Maurits Berger: ‘Afshin Ellian interpreteert de sharia zonder nuance’

01 november 2016Leestijd: 2 minuten
Archiefbeeld van de Essalam-moskee in Rotterdam - Foto: ANP

Hoogleraar Maurits Berger reageert op een blog van zijn collega Afshin Ellian. ‘Ellian schrijft in zijn column van 17 oktober op elsevier.nl dat ik “pro-sharia” zou zijn. Wat een notoire onzin!’ schrijft Berger.

Het grootste probleem van sharia is dat wij het onmiddellijk associëren met Saudi-Arabië, de Taliban, IS en andere engeriken.

Sharia schrijft ook barmhartigheid voor

Hun praktijken staan haaks op alles waar wij in het Westen voor staan. Dat is een sharia waar je alleen maar tegen kunt zijn. Maar sharia staat ook voor de regels hoe te bidden, vasten en begraven. Het schrijft ook voor dat je barmhartig moet zijn, en vriendelijk voor buren en vreemden. Dat is de sharia van veel van mijn islamitische studenten, vrienden en collega’s.

Sharia staat ook voor vormen van financiering. Dat is de sharia waarmee mijn voormalige collega’s van een chic advocatenkantoor aan de Amsterdamse Zuidas hun brood verdienen.

Europees Hof had nooit tegen sharia mogen oordelen

Er blijkt wel degelijk sprake te kunnen zijn van nuance, maar Ellian heeft zich laten verleiden tot een gemakzucht waarin alles wordt teruggebracht tot ‘pro’ of ‘anti’. Daarbij baseert hij zich op kwesties waarbij hij als jurist beter zou moeten weten.

Zo verwijst hij naar een uitspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens dat heeft geoordeeld dat ‘de sharia’ tegen de mensenrechten is. Ja, die uitspraak heeft het Hof gedaan, maar dat had het nooit mogen doen omdat het in die zaak totaal geen aanwijzingen had van wat sharia betekende en die term toen maar zelf heeft gedefinieerd. Dat druist in tegen het heilige beginsel van juristen dat zij zich baseren op feiten, en niet zelf gaan interpreteren.

Rechtbanken op basis van religie al eeuwenlang in Europa

Dat geldt ook voor sharia­raden. Sharia-‘rechtbanken’ die worden erkend door de staat, bestaan in Europa alleen in oostelijk Griekenland. Het beslechten van familiegeschillen op basis van religie – parallel aan de nationale rechtbank – gebeurt in Europa al eeuwen door katholieke, joodse en protestantse instanties die, wat onhandig, ook vaak ‘rechtbanken’ worden genoemd.

De islamitische variant daarvan, ‘shariaraden’, komt ook voor, maar daarover is weinig bekend, domweg omdat het nauwelijks is onderzocht – ook niet door Machteld Zee.