Ivan Krastev en Mark Leonard: Poetin heeft saamhorigheid in Europa vergroot

18 februari 2022Leestijd: 5 minuten
De Russische president Poetin (links) Duitse bondskanselier Scholz. Foto: Kay Nietfeld/dpa Photo via Newscom

‘Verdeeld, zwak en afwezig’, zo luiden de meeste commentaren over het optreden van Europese regeringen in de Oekraïne-crisis. Maar een peiling onder inwoners van zeven lidstaten van de Europese Unie toont een verrassende eensgezindheid over de plicht die Europa heeft om Oekraïne te verdedigen. Poetins dreigementen hebben de saamhorigheid van de EU-lidstaten versterkt, schrijven Ivan Krastev en Mark Leonard in een ingezonden opinie.

Ivan Krastev (1965) is de voorzitter van het Centre for Liberal Strategies in Sofia en permanent lid van het Institute for Human Sciences in Wenen. Tevens is hij medeoprichter en bestuurslid van de European Council on Foreign Relations (ECFR), de eerste pan-Europese denktank. Ook is hij lid van de Board of Trustees of the International Crisis Group.

 

Mark Leonard (1974) is stichtend directeur van de ECFR. Hij is gespecialiseerd in geopolitieke en geo-economische kwesties, China en Europese politiek en instituten.

 

Ingezonden opinieartikelen worden geselecteerd door de redactie, maar vertegenwoordigen niet noodzakelijkerwijs het standpunt van EW.

De crisis tussen Rusland en Oekraïne zou weleens een keerpunt kunnen zijn voor de manier waarop de twee landen over hun veiligheid denken.

In de meeste politieke commentaren zijn de Europese regeringen tot nu toe afgeschilderd als verdeeld, zwak en afwezig ten overstaan van de agressie vanuit Rusland en van zijn president, Vladimir Poetin. Uit onze nieuwe opiniepeiling in zeven lidstaten van de Europese Unie (EU) blijkt dat zowel Noord-, Zuid, West- als Oost-Europeanen het er verrassend genoeg over eens zijn dat Rusland Oekraïne op een zeker moment in 2022 zal binnenvallen en dat Europa de plicht heeft Oekraïne te verdedigen als het de liberale orde van na de Koude Oorlog wil behouden.

Eensgezindheid wijst op een koerswijziging

Aan het begin van de coronapandemie in 2020 bestempelden tal van Europese regeringen de strijd tegen het virus als een ‘oorlog’. Nu de vijandigheden aan de Oekraïens-Russische grens serieuze vormen aannemen, wordt gevreesd dat een echte oorlog voor Europa op de loer ligt. Dit wijst erop dat de veronderstelling van Europeanen dat een oorlog op hun continent ‘ondenkbaar’ is niet langer opgaat. Zoals uit een enquête van de European Council on Foreign Relations (ECFR) blijkt, verwacht een meerderheid in bijna elk Europees land dat Rusland in de loop van dit jaar Oekraïne zal binnenvallen.

In tegenstelling tot het conflict tussen Rusland en Oekraïne in 2014, wordt de actuele crisis gezien als een Europese aangelegenheid. Zo acht 73 procent van de Polen een Russische invasie waarschijnlijk. Hetzelfde geldt voor 64 procent van de respondenten in Roemenië, 56 procent in Zweden, 52 procent in Duitsland en Italië, 51 procent in Frankrijk en 44 procent van de geënquêteerden in Finland. Dit duidt op een koerswijziging, een eensgezindheid die Poetin wellicht niet had verwacht. Dat meer dan 50 procent van de Europeanen de houding van Rusland ten opzichte van Oekraïne als een bedreiging voor de veiligheid in hun eigen land beschouwt, kan van grote invloed zijn op het verdere verloop van deze crisis.

Europeanen zouden bij een toekomstige koude oorlog toeschouwer zijn

Lange tijd beschouwde een groot deel van de inwoners van Europa een toekomstige ‘koude oorlog’ als een conflict tussen de Verenigde Staten en Rusland, of tussen de Verenigde Staten en China. Europeanen zouden daarbij toeschouwers zijn, geen deelnemers. Toen Russische militairen in de zomer van 2020 aan een opmars begonnen, werd er in de media druk gespeculeerd en geconcludeerd dat Europeanen zich weinig zouden aantrekken van de situatie in Oekraïne, laat staan dat ze bereid zouden zijn voor dit land in de bres te springen.

De enquête van de ECFR zet deze veronderstelling op zijn kop, hoewel veel Europeanen Oekraïne waarschijnlijk nog steeds als wanordelijk en disfunctioneel beschouwen. De opinie is nu dat het land moet worden verdedigd tegen een Russische invasie. Maar de vraag is wie of wat daarvoor de verantwoordelijkheid op zich moet nemen.

NAVO en EU zijn meest geschikte organisaties voor verdediging Oekraïne

In bijna alle ondervraagde landen zien Europeanen de NAVO en de EU als de meest geschikte organisaties om Oekraïne te verdedigen. Opmerkelijk is dat in Polen, weliswaar met een kleine meerderheid, meer inwoners de EU beschouwen als aangewezen verdediger van de Oekraïense onafhankelijkheid, eerder dan de NAVO. Dit is in tegenspraak met de traditionele opvatting dat Oost-Europeanen bereid zijn de EU af te wijzen als het gaat om veiligheid, omdat zij de Verenigde Staten beschouwen als enige betrouwbare partner.

Wat betreft de vraag wie zij het meest vertrouwen om hun belangen te beschermen, is er in de EU niet echt een scherpe scheidslijn tussen degenen die op de NAVO vertrouwen en degenen die op de EU vertrouwen. Respondenten in Polen, Roemenië en Italië hebben het meeste vertrouwen in de NAVO. Maar meer dan 60 procent van hen meent dat ook de EU hun belangen zou kunnen beschermen, mocht het tot een conflict komen. Hoewel de meeste Zweden en Finnen vertrouwen hebben in de EU, vertrouwen velen van hen ook de NAVO.

Ook politieke verschillen verschaffen heldere inzichten

De politieke verschillen in de ondervraagde landen zelf verschaffen ook verhelderende inzichten, die wellicht nog opmerkelijker zijn dan tussen de landen onderling.

Lees ook deze column van Robbert de Witt: Geslepen Xi Jinping laat Poetin graag eerst het ijs testen

Xi Jinping

In Duitsland worden bijvoorbeeld stereotypen doorbroken: aanhangers van de regerende centrum-linkse partijen (SDP, FDP en de Groenen) overtreffen de kiezers van de Christelijk-Democratische Unie (CDU) in hun bereidheid Oekraïne te verdedigen. Hoewel de CDU het meest uitgesproken is over een Duitse verdediging van Oekraïne, blijkt uit onze peiling dat CDU-stemmers bijna gelijk verdeeld zijn over deze kwestie.

In Frankrijk zijn aanhangers van president Emmanuel Macron en zijn centrum-rechtse tegenstander Valérie Pécresse de grootste voorstanders van een actieve Franse verdediging van Oekraïne, terwijl extreem-rechtse groeperingen verdeeld zijn. Hetzelfde geldt voor Italië, waar eensgezindheid heerst onder de centrum-stemmers, maar verdeeldheid onder de aanhangers van de extreem-rechtse partij van Matteo Salvini, Lega. Hoewel in Polen een ruime meerderheid van de aanhangers van alle partijen wil dat hun regering Oekraïne verdedigt, heeft niet iedereen vertrouwen in het vermogen van de regeringspartij Recht en Rechtvaardigheid (PiS).

‘Vergeet niet wat het Kremlin jullie de vorige keer heeft aangedaan’

Ook bestaat er nog steeds enige aarzeling over wat de potentiële gevolgen van een Europese interventie zijn. De meningsverschillen kunnen het best worden samengevat met: ‘Vergeet niet wat het Kremlin jullie de vorige keer heeft aangedaan.’ Afgezien van de dreiging van een mogelijk militair optreden van de Russen in eigen land, constateerden wij bijvoorbeeld in Polen bezorgdheid over de migratiedruk als gevolg van deze crisis. In Duitsland, Finland, Italië en Roemenië heerst een uitgesproken bezorgdheid over de afhankelijkheid van Russische energie en in Frankrijk en Zweden overheersen zorgen over cyberaanvallen.

Het is duidelijk dat als Poetins dreigementen aan het adres van Oekraïne waren bedoeld om Europeanen aan het denken te zetten over hun nationale veiligheid, hij daarin is geslaagd. En dat heeft – als gevolg – de saamhorigheid van de Europese lidstaten versterkt.

De komende weken zal blijken of de Europeanen de overgang kunnen maken van een wereld die werd gevormd door een zachte kracht, naar een wereld die wordt gekenmerkt door veerkracht en het vermogen om lijden te verdragen ter bescherming van de eigen waarden en manier van leven. Het moge duidelijk zijn dat het cliché van een ‘ondenkbare oorlog’ niet langer opgaat.