Het corona-herstelfonds doorgelicht: hoe worden miljarden verdeeld?

10 september 2020Leestijd: 2 minuten
Illustratiebeeld toont de gebouwen van de Permanente Vertegenwoordiging van Nederland in de EU. Foto: ANP

In de Tweede Kamer kreeg premier Mark Rutte (VVD)  woensdagavond een tweederde meerderheid achter het corona-herstelfonds, een miljardenpakket dat op de EU-top van eind juli na lang soebatten gestalte kreeg. Achter de schermen wordt hard gewerkt aan een verdeelsleutel. Hoe komt de verdeling over de lidstaten tot stand en waar haalt de EU al dat geld vandaan?

Het coronaherstelfonds – officieel Next Generation EU (NGEU) geheten – bedraagt 750 miljard euro: 360 miljard euro aan leningen en 390 miljard euro aan subsidies. Voor specifieke programma’s als ‘onderzoek’ en ‘klimaat’ ligt 77,5 miljard euro klaar. Dit deel komt volledig uit de subsidies.

Lees ook dit spraakmakende omslagverhaal van Jelte Wiersma: Geen stuiver extra naar Zuid-Europa

De rest van het geld, 672,5 miljard euro, is bestemd voor de 27 lidstaten. Uit het leningendeel wordt 360 miljard euro verdeeld, waarbij het uitgeleende bedrag dat een land ontvangt niet meer dan 6,8 procent van het bruto nationaal product (bnp) mag bedragen.

De overige 312,5 miljard euro gaan naar de diverse lidstaten volgens een verdeelsleutel waarover de Europese Commissie nog onderhandelt met de Europese Raad en het Europees Parlement. Om hiervoor in aanmerking te komen, moeten lidstaten een plan presenteren met een hervormings- en investeringsagenda voor de periode 2021-2023.

70 procent van 312,5 miljard euro in komende twee jaar uitgekeerd

Van die 312,5 miljard euro wordt 70 procent uitgekeerd in de jaren 2021 en 2022. In de verdeelsleutel daarvoor tellen vooral de bevolkingsomvang, relatieve welvaart en relatieve werkloosheid mee – de laatste twee ten opzichte van het EU-gemiddelde.

Over de overige 30 procent wordt, indien nodig, opnieuw onderhandeld in 2022, waarbij voor de verdeelsleutel opnieuw bevolkingsomvang en relatieve welvaart zullen meewegen. De indicator ‘relatieve werkloosheid’ wordt, ten opzichte van de eerdere verdeelsleutel, vervangen door de indicator ‘afname van het reële bnp van een lidstaat over het jaar 2020’. Deze 30 procent gaat in 2023 naar de lidstaten.

Waar komt al dat geld vandaan?

De EU zal het volledige bedrag van 750 miljard euro lenen op de kapitaalmarkten. De bedoeling is dat de leningen vanaf 2028  worden afgelost, over een periode van 30 jaar. Het volledige bedrag moet dus in 2058 zijn terugbetaald. De lidstaten lossen het leningendeel, 360 miljard euro, zelf af.

De 390 miljard euro aan subsidies betaalt de EU als collectief terug. Aan dit afbetalingsfonds gaat Nederland vanaf 2028 jaarlijks mogelijk 1 miljard euro bijdragen, al zal dit bedrag na verloop van tijd afnemen tot ongeveer 0,8 miljard euro in 2058, omdat het rentebedrag slinkt door het aflossen van de leningen.