JOVD: maak Europees Parlement na 70 jaar écht democratisch

23 december 2022Leestijd: 5 minuten
Plenaire vergadering Europees Parlement. Foto: EPA/JULIEN WARNAND

Na zeventig jaar worstelt het Europees Parlement nog steeds met zijn zichtbaarheid en zijn democratische rol. Hoog tijd om dat parlement nu echt tot de kroon te maken op een democratische Europese Unie, schrijven JOVD-voorzitter Michiel Suijker en vicevoorzitter Nick Hoekstra op EW Podium.

Michiel Suijker (L, 1998) studeert fiscale economie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en heeft gewerkt aan de universiteit en in een family office op fiscaal gebied. Hij is voorzitter van de JOVD, de jongerenorganisatie gelieerd aan de VVD. 

Nick Hoekstra (R, 1998), woont in Den Haag, masterstudent International Politics aan de Universiteit Leiden met speciale interesse in geopolitiek en conflict studies. Landelijk Vicevoorzitter van de JOVD en bestuurslid Opleiding en Talentmanagement.

EW Podium publiceert opinies van (veelal beginnende) schrijvers, die vanuit eigen onderzoek, expertise of werkervaring bijdragen aan het debat. De opinies hoeven niet overeen te komen met die van de redactie.

Het Europees Parlement vierde in 2022 zijn zeventigste verjaardag. Zeventig jaar eerder werd de eerste Gemeenschappelijke Vergadering gehouden van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, de voorloper van de Europese Unie. Terwijl aan de overkant van de Noordzee kroonprins Charles na zeventig jaar wachten eindelijk zijn rol als koning kon gaan invullen, lijkt het Europees Parlement nog door te moeten worstelen met zijn democratische rol en zichtbaarheid. Het is hoog tijd, vindt de JOVD, dat de rol van het Europees Parlement nu eens echt de kroon wordt op het werk van de Europese Unie.

De Europese Commissie: alles voor het volk, niets door het volk

Elke vier jaar verkiezingen, stemmen op kandidaten die jou weten te overtuigen om tot slot ministers te controleren en met voorstellen te komen die aansluiten op wat jijzelf belangrijk vindt. In Nederland vinden we dit heel gewoon. Sinds de instelling van onze Tweede Kamer in 1815, en zeker sinds de democratische hervormingen van 1848 (Grondwet) en 1917/1919 (algemeen mannen- respectievelijk vrouwenkiesrecht) is dit globaal hoe ons electorale proces eruitziet.

Heel logisch zou je denken, maar zo gaat het niet in de Europese Unie. Dat verkiezingen zich daar elke vijf in plaats van vier jaar voordoen, is nog het minste verschil. De 705 Europarlementariërs missen de democratische slagkracht die hun collega’s in nationale parlementen wel hebben. Een lid van het Europees Parlement mag alleen, in samenwerking met de Raad van Ministers, beslissen over wetsvoorstellen van de Europese Commissie. Zelf kunnen Europarlementariërs geen wetten initiëren en voordragen voor stemming, niet in het Parlement en niet bij de Commissie.

René van Rijckevorsel over corruptieschandaal Europees Parlement: Corrupte socialisten zetten Europese Unie voor schut

Best vreemd, vooral als je beseft dat het Europees Parlement het enige instituut is binnen de Brusselse moloch waarvan wij zelf de samenstelling kiezen. De Europese Unie opereert vooral als verlicht despoot: alles voor het volk, niets door het volk. Juist dat ondermijnt de democratische fundering en vooral waardering waarmee de Unie de afgelopen jaren zo heeft geworsteld. Want wie laat Europeanen nou stemmen op kandidaten, lijsten en visies voor de Europese Unie terwijl je die visies helemaal kunt omzetten in beleid? Europarlementariërs kunnen hooguit een visie zoals uitgezet door de Commissie wegstemmen, in een bijzonder omslachtige procedure.

Waar de Commissie een politiek onafhankelijke uitvoerder had moeten zijn, zet zij nu juist de politieke lijn uit. Tegelijkertijd is het parlement, de verkozen politieke arena waar visies op de EU met elkaar wrijven en uiteindelijk zouden moeten versmelten tot nieuw beleid, gereduceerd tot een stemmachine als bij een referendum: voor of tegen.

Het is alles of niets bij controle van Europese macht

In het Nederlandse politieke landschap is het aftreden van ministers bijna net zo alledaags als moties, vragenuurtjes en stemrondes. Een bonnetje kwijt, een sterk verhaal over een datsja of een mislukte evacuatie na negentien jaar investeren in vrijheid: onze volksvertegenwoordigers kunnen een minister niet alleen ter verantwoording roepen, met regelmaat worden ze ook de laan uit gestuurd. Uiteraard is er kritiek te geven op de totale deflatie in moties van wantrouwen aan de uiterst rechtse kant van de Tweede Kamer, maar een democratisch verkozen waakhond moet wel tanden hebben om van zich af te bijten.

Luister ook de nieuwste aflevering van EU-podcast BruXL met René van Rijckevorsel (tekst gaat hieronder verder):

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Vergeleken met menig nationaal parlement in de 27 lidstaten is het Europees Parlement toch vooral een puppy met melktandjes. Om echt hard van zich af te bijten moet het bijzonder veel moeite doen. Het Parlement kan namelijk alleen de gehele Europese Commissie naar huis sturen, wat zou leiden tot een regelrechte bestuurlijke crisis in Brussel. De bevoegdheid om individuele Eurocommissarissen weg te sturen is het Parlement niet gegund. Gevolg: de lat om de Commissie ter verantwoording te roepen ligt te hoog.

Twee cadeaus voor een jarig Europees Parlement

Nu het Europees Parlement dit jaar zeventig is geworden, mogen we veronderstellen dat het oud en volwassen genoeg is om het democratische heft in eigen handen te nemen. Willen we een Europese Unie die toekomstbestendig is, waarin Europeanen het gevoel hebben dat hun vijfjaarlijkse stem wordt gehoord, een Europa dat het hoofd biedt aan populisten en verlichte autocraten en vooral een Europa waar de democratie werkt, dan moeten we deze twee grote problemen, gebrekkige slagkracht en beperkte controle, aanpakken.

De JOVD biedt naast het stellen van de problemen dan ook graag twee concrete oplossingen. Verjaardagscadeaus. Het eerste is dat Europarlementariërs het recht krijgen wetgeving te initiëren. Zo maken we parlementsleden slagvaardiger, de Commissie minder politiek en het systeem duaal: zowel de Commissie als het parlement kan voorstellen doen die de ontwikkeling van de Unie versterken.

Een tweede cadeau voor Europarlementariërs zou het recht zijn individuele Commissieleden naar huis te sturen. Alleen dan kan het Europees Parlement zijn controlerende taak goed uitvoeren. Zonder de overdreven druk van een dreigende totale EU-crisis kunnen technocratische bestuurders toch worden gewezen op democratisch gewenste maatregelen. Alleen een Unie waarin het democratisch verkozen orgaan de leidende rol inneemt is een Unie die kan verbinden, inspireren en ontwikkelen. Als je wilt dat mensen de waarde van de Europese Unie inzien, geef ze dan het gevoel dat hun stem er werkelijk toe doet.

Een Europese Unie die ook de komende zeventig jaar de 450 miljoen inwoners vrijheid, stabiliteit en ontwikkeling biedt, kan alleen een Unie zijn met de overtuiging van een democraat, niet die van een verlicht despoot. Waar wat voor het volk wordt gedaan, ook door het volk wordt gekozen. Waar de stem en de wensen van al die inwoners liggen bij het orgaan dat ze zelf kiezen: een serieus te nemen, echt parlement.