’. Hij stelt:

Er heeft een culturele verschuiving plaatsgevonden binnen het marxisme, en die culturele verschuiving heeft de marxistische theorie in academische kringen nieuw leven ingeblazen, en ja, het heeft veel voortgebracht van wat we tegenwoordig politieke correctheid noemen.

Op dezelfde genuanceerde manier maakt Abou Jahjah onderscheid tussen het hebben van meer progressieve ideeën en het radicale woke-gedachtengoed. Er bestaat immers ook een streven naar sociale rechtvaardigheid zonder een extremistische ideologie.

Abou Jahjah constateert: ‘Terwijl gelijkheid (BC: sociale rechtvaardigheid) is geworteld in gelijke kansen en billijkheid, streef equity (BC: woke) naar gelijke uitkomst en positieve discriminatie.’ Ik vraag me af of gelijke kansen haalbaar en wenselijk zijn. Is dat niet slechts mogelijk in een meer totalitaire maatschappij? Misschien zou het streven moeten zijn dat iedereen toegang tot gelijke kansen heeft.

Abou Jahjah wijst erop dat ook de samenzweringtheorie van The Great Reset een kern van waarheid bevat:

Er is een streven van bedrijfselites die multinationale ondernemingen leiden en willen ontsnappen aan de controle van democratische instellingen door zich aan de soevereiniteit van de natiestaat te onttrekken. Daarnaast is er de globalisering zelf als economisch, geopolitiek en vooral cultureel proces, dat de grondslagen van nationale identiteit en nationale soevereiniteit aan het wankelen brengt.

Lees ook van Bart Collard: Privileges van gelovigen zijn onterecht

Abou Jahjah volgt dezelfde logica omtrent de omstreden omvolkingstheorie. Een anti-westerse samenzwering doet hij af als onzin, maar hij meent dat het te stellen is dat ‘in Europa een etnische verschuiving plaatsvindt, waarbij de autochtone bevolking haar meerderheid en haar dominante positie verliest, vooral in grote stedelijke centra’. Abou Jahjah stelt namelijk dat er zoiets is als een native claim, een recht van oorspronkelijke bewoners als ‘baas’ in ‘eigen land [die] altijd een voorkeursbehandeling moet[en] krijgen’. Over Europa stelt hij in dat kader:

De Europese blanken (…) zijn de inheemse bevolking van dit continent. Daarom hebben hun cultuur en manier van leven een legitimiteit die blanke Amerikanen niet kunnen claimen.

Is het niet vreemd om huidskleur een rol te laten spelen bij het maken van aanspraak op een gebied? Maar zelfs als we huidskleur vertalen naar afkomst: waarom zou ik meer aanspraak op Nederland maken dan een in Nederland geboren man, met Nederlandse nationaliteit, maar met Surinaamse ouders? In een interview door journalist Wierd Duk verduidelijkt Abou Jahjah zijn standpunt hierover:

Ik heb het over de erkenning van de culturele voorrechten van inheemse volkeren en een actievere bescherming van hun erfgoed. Dit betekent niet dat een autochtone burger en een migrant of kind van een migrant niet gelijke rechten hebben. [… Maar] in een natiestaat moeten wij erkennen en accepteren dat de autochtone gemeenschappen er een cultureel privilege genieten.

Originele inzichten

Er is een connectie tussen Dyab Abou Jahjah’s eigen verhalen en de politieke ideeën die hij deelt in zijn boek. Soms vraagt de lezer zich echter af welk doel een hoofdstuk of paragraaf dient of waar het naartoe werkt. Desondanks komt Abou Jahjah met een aantal scherpe analyses en hij schuwt geen taboes. Hij lijkt in geen hokje te passen. Wanneer men hem progressief acht, komt hij conservatief uit de hoek. Wanneer hij religie lijkt te verdedigen, blijkt hij niet te geloven. Wanneer hij rechts oogt, neemt hij een links standpunt in. Verlichting onder vuur levert interessante inzichten op, zowel in de mens Abou Jahjah als in zijn politieke standpunten.

Dyab Abou Jahjah, Verlichting onder vuur. Woke, extremisme, extreemrechts (Ertsberg 2022), 280 pp., € 26,95/€ 12,95 (e-book).