Premium Lock Hoe natuur en boerenbedrijf kunnen samengaan

11 augustus 2021Leestijd: 13 minuten
Melkveehouder en adviseur Eric Kleissen hield op een ‘plank-gas-boer’ te zijn. Foto: Reyer Boxem

Om te voorkomen dat boeren en natuur elkaar nog langer verstikken, zal het land opnieuw worden verkaveld. ‘Voor iedere boer is plek, alleen niet altijd op de plek waar hij nu zit.’

Het heeft iets van een bekering, zoals hij er over praat. Vroeger was hij zo, nu is hij zo. Vroeger, zegt Eric Kleissen (55) op het terras van zijn boerderij in het sappig groene Twentse land, was ook hij wat ze noemen een ‘plank-gas-boer’. Melken, melken, melken. Produceren en nog eens produceren, geheel volgens het naoorlogse adagium: Nooit meer honger. ‘Mijn grootvader deed het zo, mijn vader ook en zelfs mijn zoon heeft het nog zo gedaan.’

Karikatuur

Lees alles over de toekomst van het boerenbedrijf in ons stikstofdossier

En nu? Met 170 koeien zijn vader en zoon Kleissen nog steeds grote melkveehouders. Maar er is wel iets fundamenteel veranderd in de bedrijfsvoering van hun maatschap. Zo’n 20 hectare van hun land in Rossum en elders is nu bestemd voor agrarisch natuurbeheer: geen efficiënt ‘grasfalt’ meer, maar kruidenrijk grasland dat beter is voor de biodiversiteit én de koe en de bodem weerbaarder maakt tegen de extremen van het veranderende klimaat: langdurige droogte of juist regenval.

Het betekent minder koeien, maar ook minder werk. Minder maaien, niet of nauwelijks nog bemesten. Daar staan vergoedingen tegenover, maar zeker zo belangrijk: minder productiestress. ‘Toen ik vanochtend buiten kwam, zag ik reeën en fazanten. Ik zie ook steeds meer vlinders! Vroeger had ik daar echt geen oog voor.’

Van de grazige weides van Twente naar het vertrapte gras van het Haagse Malieveld is een flinke sprong. Maar niet zo groot als het lijkt. Ze belichamen de twee uitersten in misschien wel het meest beladen onderwerp van deze tijd: de toekomst van de Nederlandse boer.

Boze boeren zijn al bijna twee jaar dominant in de beeldvorming

Aan de ene kant staan de boeren die, zoals Eric Kleissen, verandering omarmen en uitdragen naar andere boeren (zie ‘Minder zorgen en werk, meer geld’). Aan de andere kant de boeren die met man en macht en niet te vergeten hun trekkers in het geweer komen tegen wat zij zien als de ondergang van hun bedrijf.

Eric Kleissen: boeren kunnen deel worden van de oplossing. Foto: Reyer Boxem

Eric Kleissen (55)

‘Minder zorgen en werk, meer geld’

Eric Kleissen is geen boze boer, maar een hoopvolle. Dat heeft z’n redenen. De kleinkinderen krioelen over het zonneterras van de imposante boerderij in het Twentse Rossum, tijdens het gesprek wordt er een kalfje geboren – en bovenal is Kleissen er hartstochtelijk van overtuigd dat voor boeren niet de ondergang wenkt, maar een grote kans.

 

Op de plek waar al sinds de veertiende eeuw wordt geboerd, drijft hij met zijn zoon een melkveehouderij met 170 koeien en 20 hectare agrarisch natuurbeheer. Hij was zes jaar CDA-wethouder in Dinkelland en is senior adviseur omgevingsmanagement voor ingenieursbedrijf Aveco de Bondt. In die rol helpt hij boeren bij Natura2000-gebieden die klem zitten, aan een nieuw perspectief.

 

In feite moeten die boeren de stap maken die Kleissen zelf zette. Stoppen met ‘plank-gas-boer’ zijn (‘Zoveel mogelijk melken, verder geen gelul’), en de bedrijfsvoering structureel veranderen. Minder koeien, meer agrarisch natuurbeheer. ‘Daar wordt de exploitatie niet minder van,’ zegt Kleissen. Sommige van ‘zijn’ boeren gaan er tienduizenden euro’s op vooruit.

 

Reductie van de veestapel is geen doel op zich, wel het resultaat: zo’n 20, 30 procent. Maar omdat de boeren zich niet steeds weer in de schulden hoeven te steken voor wéér een grotere schuur, én omdat ze worden betaald voor hun bijdrage aan het provinciale natuurbeheerplan, gaan ze er toch op vooruit.

 

Kleissen: ‘De markt is een veel grotere bedreiging voor de boer dan de overheid. De wereldmarkt betaalt niet en gaat dat niet doen. De marges op een liter melk worden steeds kleiner. Laten we daar eerlijk over zijn. Je concurreert met Texas en Nieuw-Zeeland. Dat verlies je.

 

‘Dat is het systeem waarin boeren klem zitten. Natuurbehoud wordt gezien als een bedreiging, maar het is een kans! Minder zorgen, minder werk, meer geld. Ja, de boer moet zijn productie verminderen, maar hij gaat maatschappelijke diensten leveren waarvoor hij krijgt betaald. Hij produceert natuur voor de omgeving. Dat wordt deels zijn nieuwe verdienmodel. Hij is niet meer het probleem, maar deel van de oplossing.’

De laatsten – de boze boeren – zijn al bijna twee jaar dominant in de beeldvorming, sinds op 29 mei 2019 de ‘stikstofcrisis’ losbarstte. Ze trekken geregeld naar het Malieveld en hebben sinds maart zelfs een eigen partij in de Tweede Kamer: BoerBurgerBeweging van ­Caroline van der Plas. ‘Triple B’ is nu al goed voor vijf virtuele zetels. Dat zegt iets over de boosheid en de zorgen. Een enquête van agrarisch weekblad Nieuwe Oogst laat zien dat de verhouding boeren die wel en niet demonstreren, fiftyfifty is.

Premium Lock

Laden…

Premium Lock

Word abonnee en lees direct verder

Al vanaf €15 per maand leest u onbeperkt alle edities en artikelen van EW. Bekijk onze abonnementen.

  • Bent u al abonnee, maar heeft u nog geen account? Maak die dan hier aan. Extra uitleg vindt u hier.

 

Premium Lock

Verder lezen?

U bent momenteel niet ingelogd of u hebt geen geldig abonnement.

Wilt u onbeperkt alle artikelen en edities van EW blijven lezen?

Bekijk abonnementen

Premium Lock

Er ging iets fout

Premium Lock

Uw sessie is verlopen

Wilt u opnieuw