Burger wantrouwt de overheid vooral omdat die te veel belooft

24 mei 2023Leestijd: 2 minuten
FOTO: DIRK HOL/HH/ANP

Wederom heeft Herman Tjeenk Willink een inspirerend boek geschreven. Maar zijn verklaring voor het wantrouwen dat de burgers in de overheid hebben, is voor Arendo Joustra te magertjes.

Als Herman Tjeenk Willink spreekt, is het verstandig om te luisteren. Dat vindt hij zelf trouwens ook, want in zijn nieuwe boek – Het tij tegen – klaagt hij dat hij weliswaar veel wordt gelezen, maar dat zijn ideeën nauwelijks navolging krijgen in de politiek, ze worden daar niet eens bediscussieerd.

Op sommige punten heeft de oud-voorzitter van de Tweede Kamer en voormalige vicepresident van de Raad van State het grootste gelijk van de wereld. Om er slechts drie te noemen: zijn vaak herhaalde eis dat politici eindelijk eens oog moeten hebben voor de uitvoerbaarheid van hun plannen; dat een democratie niet kan zonder actieve burgers (‘burgerschap is een publiek ambt’); en dat topambtenaren vakkennis moeten hebben van het ministerie dat ze bestieren (de Algemene Bestuursdienst die uit ‘managers’ bestaat, moet worden afgeschaft).

Het neoliberalisme heeft als verklaring de duivel of de kapitalist vervangen

Zijn voornaamste klacht is dat de overheid het vertrouwen van de burgers heeft verspeeld. Te gemakzuchtig geeft de sociaaldemocraat de schuld aan de economen en hun ‘gelddenken’ (alsof geld eindeloos voorhanden is). En het ‘neoliberalisme’ natuurlijk (de huidige verklaring voor al het kwaad in de wereld, zoals vroeger ‘de duivel’ of ‘de kapitalist’).

Dat het wantrouwen van de burger misschien ook verband houdt met een overheid die veel te veel belooft, komt bij Tjeenk Willink (81) niet op. Integendeel. Hij vindt het prachtig en terecht dat de Grondwet in 1983 is uitgebreid met talloze  ‘sociale grondrechten’ (van spreiding van welvaart tot een dak boven je hoofd).

De overheid wil te veel en faalt daardoor

Als de overheid zo’n grote broek aantrekt, moet die wel falen en baart die op deze manier zelf het wantrouwen. Hier wreekt zich dat de auteur zijn hele leven alleen bij de ‘overheid’ heeft gewerkt. Hij ziet slechts overheid en burgers. Dat er meer is tussen hemel en aarde, zoals duizenden bedrijven en maatschappelijke organisaties die een rol spelen in het leven van burgers, ontgaat hem blijkbaar.

Om ooit het vertrouwen te herstellen, zou het helpen als de overheid begint met burgers minder afhankelijk van haar te maken. Burgers verzelfstandigen en meer zelfredzaam laten zijn. Op die manier geef je ze ook vertrouwen. Dat Tjeenk Willink de lezer op zulke gedachten brengt, betekent dat hij een inspirerend boek heeft geschreven.