Hoe zijn alle ziekenhuizen beoordeeld en vergeleken?

14 november 2018Leestijd: 3 minuten

Toelichting bij jaarlijks onderzoek van Elsevier Weekblad en SiRM: bronnen, criteria en methodiek.

Het onderzoek Beste ziekenhuizen is een jaarlijkse meting van de stand van zaken: wat zegt alle publiek beschikbare informatie over de kwaliteit van de Nederlandse ziekenhuizen? Doel is om een zo representatief mogelijk beeld te krijgen van het functioneren van het ziekenhuis als geheel.

Bureau SiRM ondersteunt Elsevier Weekblad bij het selecteren en bewerken van gegevens voor een beoordeling van de veiligheid en effectiviteit van de medische zorg en de patiëntgerichtheid aan de hand van de dienstverlening en de wachttijden. Ook is aan de hand van jaarverslagen over 2017 de financiële positie van ziekenhuizen onderzocht.

Selectie prestatie-indicatoren

Voor de beoordeling is een selectie gemaakt uit de prestatie-indicatoren die de
Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd hanteert. De indicatoren zijn door ziekenhuizen, medisch specialisten en verpleegkundigen zelf vastgesteld. Gegevens zijn aangeleverd door het instituut Dutch Hospital Data.

Daarnaast zijn de wettelijk verplichte indicatoren opgenomen uit Zorginzicht, publiek gemaakt door Zorginstituut Nederland. De indicatoren zijn vastgesteld door ziekenhuizen, verzekeraars, artsen, patiëntenverenigingen en de Consumentenbond. Voorts zijn voor zeventien operaties volumenormen opgenomen die wetenschappelijke verenigingen van medisch specialisten voorschrijven.

Voor wachttijden zijn de gegevens gebruikt die het bedrijf MediQuest verzamelt voor de overheid. De data zijn bewerkt door SiRM.

Motto is: doe wat je doet goed

Ziekenhuizen krijgen scores voor alle zorg waarvoor indicatoren zijn geleverd, en worden alleen daarop vergeleken. Als indicatoren ontbreken omdat een ziekenhuis de zorg niet levert, krijgt het dus geen ‘strafpunten’. Het motto is: doe wat je doet goed.

In de selectie zijn alleen indicatoren opgenomen voor medisch specialistische of ziekenhuisbrede zorg waarvoor ten minste dertig ziekenhuizen data aanleverden. Data die afhangen van de omvang van ziekenhuizen, zoals absolute aantallen artsen, zijn niet meegenomen. Buiten het onderzoek bleven behandelingen die – indien relevant – niet zijn gecorrigeerd voor de case mix van patiënten, dat wil zeggen voor leeftijd, ziektegeschiedenis en de kans op overlijden aan meer aandoeningen. Zonder correctie is het onmogelijk om medische prestaties te vergelijken. Via een ‘schoningsuitvraag’ kregen ziekenhuizen de kans om eigen foutieve opgaven te verbeteren.

Uit aldus 1.981 beschikbare indicatoren zijn er 688 geselecteerd. Die hebben betrekking op zaken die in het hele ziekenhuis spelen – van het voorkomen van doorligwonden tot het gebruik van ICT of procedures die medicatiefouten moeten voorkomen – op acute zorg, zoals opname na een heupfractuur of hartinfarct, en op ‘electieve’ zorg, ofwel ingrepen waarvoor de patiënt een afspraak moet maken zoals een meniscusoperatie.

Veiligheid, effectiviteit en dienstverlening

Die indicatoren geven allereerst informatie over de veiligheid van de medische zorg: maatregelen die een ziekenhuis systematisch treft om risico’s voor de patiënt en fouten te vermijden. Ten tweede gaat het om de effectiviteit van de medische zorg: nauwkeurig en juist, gebaseerd op wetenschappelijke kennis. Ten derde om dienstverlening, informatie en voorlichting aan de patiënt. Daarbij hoort ook of de wachttijden afwijken van wat in de ziekenhuiswereld gebruikelijk is. De wettelijke ‘Treek-norm’ is niet als criterium gebruikt.

Veel indicatoren gaan over zorgvuldige administratie en registratie, over personele bezetting en het toepassen van protocollen en richtlijnen. Sinds 20 oktober 2014 voldoen alle ziekenhuizen aan de eis om de HSMR, het voor de patiëntenpopulatie gecorrigeerde sterftecijfer, openbaar te maken. Dat cijfer maakt geen deel uit van de vergelijking, maar is wel voor alle ziekenhuizen te vinden op de website van Elsevier Weekblad.

De scores zijn weergegeven met bolletjes. Die laten zien hoe een ziekenhuis scoort ten opzichte van het gemiddelde voor alle ziekenhuizen: één bolletje is de laagste, vier bolletjes de hoogste score. Voor de scores op ‘effectiviteit’ zijn ook halve bolletjes gebruikt in verband met de statistische betrouwbaarheid.

Klik hieronder voor een uitgebreide toelichting bij het onderzoek.

Toelichtingsdocument 2018 (pdf)
Appendix B Wijzigingen schoningsprocedure (pdf)
Appendix C Geselecteerde indicatoren (pdf)
Appendix D Rekenregels (pdf)

Bureau SiRM is gespecialiseerd in vraagstukken rond marktwerking, onder meer in de zorg. Aan het onderzoek werkten mee dr. Jan-Peter Heida en ir. Jolien de Haas. Elsevier Weekblad is verantwoordelijk voor de weergave en de interpretatie.