Vermoord Amsterdams meisje (14) dit jaar achtste slachtoffer kinderdoding

29 december 2020Leestijd: 2 minuten
Man en kind dood in woning aangetroffen Amsterdam. Foto: ANP

Dit jaar zijn tot nu toe, dinsdag 29 december, 117 mensen het slachtoffer geworden van moord of doodslag. In 2019 vielen ook 117 slachtoffers. Het moordcijfer komt dus overeen met dat van vorig jaar, al stijgt het mogelijk nog licht. In bijna de helft van de gevallen gaat het om relationeel geweld, blijkt uit het doorlopende moordonderzoek van EW.

Maandagmiddag 28 december vond de politie in Amsterdam in een bovenhuis de lichamen van een 52-jarige man en zijn veertienjarige dochter. De man had het meisje doodgeschoten en zelfmoord gepleegd. Hij was net gescheiden en had een afscheidsbrief achtergelaten. Het meisje is het achtste slachtoffer van kinderdoding dit jaar.

Voor het doorlopende moordonderzoek registreert EW sinds 1992 alle gevallen van moord en doodslag. In de jaren negentig waren dat er gemiddeld 250 per jaar, tussen 2002 en 2011 gemiddeld 185 en in de jaren daarna gemiddeld 125.

Familiegeweld

Opvallend voor 2020 is het hoge aantal slachtoffers van relationeel geweld: 52 van de 117, ofwel 44,4 procent. In 2019 was dat ongeveer eenderde. In 2020 ging het, voor zover nu bekend, in 33 gevallen om partnerdoding, acht keer werden kinderen om het leven gebracht door hun ouder(s), en in elf gevallen betrof het ouderdoding, broedermoord of ander ‘familiegeweld’.

Een uitzonderlijke zaak was die op 28 maart in Etten-Leur. In haar huis lagen de lijken van Hikmet (65) en haar schoondochter Gülcan (31) met haar twee kinderen: Atakan (6) en Deniz (2). Ze waren gewurgd. De 33-jarige vader Onur K. was spoorloos, maar werd een paar dagen later in de buurt aangehouden. Hij is inmiddels onderzocht in het Pieter Baan Centrum. Het gezin kampte met schulden en was bij (groot)moeder ingetrokken.

Zelfdoding

Inclusief de 52-jarige man die in Amsterdam zijn veertienjarige dochter doodschoot en daarna zelfmoord pleegde, waren er in 2020 zeven gevallen van zogenoemde doding-zelfdoding. In vijf van die gevallen ging het om relationeel geweld. Zo schoot op 27 februari in Everdingen een 43-jarige politieman van de Landelijke Eenheid zijn partner (40) met zijn dienstwapen dood en daarna zichzelf. Bij de twee zaken van niet-relationele doding-zelfdoding ging het in één geval om de verdachte van een roofmoord en in één geval om de man die in Arnhem en Amersfoort twee voormalige ‘zakenpartners’ doodschoot en zelfmoord pleegde toen een arrestatieteam hem wilde aanhouden.

Doorgaans zijn vrouwen en kinderen het slachtoffer van doding-zelfdoding, concludeerde de Leidse criminoloog Marieke Liem in 2010 in haar proefschrift Homicide followed by suicide. Meestal gaat het om partnerdoding en maken de daders gebruik van een vuurwapen. De kans op zelfdoding is groter als de dader lijdt aan een depressieve stoornis. Ook sociale isolatie is een risicofactor. Ouderdodingen en broer/zus-dodingen eindigen zelden in een zelfdoding van de dader. Soms overleeft de dader de zelfmoordpoging. Voor de moordlijst tellen zelfdodingen niet mee. Het aantal gevallen van doding-zelfdoding schommelt rond de negen per jaar.

Begin 2021 publiceert EW de volledige moordlijst.