Beschavingsoffensief in voetbal: het gevaar van het verplichte statement

10 november 2022Leestijd: 5 minuten
OneLove-aanvoerdersband. Foto: ANP BART STOUTJESDIJK

OneLove, OneMening? Liever niet. Over het beschavingsoffensief in het betaald voetbal waarin Nederland wereldwijd vooroploopt.

Bij beschavingsoffensieven denk je al snel aan langdurige sociale processen uit het verleden, niet zozeer in het heden. Met mes en vork eten, vrouwen niet schaken maar netjes ten huwelijk vragen, je behoefte niet op de trappen van het kasteel doen, maar ergens achter een deur, je wassen: dat zijn dingen die de mensheid in de loop der eeuwen heeft moeten leren. De elite gaf het goede voorbeeld, waarna het beschaafde gedrag langzaam doorsijpelde naar het grauw.

Toch zijn beschavingsoffensieven wel degelijk ook van deze tijd. Wie naar een wedstrijd in het professionele voetbal gaat – om maar wat te noemen – zit elke week in de frontlinie van zo’n beschavingsoffensief. Geen vuurwerk afsteken! Niet roken op de tribune! Geen bier gooien naar de tegenstander! Geen kwetsende spreekkoren! En als je meereist naar het buitenland: geen monumentale fonteinen kapot slaan!

Naar het voetbal gaan, is opgevoed worden. Elke keer weer. Gewenst gedrag moet ongewenst gedrag vervangen: een beschavingsoffensief dus. Als het kan met de vermanende woorden van de stadionspeaker, als het moet met boetes, stadionverboden en klappen van de ME. Makkelijk is het niet, zo’n offensief, en snel gaat het evenmin. Al was het maar omdat het voetbal juist een uitlaatklep is voor sociaal ongewenst gedrag.

Beschavingsoffensief in het voetbal gaande

Er is zelfs een beschavingsoffensief in het voetbal gaande waarin Nederland wereldwijd vooroploopt. Meer een moreel offensief dan een gedragsoffensief. Maar toch: opnieuw een echt beschavings­offensief. Afgaand op de informatie op de website van de Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB) is de campagne OneLove – waarmee ook het WK in Qatar de komende weken kennismaakt – een Nederlandse vinding. Eentje die inmiddels de status heeft van moreel exportproduct. De abortusboot, maar dan met een bal.

OneLove is een campagne ‘voor verbinding’ in het voetbal, ‘en dus tegen elke vorm van discriminatie’, aldus de KNVB. (‘En dus.’ In dit soort opgewekt marketingproza is er causaal nooit een wolkje aan de lucht.) Twee jaar geleden, in september 2020, is die campagne in Nederland begonnen als onderdeel van een veel breder beschavingsoffensief tegen racisme en discriminatie in het voetbal. ‘OneLove, voetbal verbindt.’ Drie jaar gaat de campagne in totaal duren.

Inmiddels heeft dit Nederlandse beschavingsoffensief het buitenland bereikt. Op het komende WK in Qatar – dat 20 november begint – speelt niet alleen de aanvoerder van het Nederlands elftal met de OneLove-aanvoerdersband om de bovenarm, maar ook die van zeven andere landenteams: Denemarken, Engeland, Wales, België, Frankrijk, Duitsland en Zwitserland. De kleuren van het OneLove-logo staan voor ras en afkomst (rood, zwart, groen) en alle genderidentiteiten en seksuele geaardheden (roze, geel, blauw).

Je wordt geacht dit soort initiatieven blind te steunen

In Nederland word je altijd geacht dit soort initiatieven blind te steunen. Want ja: goed bedoeld. Geen zinnig mens is vóór racisme en discriminatie, noch in het voetbal, noch daarbuiten. Je geeft zo’n campagne dus gedachteloos je steun, zoals je elk jaar in oktober gedachteloos Kinderpostzegels koopt. Prima toch?

Maar er zitten, zo is inmiddels gebleken, aan die OneLove-campagne toch een paar ongemakkelijke kanten. Ten eerste dat irritante jeukwoord ‘verbinden’. De KNVB weet te melden dat de inspiratiebron wijlen Nelson Mandela is, die zou hebben gezegd dat voetbal de macht heeft om ‘mensen te verbinden’. Ongetwijfeld. Maar dat maakt voetbal nog niet tot een ‘verbindende’ kracht in de übervrome betekenis die het hier krijgt. Mandela zal als groot voetballiefhebber donders goed hebben geweten dat eerder het tegenovergestelde het geval is. Voetbal is niet de kortste route naar Wereldvrede.

Alle topsport – en topvoetbal zeker – is rivaliteit op het scherp van de snede. Je hebt twee partijen die maar één ding willen, en dat is de andere partij met sportieve middelen vernietigen, het liefst zo vernederend mogelijk. De wederzijdse supporters in het stadion en voor de buis denken er net zo over. Ongetwijfeld werkt die hartstochtelijke wens ‘verbindend’ voor de respectievelijke supportersscharen zélf. Maar dat warme gevoel houdt subiet op bij het uitvak. Was voetbal ‘verbindend’ geweest, dan zou niet de overwinning maar het gelijkspel met het hoogste aantal punten worden beloond. Vooralsnog is dat niet het geval. ‘Verbinding’ is de kwezelpraat van mensen die het voetbal heiliger willen maken dan het is.

KökçuLees ook deze column van Geerten Waling: Na rel Kökçu: mag dat nog, de onwenselijke mening?

Verder pleit het niet voor het OneLove-beschavingsoffensief dat het – in de praktijk – illiberale trekjes vertoont. Nederland was vorige maand te klein toen twee voetballers met een islamitische achtergrond – Feyenoord-aanvoerder Orkun Kokçü en Excelsior-aanvoerder Redouan El Yaa­koubi – ervan afzagen om in verband met ‘International Coming Out Day’ de OneLove-regenboogband te dragen. Beide spelers werden meteen in de verdachte hoek gedrukt: homohaters! Volkomen onheus. Daar is bij beide spelers individueel nooit iets van gebleken.

Intolerante trekjes van collectieve tolerantie-statements

Hier wreekt zich het intolerante trekje van dit soort collectieve tolerantie-statements. Wie er om wat voor reden dan ook niet aan mee wenst te doen, laadt meteen de verdenking op zich dat hij ‘dus’ wel aan de verkeerde kant zal staan. Dat kun je niet anders zien dan als – de facto – een verplichting om aan ‘de goede kant’ staan.

Je zou wensen dat topsporters enige gewetensvrijheid wordt gegund in dit soort situaties. Ook aanvoerders. Ja, ze zijn rolmodellen. Maar ze zijn aanvoerder om sportieve redenen: hun plek op het veld of hun gezag in de groep. Niet wegens de correctheid van hun opvattingen in maatschappelijke kwesties. Graag zo houden, KNVB. Het hélpt als ze zich uitspreken voor de emancipatoire doelen van zo’n campagne als OneLove. Maar dat statement moet dan wel individueel ­gedragen zijn en niet opgelegd door voetbalbond en sociale druk. Afgedwongen, verplichte statements zijn meer iets voor China. OneLove, OneMening? Brrr.

Het wringt des te meer omdat de OneLove-campagne claimt de barricaden op te gaan voor de diversiteit. ‘Voetbal is van iedereen. Ongeacht ras, huidskleur, seksuele geaardheid, cultuur, geloof, nationaliteit, gender en leeftijd.’ Mooi geloof. Maar het ene geloof is blijkbaar toch net het andere niet.