Is de omikronvariant een zegen of een gevaar?

05 januari 2022Leestijd: 3 minuten
Boosterprik halen in vaccinatielocatie van GGD Hollands Midden. Foto: ANP

Het RIVM meldt de afgelopen weken een ‘razendsnelle’ toename van het aantal besmettingen met de omikronvariant. Tussen 28 december en 4 januari is ondanks de lockdown het aantal meldingen van positieve coronatests zelfs met 35 procent gestegen. Hoe erg is dat?

De eerste berichten uit landen waar de omikronvariant al langer dominant is, zijn voorzichtig optimistisch: de variant lijkt weliswaar besmettelijker, maar besmette mensen worden minder vaak ernstig ziek. Zo meldt het Verenigd Koninkrijk op basis van recente ziekenhuiscijfers dat het risico op een ziekenhuisopname ongeveer de helft lager ligt dan bij de deltavariant. En Deense cijfers laten zien dat maar 0,7 procent van de besmette mensen in het ziekenhuis belandt, ten opzichte van 1,1 procent bij de deltavariant.

Daarnaast laten diverse laboratoriumonderzoeken zien dat de omikronvariant zich vooral vermenigvuldigt in de bovenste luchtwegen en de longen minder infecteert. Het zijn bevindingen die suggereren dat de variant minder in staat is om zware schade in het lichaam aan te richten. ‘Een goede zaak,’ zei de Belgische viroloog Marc Van Ranst, die denkt dat deze variant mogelijk een virus kan worden ‘waarmee we kunnen leren leven’.

Nog te vroeg voor harde conclusies over omikronvariant

Maar diverse experts waarschuwen voor te veel optimisme. Als wordt gekeken naar de druk op de zorg – een belangrijke parameter in het Nederlandse beleid – dan zou de grotere besmettelijkheid het mildere beloop wel eens teniet kunnen doen. Want als er meer mensen besmet raken met een mildere variant, belanden er uiteindelijk misschien wel net zo veel of zelfs meer mensen in het ziekenhuis.

Bovendien is het volgens experts nog te vroeg om harde conclusies te trekken op basis van de informatie die er tot nu toe beschikbaar is. Zo bieden de resultaten uit het lab geen garantie voor de situatie die zal gaan ontstaan in de echte wereld. Daarnaast is het nog de vraag wat de resultaten van de onderzoeken uit andere landen precies zeggen. Het zijn vooralsnog bijvoorbeeld vooral relatief jonge mensen die besmet raken, terwijl juist hoge leeftijd een belangrijke risicofactor is voor een slechter verloop.

Ook minder goed nieuws in de onderzoeken

Bovendien zijn er nogal wat verschillen tussen landen aan te wijzen. Het Outbreak Management Team (OMT) schrijft in het meest recente advies aan het kabinet dan ook: ‘Observaties uit verschillende landen zijn lastig een-op-een te extrapoleren naar ons land, vanwege verschillen in bevolkingsopbouw, vaccinatiegraad, gebruikte vaccins, boostervaccinaties, (eerdere) infectiegraad en de mix van infecterende variantvirussen.’

Wat staat u in 2022 te wachten? In de speciale uitgave Vooruitblik 2022 kijkt de redactie van weekblad EW naar de politieke, economische en culturele ontwikkelingen in het nieuwe jaar.

Bestel de uitgave voor € 6,99 op shop.ewmagazine.nl (gratis verzending).

En de onderzoeken laten ook minder goed nieuws zien: de vaccineffectiviteit tegen de omikronvariant is lager, zowel tegen besmetting als tegen een ernstige ziekte met een ziekenhuisopname tot gevolg. Een boosterprik helpt de bescherming weer op te krikken, maar de vraag is voor hoelang. Als wordt gekeken naar het voorkomen van milde ziekte, dan suggereren Britse cijfers dat de effectiviteit van de booster na tien weken alweer flink afneemt. De effectiviteit tegen ziekenhuisopname houdt langer aan, maar neemt naar verwachting ook sneller af dan bij de deltavariant.

Daar komt nog bij dat niet iedereen een boosterprik haalt. Volgens demissionair CDA-minister van Volksgezondheid Hugo de Jonge is de opkomst tot nu toe lager dan hij had gehoopt. In maar enkele leeftijdscategorieën wordt een opkomst van 80 procent gehaald, terwijl hij op minstens 90 procent had gehoopt. Volgens het Vaccinatiedashboard heeft op dit moment nog maar 32 procent van de 18-plussers een booster gehad.

‘Een onaangename periode’ in aantocht

De Belgische viroloog Marc Van Ranst schetst dan ook een weinig optimistisch scenario voor de komende weken. Hij verwacht ‘een onaangename periode’ met ‘veel zieke mensen’ en een ‘brutale overbelasting’ van onder meer huisartsen en bijvoorbeeld wijkverpleging.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Het OMT komt vrijdag 7 januari weer bijeen om over de coronasituatie in Nederland te praten en een nieuw advies aan het kabinet te formuleren. Dat daarin versoepelingen van de huidige coronamaatregelen, die nog tot 14 januari gelden, worden opgenomen, lijkt onwaarschijnlijk.