Politieke besluiten lijken steeds meer op Russisch roulette

28 mei 2023Leestijd: 4 minuten
Maarten van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, tijdens het commissiedebat over Jeugdbeleid. (foto: ANP LEX VAN LIESHOUT)

Van Ooijen (CU), slechts 33 jaar oud, heeft in de afgelopen periode de aandacht getrokken met betrekking tot de kwestie van de achterstallige salarissen, bekend als backpay. Philip van Tijn benadrukt de vertraging in het betalen van deze salarissen aan weduwen van ambtenaren en KNIL-militairen uit Nederlands-Indië tijdens de periode 1942-1945.

In menig opzicht is de ChristenUnie (CU) een te respecteren partij, die meestal ook goede, deskundige en betrokken parlementariërs en bewindslieden voortbrengt. Ook als je je ernstig afvraagt of religie het uitgangspunt moet zijn van het credo en handelen van een politieke partij. Dat geldt voor de beide CU-ministers, Piet Adema en Carola Schouten, van wie de laatste ook nog Nederlands kampioen dossierkennis is. Nu heeft zij de treurige taak om als minister-voorbijganger een wet door de Eerste Kamer te loodsen, waaraan vele voorgangers een stuk van hebben gebreid: de veelbesproken Pensioenwet. Een slechte wet, die heel veel ellende zal veroorzaken. Maar het Regeerakkoord is heilig, al zul je dat woord bij de CU niet snel tegenkomen.

Maar daarover wil ik het vandaag helemaal niet hebben. Ik wil het hebben over de malle fratsen van de staatssecretaris voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Maarten van Ooijen (CU). Een broekie van net 33 jaar, maar vier jaar geleden als wethouder van Utrecht al verkozen tot Beste Jonge Bestuurder onder 40 jaar.

De gênante vertoning van BJB Maarten van Ooijen

Ik heb hem het afgelopen halfjaar nauwlettend gevolgd ter zake van de zogeheten backpay. In het kort: de uitbetaling van de achterstallige salarissen aan de weduwen van ambtenaren en KNIL-militairen in het toenmalige Nederlands-Indië in de periode 1942-1945. Hé, is dat niet een beetje laat? Ja, dat is het. Zijn er niet al heel veel rechthebbenden dood? Ja, dat gebeurt als je ruim driekwart eeuw als overheid niets doet. Maar is het in 2015 niet al geregeld, zoals Van Ooijen recent in de Tweede Kamer stelde? Nee, dat was een beetje jokken van Van Ooijen, want toen heeft de toenmalige staatssecretaris Martin van Rijn (die mij een fatsoenlijk man lijkt) er met pijn en moeite een regeling doorgedrukt voor alleen de (vrijwel uitsluitend manlijke) rechthebbenden die nog in leven waren, maar dus niet voor de overlevende weduwen. Dat geldt in de stukken als ‘voorlopige regeling’. Nog even voor de duidelijkheid: het gaat niet om een gunst, een afkoopsom (daar is deze regering heel goed in), barmhartigheid (het credo van de CU, maar niet als je Beste Jonge Bestuurder, BJB, bent), maar doodgewoon om achterstallig loon. En dan nog om een bedrag (25.000 euro per weduwe) dat in geen verhouding staat tot de realiteit, rente over tachtig jaar meegerekend.

En dan is er nog een rechterlijke uitspraak die de BJB aan zijn laars lapt. Er is nog veel meer gênants, zoals Van Ooijens stelling dat niet exact is na te gaan welke weduwen wel en welke niet rechthebbend zijn – dus de gelijke behandeling vereist om dan maar niemand iets te geven! In zijn partij zullen ze zich achter de oren krabben, dat een rechtlijnig protestant een redenering hanteert die we toch gewoonlijk associëren met jezuïtisme in de hoogste graad. En ook zal menigeen zich afvragen hoe deze redenering zou zijn gevallen bij de Toeslagenaffaire.

‘Een onoverkomelijke budgettaire opgave’ van 40 miljoen in het miljardenbal

Maar het dieptepunt in Van Ooijens verdediging van zijn halsstarrigheid was zijn uitspraak dat een gunstige beslissing voor de rechthebbenden (dat woord gebruikt de BJB natuurlijk niet!) ‘een onoverkomelijke budgettaire opgave’ zou betekenen. Dat ik dit schrijf op Eerste Pinksterdag belet mij niet om aan mijn bureau een hartgrondige vloek te slaken. We hebben het over een handjevol mensen; betaling aan alle rechthebbenden zou neerkomen op enkele tientallen miljoenen euro. Alleen al de kosten die gemoeid zijn met het aannemen van de Pensioenwet, die zijn partijgenote Schouten gelijktijdig door de Eerste Kamer probeert te jassen, worden geschat op 8 miljard euro. En de lezer van EW weet dat zo’n geschat bedrag in de praktijk nog verdubbeld wordt.

Maar die vergelijking heeft iets van appels en peren in zich, ik weet het. We blijven dus dichter bij huis. In de Voorjaarsnota 2021 werd de schadevergoeding vanwege de aardgasellende geschat op 8,8 miljard euro t/m 2027. In de Voorjaarsnota 2023 is 8,7 miljard uitgetrokken voor de asielopvang t/m 2026 (‘een budgettaire bijstelling’ heet zoiets – Jelle Zijlstra, Wim Duisenberg en collega’s van Financiën zullen zich in hun graf hebben omgekeerd). De financiële consequenties van de Toeslagenaffaire komen neer op 5,5 miljard euro. Het spreekt vanzelf dat ook deze bedragen uiteindelijk verdubbeld zullen blijken te zijn. Ook moeten we bedenken dat inzake de Toeslagenaffaire vanwege de ‘Catshuisregeling’ iedereen die zich meldt als gedupeerde in elk geval 30.000 euro heeft ontvangen, althans zou ontvangen. Maar voor de BJB Van Ooijen is 40 of 50 miljoen ‘een onoverkomelijke budgettaire opgave’. 

Onlangs is bekendgemaakt dat een aantal Surinamers in Nederland (of Surinaamse Nederlanders) een eenmalig bedrag van 5.000 euro zal ontvangen vanwege het ‘AOW-gat’. Dat is, voor de duidelijkheid, geen recht maar een aardigheid. De Raad van State, geen onbeduidend orgaan, adviseerde hierover zeer negatief. Kosten: 122 miljoen. De studenten van de ‘pech-generatie’ (‘pech’ betekent hier een domme en inconsistente besluitvorming over studietoelagen door de toenmalige regering) worden afgescheept met een fooi, een fractie van de schulden waarin menigeen zich heeft moeten steken.

Tweede Kamer kan iets tonen

Overheidsbeleid, parlementaire besluitvorming en kabinetsbesluiten hebben steeds meer weg van Russisch roulette. Soms speelt het Regeerakkoord (vroeger een velletje, nu een paar honderd pagina’s) een rol, maar vaak ook niet. Bij het backpay-verhaal is er geen vodje papier waardoor het niet zou kunnen of mogen. Integendeel. Aanstaande dinsdag kan de Tweede Kamer laten zien dat dit orgaan er niet voor niets is en dat ieder Kamerlid een individu is. Solidair zijn met een bewindsman van een coalitiepartij is toch geen afdoende reden, zelfs al was deze ooit BJB!?