Staan Iraniërs nou wel of niet achter het regime?

31 januari 2020Leestijd: 8 minuten
Confrontatie tussen politieagent en betoger. Foto: STR/AFP

Onlangs schreef Jamaseb Soltani een opiniestuk met betrekking tot de protesten afgelopen november in ruim honderd steden in Iran. Die protesten waren revolutionair van aard en richtten zich tegen de islamistische grondslag van het regime. De demonstranten eisten een seculier politiek bestel. De betogingen volgden op een reeks protesten in december 2017 met een soortgelijk oogmerk. In dit opiniestuk stelt Soltani, promovendus aan de Universiteit Leiden, dat een seculiere strijd in Iran gaande is en dat een ruime meerderheid van de Iraniërs niet achter het regime staat.

Op hetzelfde moment dat mijn stuk werd gepubliceerd, was de staatsbegrafenis van de paramilitaire bevelhebber Quassem Soleimani. Beelden van grote massa’s mensen die ter ere van Soleimani de straat op waren gegaan, werden door het regime aangehaald als blijk van een enorme publieke steun. Sterker nog, er vielen tientallen doden in de menigte. Een veelgehoord geluid, dat vooral linkse sympathisanten van de Islamitische Republiek in het Westen uitten, was dat deze massale opkomst bevestigde dat het regime een brede publieke steun geniet en dat Soleimani een zeer geliefde militair was.

Maar na nóg een omwenteling lijkt dat beeld te zijn gekeerd. Tijdens de operatie ‘Harde wraak’ (waarbij uit angst voor het veroorzaken van Amerikaanse dodelijke slachtoffers netjes van tevoren aan Amerika was gemeld wanneer en op welk doel Iraanse raketten zouden worden afgevuurd) werd op absurde wijze een Oekraïens passagiersvliegtuig boven Teheran neergeschoten. Na drie dagen lang met klem te hebben ontkend dat het vliegtuig door een Iraanse raket onder vuur was genomen, gaf de Revolutionaire Garde onder immense internationale druk toe dat zij ‘per ongeluk’ het vliegtuig hadden neergehaald. Het zou gaan om de persoonlijke fout van één individu die op het cruciale moment dat het toestel overvloog geen contact zou hebben kunnen krijgen met zijn meerderen en dus binnen ‘tien seconden’ heeft moeten beslissen of het wel of niet moest worden neergehaald. Waarom dat drie dagen lang geheim werd gehouden, wist de luchtmachtcommandant van de Revolutionaire Garde toen niet uit te leggen. Hij had het aan de top gemeld.

Jamaseb Soltani (1981) promoveert aan Universiteit Leiden op het onderwerp van Shapour Bakhtiar en de Iraanse seculiere strijd.

 

Ingezonden opinieartikelen worden geselecteerd door de redactie, maar vertegenwoordigen niet noodzakelijkerwijs het standpunt van Elsevier Weekblad.

Uit woede tegen het neerschieten van een passagiersvliegtuig en uit protest tegen alle leugens, gingen de tegenstanders van het regime opnieuw de straat op. Dit keer was het niet voornamelijk de lagere klasse, maar juist de middenklasse die protesteerde. Foto’s van Soleimani werden verscheurd en verbrand. Dit gebeurde luttele dagen na zijn staatsbegrafenis. Dat roept de vraag op: staan Iraniërs nou achter het regime, of zijn ze er tegen?

Seculiere demonstranten vormen het ware gezicht van Iran

Ik pleit ervoor dat het ware gezicht van Iran wordt gevormd door de seculiere demonstranten die een ruime meerderheid van het volk vertegenwoordigen, en niet door de menigte die voor Soleimani’s begrafenis op de been kwam.

Allereerst moet worden opgemerkt dat het voor een dictatuur gemakkelijk is om inwoners de straat op te krijgen. Denk aan de massabijeenkomsten in Noord-Korea voor Kim Jong-un of voor de oud-dictator Saddam Hoessein in Irak. Dat is in Iran niet anders. Het regime neemt de benodigde veiligheidsmaatregelen en faciliteert verder alles: van transport en eten en drinken tot aan bonussen. Overheidspersoneel, studenten en arbeiders worden volgens de Perzische editie van Radio France International gedwongen mee te doen aan pro-regime-demonstraties. Of zij meedoen, wordt gecontroleerd en als iemand daaraan geen gehoor heeft gegeven, heeft dat consequenties. Denk aan een berisping, maar ook ontslag is mogelijk. Het is een publiek geheim dat personeel wordt opgedragen ook hun gezin mee te nemen. Zo worden ook heel veel inwoners van het platteland met de bus naar de demonstratie gebracht. Tel daarbij op dat het regime ook een kleine, maar wel loyale minderheid aan supporters heeft.

Lees de blog van Afshin Ellian over de leider van de Islamitische Revolutionaire Garde nog eens terug: Iraanse generaal Soleimani was een rasechte terrorist

Toch kan niet worden ontkend dat waarschijnlijk veel Iraniërs vrijwillig aan de rouwceremonies hebben deelgenomen. Niet per se omdat ze de Islamitische Republiek steunen, maar eerder uit nationalistische gevoelens. Het regime heeft de afgelopen jaren een immense propagandacampagne gevoerd ten faveure van de Revolutionaire Garde, die immers de landsgrenzen tegen IS verdedigt. Daarmee zijn nationalistische gevoelens opgezweept. Soleimani was het boegbeeld van die strijd tegen IS. Als gevolg waren er onder de tegenstanders ook velen die rouwden om Soleimani onder het motto dat zijn erfenis losstaat van het Iraanse regime.

Als u het bovenstaande in acht neemt, kunt u zich voorstellen dat het dan in een land met ruim 80 miljoen inwoners niet moeilijk is om een paar honderdduizend man te mobiliseren, waarvan een aanzienlijk deel ook nog eens niet noodzakelijkerwijs voorstander is van het regime.

Demonstranten tegen het regime riskeren hun leven

Zet dat dan vervolgens af tegen de seculiere protesten. Niet alleen wordt er niets door het regime gefaciliteerd, maar wordt er alles aan gedaan, zoals enorme onderdrukking, om de protesten te voorkomen. Demonstranten die tegen het regime protesteren, riskeren hun leven. Ze worden door scherpschutters neergeschoten of overgereden. Slechts twee maanden geleden zijn er 1.500 demonstranten in drie dagen tijd gedood en werd het internet afgesloten om te voorkomen dat beelden van deze afslachting naar buiten zouden komen.

Bovendien zijn naar schatting 14.000 demonstranten gearresteerd. Desondanks gingen Iraniërs na het neerschieten van het Oekraïense passagiersvliegtuig wéér de straat op en verscheurden ze foto’s van Soleimani en ayatollah Khamenei. Daarbij moeten we ons ook realiseren dat de demonstranten die na de novembermoorden nog het lef hebben om weer te gaan protesteren, de absolute frontlinie van de seculiere strijd vormen. De grote meerderheid van de tegenstanders van het regime kunnen dat niet opbrengen. Maar stelt u zich eens voor dat de tegenstanders van het regime wél met hetzelfde gemak en met dezelfde veiligheid als de voorstanders konden demonstreren? Wat voor menigte zou er dan ontstaan?

Ik ben ervan overtuigd dat er een ongekende miljoenenmars van tegenstanders dwars door het hele land zou ontstaan. Dat baseer ik niet alleen op wat ik hierboven heb geschetst, maar ook op recent onderzoek. Want ondanks alle censuur in Iran, die een beeld van de publieke opinie bemoeilijk, heeft het internet een uitweg geboden. Tilburg University heeft vorig jaar een online enquête gehouden waarin precies die vraag aan ruim 204.000 respondenten (waarvan 172.627 woonachtig in Iran) is voorgelegd: zou u in een vrij referendum voor of tegen de Islamitische Republiek stemmen? Maar liefst 79,4 procent van de respondenten zegt dat ze tegen zouden stemmen. Voor degenen die thuis zijn in de statistiek: de resultaten van het onderzoek zijn met een betrouwbaarheidsinterval van 95 procent representatief voor de Iraanse maatschappij.

Deze resultaten komen overeen met wat zelfs vooraanstaande gezichten in het regime zeggen. Sadegh Zibakalam, politicoloog aan de Universiteit van Teheran en een van de bekendste gezichten in het kamp van hervormers, zei twee jaar geleden al in een interview dat naar zijn schatting minstens 70 procent van de Iraniërs niet achter het regime staat en tegen het regime zou stemmen in een eventueel referendum. Het onderzoek van Tilburg University bevestigt dat dus en toont aan dat dit percentage rond de 80 is. Dit onderzoek is echter in april 2019 uitgevoerd, nog voordat de Amerikaanse sancties compleet waren, maar ook voordat 1.500 mensen bij de protesten in november, en vervolgens in een passagiersvliegtuig uit de lucht zijn neergeschoten.

Het zijn niet alleen politici en academici die ervan overtuigd zijn dat de gemiddelde Iraniër niet achter het Iraanse regime staat. Als u Nederlanders kent die Iran hebben bezocht, vraag dan naar hun mening en ervaringen met betrekking tot het enorme gat tussen het volk en de staat. Ze zullen u ongetwijfeld hetzelfde verhaal vertellen als de Duitse voetbaltrainer Winfried Schäfer die tot vorig jaar werkzaam was in Iran:

 “Niemand die ik heb ontmoet steunt het [stadion]verbod [voor vrouwen], niemand steunt de hoofddoek-dwang, niemand steunt het regime. Maar iedereen is bang. Er moet misschien gezegd worden, hoe zwaar de bevolking het regime afwijst. Dat is moeilijk voor te stellen als je niet in Iran hebt gewoond. Gedurende twee jaar heb ik geen persoon ontmoet die positief is over het regime – en ik heb het over mensen met zeer verschillende achtergronden. Industriëlen, academici, voetballers, taxichauffeurs en zelfs ministers.”

Het islamisme heeft geen plek onder het grote publiek

Lees het commentaar van Robbert de Witt over de drone-aanval op Soleimani nog eens terug: Trump-aversie leidt tot erg zuinige reacties op dood Soleimani

De ontegenzeggelijke waarheid is dat na veertig jaar puinhoop, verderf en dictatuur, de islamistische ideologie van het regime een enorme nederlaag in de Iraanse maatschappij heeft geleden. Dat laat zich in alles zien: de kledingkeuze van de jeugd, de steevaste tegenstribbeling van vrouwen om verplicht een hijab te dragen, de omvangrijke ondergrondse feesten met drank, de voorkeur voor een westerse leefstijl, het onlinegedrag van Iraniërs, enzovoort. Met andere woorden: het islamisme heeft geen plek onder het grote publiek. Een van de meest tekenende beelden van deze ideologische nederlaag is de wijze waarop Iraniërs weigeren te lopen over de immense Amerikaanse en Israëlische vlaggen die op straat zijn getekend. Het regime heeft de afgelopen decennia deze vlaggen op de grond van universiteiten en publieke ruimten getekend opdat Iraniërs ze vertrappen. Maar zij, en vooral de jonge generatie, weigeren erop te lopen.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Nu doet een video de ronde die zelfs de aandacht van de Amerikaanse president Donald Trump heeft getrokken. Hierop is een grote menigte te zien die met een boog om de vlaggen heen loopt. Een enkele hardliner die er wel overheen loopt, wordt uitgescholden. Hij zou ‘eerloos’ zijn. Na de verschijning van deze video hebben de machthebbers de Amerikaanse vlag op de trap van diezelfde universiteit laten schilderen, zodat het onmogelijk wordt eromheen te lopen. Toch zie je dat studenten de nabijgelegen heuvel gebruiken in plaats van de trap. Een ondubbelzinnige boodschap aan het regime: wij willen af van jullie ideologie. Wij willen een seculier Iran. Wij willen de vijandigheid met het Westen niet.

Dat is de seculiere revolutie waarnaar ik verwijs en die voor verandering van binnenuit zal zorgen.

Maar ook de buitenlandse druk neemt toe. De Iraanse economie is al verlamd door de Amerikaanse sancties en nu hebben Engeland, Frankrijk en Duitsland officieel de geschilprocedure in gang gezet. Wanneer Iran zich niet opnieuw achter het atoomakkoord schaart, zoals het nu vanwege de Amerikaanse sancties weigert, zal dat leiden tot activering van het snapback mechanisme: alle internationale sancties van de VN Veiligheidsraad zullen dan automatisch weer van kracht worden. Aangezien Amerika niet van plan lijkt de sancties terug te draaien en het regime in Iran weigert een allesomvattende deal met de Verenigde Staten te sluiten, lijkt het slechts een kwestie van tijd voordat die sancties het land weer zullen lamleggen. Dan zal de Europese Unie deel uitmaken van de onderhandelingen en moet de EU in plaats van het huidige gedoogbeleid een duidelijke opstelling tegenover het regime in Iran aannemen.

Het is daarom cruciaal dat mensenrechten in Iran aan de top van de Europese agenda komen te staan. Het moge duidelijk zijn: dit regime gaat nooit en te nimmer normaliseren. Nog vorige week heeft een parlementariër van de Islamitische Republiek een prijs van 3 miljoen dollar op het hoofd van Donald Trump gezet! Anti-Amerikanisme, antisemitisme en revolutionair sjiisme zijn ideologische bouwstenen die dit regime niet aan de kant kan zetten. Het zou immers vallen, als ze dat wel zou doen.

Dus als Europa een normaal Iran wil, moet het de normale Iraniër steunen. Die is seculier en bevindt zich onder een overweldigende meerderheid.