Is GroenLinks-PvdA bang voor een verbod op pro-Palestijnse clubs?

08 mei 2025
Pro-Palestina demonstratie (ANP)

In dit artikel

GroenLinks-PvdA steunt niet langer een wetsvoorstel waar de PvdA – toen nog zonder GroenLinks – mede-indiener van is. Dat meldde Nieuwsuur afgelopen zondag.

Het gaat om het initiatiefwetsvoorstel genaamd Wet bestuurlijk verbod ondermijnende organisaties, dat al in 2018 werd ingediend door PvdA, VVD, CDA, ChristenUnie en SGP.

De wet – al jaren klaarliggend in de Eerste Kamer – was oorspronkelijk bedoeld om een verbod op motorbendes eenvoudiger te maken, maar kan ook worden ingezet tegen andere soorten organisaties. Wel geldt een uitzonderingspositie voor politieke partijen, religieuze instellingen en vakbonden.

Verbod op organisaties: hoe werkt dat?

Volgens het Nederlands recht beslist het Openbaar Ministerie (OM) over (initiatieven tot) het verbieden van organisaties. Het OM moet bij de rechter kunnen aantonen dat het doel of de activiteiten van de organisatie een gevaar vormen voor de openbare orde.

In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, is een politieke meerderheid alleen niet voldoende om een organisatie te verbieden. Als de Wet bestuurlijk verbod ondermijnende organisaties wordt aangenomen in de Eerste Kamer, heeft de verantwoordelijke minister de optie om een zogeheten bestuursrechtelijk verbod op te leggen aan een organisatie.

Wie zegt wat over de Wet bestuurlijk verbod ondermijnende organisaties

Door: Nard Lodewijk, redacteur radicalisering
  • ‘Er zijn zorgen dat deze wet veel breder wordt ingezet. Kijk alleen al naar de afgelopen tijd, toen een minister om politieke redenen lintjes weigerde. Bedenk dan dat een minister straks organisaties kan verbieden.’
    Songül Mutluer, Tweede Kamerlid voor GroenLinks-PvdA, tegen Nieuwsuur

  • ‘De meerwaarde van deze wet is dat veel sneller kan worden ingegrepen tegen ondermijnende organisaties. De huidige civielrechtelijke route via het OM duurt veel langer. Ik deel de angst van GroenLinks-PvdA niet: in Nederland mag ontzettend veel. Het publieke debat mag schuren, en het is echt niet zo dat de minister nu de middelen heeft om willekeurig organisaties te verbieden. Daarvoor moeten deze aan zeer zwaarwegende criteria voldoen.‘Ik vind het niet heel sterk van GroenLinks-PvdA dat ze nu nog terugkrabbelen terwijl de wet al zo uitvoerig behandeld is. Dat getuigt van weinig consistentie.’
    Diederik van Dijk, indiener van het wetsvoorstel namens de SGP 

Het is opmerkelijk dat GroenLinks-PvdA plots een wet wil torpederen waarvoor de PvdA zelf een voorstel indiende.

Tegenwoordig zijn het vooral organisaties als Extinction Rebellion, en daarnaast Samidoun en andere pro-Palestijnse groeperingen die geregeld de grenzen van het demonstratierecht opzoeken – en daar soms ver overheen gaan. Daarom liggen deze clubs onder vuur.

Zou GroenLinks-PvdA ook zo kritisch zijn bij coronademonstranten?

Ideologisch gezien passen deze organisaties in het wereldbeeld van GroenLinks-PvdA. Het is maar de vraag of de partij hetzelfde principiële standpunt over deze wet had ingenomen tijdens de coronademonstraties in 2020 op het Museumplein in Amsterdam of de boerenprotesten in de zomer van 2022.

Wanneer demonstraties van organisaties inhoudelijk lijken te passen bij de eigen politieke overtuiging, is het blijkbaar minder dringend om dergelijke wetgeving in te voeren.

Zorgen over misbruik zijn juridisch overdreven

Bovendien zijn de zorgen van Mutluer dat ministers lukraak organisaties kunnen gaan verbieden, ongegrond. Niet iedere minister heeft die bevoegdheid als deze wet zou worden aangenomen.

Enkel de minister van Justitie en Veiligheid kan – onder zeer strenge voorwaarden – een organisatie verbieden. En als dat gebeurt, is het verbod van kracht tot de rechter eventueel anders beslist.

Verdere verdieping: Bij een verbod op een organisatie komt heel veel kijken

Een bestuursrechtelijk verbod op een organisatie komt in andere landen al voor. In Duitsland bijvoorbeeld, waar de pro-Palestijnse organisatie Samidoun, die banden onderhoudt met de terreurorganisatie PFLP – Volksfront voor de Bevrijding van Palestina – op 2 november 2023 werd verboden.

Waarom Samidoun in Duitsland is verboden

Leden van Samidoun deelden op 7 oktober, de dag van de grootschalige aanslag op Israël, in Berlijn lekkernijen uit op straat. De toenmalige minister van Binnenlandse Zaken, Nancy Faeser, besloot mede daarom de organisatie bestuursrechtelijk te verbieden.

In Duitsland heeft de minister dus al de bevoegdheid die in Nederland zou moeten worden vastgelegd in de Wet bestuurlijk verbod op ondermijnende organisaties. Maar zelfs als die wet er komt, geldt nog altijd dat een verbod niet zomaar op te leggen is.

Wanneer mag een organisatie verboden worden in Nederland?

De minister moet kunnen aantonen dat een organisatie bijvoorbeeld stelselmatig strafbare feiten pleegt of een ‘cultuur van wetteloosheid creëert’.

Ook moet sprake zijn van een daadwerkelijke en ernstige aantasting van de Nederlandse rechtsorde, of een ontwrichtend effect op (delen van) de Nederlandse samenleving.

Verbod opleggen is juridisch buitengewoon moeilijk

Het is dus een zwaar middel, met hoge juridische drempels, en de vraag is of er momenteel enige organisatie actief is in Nederland die aan deze criteria voldoet.

Een gebeurtenis die aantoont dat het buitengewoon lastig is voor een minister om aan te tonen dat een persoon of organisatie een bedreiging vormt voor de openbare orde, voltrok zich eind februari. Justitieminister David van Weel (VVD) en minister Marjolein Faber van Asiel en Migratie (PVV) probeerden de komst van drie ‘haatpredikers’ naar een islamitisch evenement in Utrecht te blokkeren.

Waarom de poging om haatpredikers te weren faalde

De juridische onderbouwing van de ministers was zwaar ondermaats en vooral politiek gemotiveerd. Zo werd niet voldoende aangetoond dat de sprekers een bedreiging vormden voor de openbare orde.

Reden voor de rechter om het besluit te annuleren.

Lees verder over het verbieden van omstreden organisaties