Het raadgevend referendum is niet meer

10 juli 2018Leestijd: 2 minuten
Kajsa Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken - ANP

Het raadgevend referendum is officieel afgeschaft. De Eerste Kamer heeft het referendum dinsdag weggestemd, nadat een nipte meerderheid in de Tweede Kamer dat eerder dit jaar al deed.

Ook in de Senaat was een er een krappe meerderheid (van de 75 zetels). Behalve de 38 senatoren van de vier regeringspartijen stemde ook oppositiepartij SGP (twee zetels) voor het schrappen van het referendum.

Ollongren ging niet akkoord met wachten op afschaffing

Eerder spraken verschillende leden van de Eerste Kamer de wens uit de afschaffing van het raadgevend referendum voorlopig niet te behandelen en te bekrachtigen. Ze wilden dat het kabinet daar in ieder geval mee zou wachten tot 1 augustus. Op die datum oordeelt de rechter over de klacht van de beweging Meer Democratie, die boos is dat het kabinet een referendum over de afschaffing van het raadgevend referendum blokkeert.

Daar gaf minister van Binnenlandse Zaken Kajsa Ollongren (D66) geen gehoor aan: ‘Er is geen noodzaak, het is niet verstandig en ten sterkste af te raden,’ zei ze vorige week.

Onder meer 50Plus hamerde op uitstel. Senator Jan Nagel spreekt over een kwestie van ‘zuiverheid en fatsoen’ om te voorkomen dat er ‘brokken’ worden gemaakt.

Donorreferendum haalde het niet

Een handtekeningenactie over een allerlaatste referendum, dat ging over de donorwet, haalde het in juni overigens niet.

In februari loodste Ollongren de in het Regeerakkoord van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie afgesproken afschaffing van de referendumwet door de Tweede Kamer. Een raadgevend referendum bereikt niet het gewenste doel, vindt de minister. Bijna de hele oppositie was tegen, maar de intrekkingswet werd met 76 stemmen voor en 69 tegen aangenomen. Hoewel de SGP Ollongren steunde, was ook die partij – principieel tegenstander van referenda – kritisch over de intrekkingswet.