Gevoel van polarisatie neemt toe: hierover zijn Nederlanders bezorgd

29 maart 2019Leestijd: 4 minuten
ANP-67980864

Nederlanders zijn in het eerste kwartaal van dit jaar aanzienlijk minder positief geworden over de economie en het klimaat(beleid), meldt het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) in het eerste rapport Burgerperspectieven van 2019. Er zijn ook zorgen over ‘de manier van samenleven’, immigratie en integratie. Hoewel velen denken dat meningsverschillen toenemen, ziet het SCP daarvoor geen aanwijzingen. Vier opvallende bevindingen.

Ten opzichte van het laatste kwartaal van 2018 geven minder Nederlanders de economie een voldoende: 78 procent, terwijl dat vorig kwartaal nog 85 procent was. Ook verwacht nog maar tweederde van de inwoners dat het met de economie het komend jaar beter gaat, dat was eerst 78 procent. Bovendien is het aandeel van Nederlanders die vinden dat het land ‘de verkeerde kant opgaat’ gestegen van 48 naar 58 procent. Over de afgelopen tien jaar bekeken, zijn Nederlanders niet minder tevreden dan gemiddeld, voegt het SCP eraan toe.

Zorgen over klimaat(beleid) en de kosten daarvan

Een belangrijke factor voor somberheid over zowel de economie als waar het heengaat met het land is volgens het SCP het onderwerp milieu en klimaat. Meer Nederlanders noemen het onderwerp spontaan als hun wordt gevraagd naar de belangrijkste problemen en agendapunten voor de politiek. Hoewel klimaat en milieu nog niet in de top-3 van meest genoemde kwesties staat, vindt het Planbureau de toegenomen aandacht wel de meest opvallende ontwikkeling van het afgelopen kwartaal.

Lees ook deze column van Philip van Tijn:

Wat er misging vóór 20 maart 2019

Die bezorgdheid is tweeledig: sommigen maken zich zorgen over de desastreuze gevolgen die klimaatverandering voor hun leefomgeving en de aarde zou hebben, anderen zijn vooral bezorgd over klimaatbeleid: sommigen vinden dat de maatregelen niet ver genoeg gaan, maar veel meer Nederlanders vinden dat de kosten van de klimaatmaatregelen burgers op te hoge kosten jagen. Opvallend is verder dat hoogopgeleiden klimaat en milieu twee keer vaker (30 om 15 procent) noemen als een probleem dan lageropgeleiden.

Zorgen over manier van samenleven, immigratie en integratie

Hoewel het klimaat de ‘probleemranglijst’ dus met stip is binnengekomen, is dat onderwerp bij lange na niet de grootste bron van zorg. Het meest genoemd zijn zorgen over immigratie en integratie – de komst van asielzoekers, vluchtelingen en de integratie van minderheden – en de manier van samenleven. Daaronder worden kwesties als ‘groeiende onverdraagzaamheid’, asociaal gedrag en ‘de ik-cultuur’ verstaan. Een opmerkelijke kloof is daarbij te zien tussen hoog- en laagopgeleiden: bijna de helft van de hogeropgeleiden maakt zich zorgen over de manier van samenleven, onder laagopgeleiden is dat nog geen kwart.

Het coververhaal van vorige week gemist? Lees het hier terug: De Nederlandse burger is boos!

Kort na deze onderwerpen volgt ongerustheid over de economie, vooral als het gaat om armoede en inkomensverschillen (33 procent). Andere prioriteiten die in het rapport worden genoemd, zijn gezondheidszorg, in het bijzonder ouderenzorg (27 procent), en criminaliteit (23 procent). Opvallend is dat criminaliteit en veiligheid door 55-plussers veel vaker dan gemiddeld worden genoemd als problemen.

Meer steun voor demonstreren en protesteren

Het SCP ziet ook toenemende steun voor protestacties, al maken Nederlanders wel een onderscheid tussen (zit)demonstraties en heviger vormen van protest. De eerste wordt door pakweg zeven op de tien van de burgers goedgekeurd, terwijl maar 7 procent bijvoorbeeld de gemeenteraad zou verstoren of een gebouw zou bezetten. Meer dan de helft van de Nederlanders keurt dat af.

Dat er de laatste tijd voor allerlei doelen wordt geprotesteerd, blijkt wel uit een opsomming die het SCP geeft: demonstraties vóór en tegen Zwarte Piet, het bijvoeren van de grote grazers in de Oostvaardersplassen, verzet tegen de komst van windmolens, en de voortdurend terugkerende ‘gele hesjes’ en ‘klimaatspijbelaars‘. Al met al zegt 54 procent van de ondervraagden bereid te zijn om ‘iets te doen als de Tweede Kamer met een onrechtvaardige wet bezig zou zijn’. Linkse stemmers zijn daartoe veel vaker geneigd (bijna 70 procent) dan centrum en rechtse stemmers (zo’n 50 procent).

Vragen over de vrijheid van meningsuiting leveren eveneens opvallende cijfers op. 56 procent van de Nederlanders wil dat die krachtiger wordt beschermd, terwijl 67 procent vindt dat die ‘niet zover mag gaan dat mensen worden gekwetst’. Politieke kleur is daarbij van groot belang: 79 procent van stemmers op PVV of Forum voor Democratie – die het planbureau categoriseert als één groep – wil meer bescherming van de meningsvrijheid, terwijl slechts 38 procent van de D66-stemmers dat wil.

Nederlanders denken dat polarisatie toeneemt

Driekwart van de Nederlanders denkt dat meningsverschillen over maatschappelijke kwesties heviger worden. Bijna de helft van de kiezers ervaart een sterke druk om uitgesproken stelling te nemen vóór of tegen vluchtelingen, en dat een ‘middenpositie’ in dat debat onmogelijk is.

CBS: bijna 90 procent van de Nederlanders is gelukkigVolgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) hebben in 2018 negen op de tien volwassenen aangegeven dat ze tevreden zijn met hun eigen leven. Over de stand van Nederland lopen de meningen meer uiteen: zes op de tien is optimistisch over de stand van het land, de rest is pessimistisch of zeer pessimistisch. Daarbij horen relatief veel ouderen en laagopgeleiden, terwijl jongeren het meest positief zijn. Ook bleek vorige week dat Nederland op de vijfde plaats staat op de wereldwijde ‘geluksranglijst’ World Happiness Report van de Verenigde Naties. De Scandinavische landen Finland, Denemarken, Noorwegen en IJsland staan boven Nederland.

De tegenstellingen die volgens ondervraagden voor de meeste polarisatie zorgen, zijn standpunten over de multiculturele samenleving, migranten, vluchtelingen, Zwarte Piet of het klimaat. Veel ondervraagden vinden dat media zorgen voor verdeeldheid: liefst 70 procent legt de schuld daarvoor bij internet en sociale media, en 50 procent houdt traditionele media als radio, kranten en televisie daarvoor verantwoordelijk.

Het SCP benadrukt dat bevolkingsenquêtes geen aanleiding geven om te spreken van groter wordende meningsverschillen en verharding: ‘Er is over de hele linie geen sprake van afnemende overeenstemming in de publieke opinie.’ De stelling ‘Er zijn mensen die ik ben gaan haten om de standpunten die zij innemen’ werd in 2018 iets vaker onderschreven (16 procent) dan in 2012 (13 procent), maar minder vaak dan in 1970 (19 procent).