Twee oude politieke opponenten samen aan de bak in Almere

In de Tweede Kamer stonden Sadet Karabulut en Ank Bijleveld vaak tegenover elkaar als politieke opponenten. Het toen­malige SP-Kamerlid diende diverse moties van wantrouwen in tegen de CDA-minister van Defensie. Dit voorjaar troffen ze elkaar onverwacht in ­Almere, waar Bijleveld sinds januari waarnemend burgemeester is en Karabulut sinds april ambtenaar. Een andere tijd en nieuwe rollen.

‘Ik bezocht een pand voor de opvang van Oekraïners en zag opeens Sadet. Ik vroeg: wat doe jij hier? Ze antwoordde: “Ik ben ambtenaar hier.” Dat was echt grappig,’ zegt Bijleveld (60) in haar werkkamer op het stadhuis in ­Almere, waar ook Karabulut aanschuift.

‘Ik wist wel dat Ank burgemeester was. Dus toen ik haar zag binnenkomen, dacht ik: oh ja natuurlijk, de burgemeester,’ zegt Karabulut (47), Programmamanager Vluchtelingen in Almere. ‘Er was veel te doen. En de crisisnoodopvang valt onder de burgemeester. We hebben een heel directe samenwerkingsrelatie.’

In de oude rolverdeling in Den Haag lag dat anders. Daar controleerde het ­Kamerlid de minister. Karabulut was misschien wel de grootste criticus van de minister van Defensie. ‘Ik legde de moties van wantrouwen van Sadet allemaal op een stapeltje,’ zegt Bijleveld nu op de haar kenmerkende luchtige toon.

Maar de motie die Karabulut op 15 mei 2020 indiende, leidde bijna tot Bijlevelds val als minister. Ze was ministerieel verantwoordelijk voor de daden van haar voorganger Jeanine Hennis (VVD). Het draaide allemaal om de zeker zeventig burgerdoden door de aanval van een Nederlandse F-16 op een bommenopslag in Hawija in Irak in 2015. Defensie bleek ten tijde van de strijd tegen terreurorganisatie Islamitische Staat veel te terughoudend te zijn geweest met het delen van informatie met de Tweede Kamer. Een politieke doodzonde. Karabulut eiste het aftreden van minister Bijleveld, maar een meerderheid verwierp haar motie.