Zondag verdronk een vijfjarig meisje in de Sloterplas. Eerder deze maand kwam een dertienjarige jongen om het leven toen hij ging zwemmen in de Waal. Meteen klinkt de roep dat de overheid beter moet opletten.
Het zijn vreselijke incidenten, zeker in het geval van zo’n klein meisje dat zich nog van geen gevaar bewust is. Jaarlijks verdrinken in Nederland circa tien kinderen bij het zwemmen in open water. Steeds klinkt het dan weer dat de overheid meer strandwachten moet inzetten. Dat is begrijpelijk, maar niet terecht.
Het idee dat de overheid te allen tijde verantwoordelijk is voor de veiligheid van burgers bij elke stap die ze zetten, klopt niet. Het is leuk als de gemeente een strandje aanlegt en zo de gelegenheid biedt om van zon en water te genieten, maar dat betekent niet dat die gemeente personeel moet inhuren om de boel in de gaten te houden.
Toezicht op elke plas is onbetaalbaar
Bovendien is het de vraag of meer toezicht zou helpen. In de afgelopen jaren zijn bijvoorbeeld ook enkele kinderen verdronken in het Henschotermeer bij Woudenberg, terwijl daar wel toezicht is.
Op drukke zomerse dagen kunnen enkele strandwachten simpelweg niet iedereen in een bomvolle plas continu in de gaten houden. Het klinkt hard, maar je kunt simpelweg niet elk gevaar uitbannen.
Ouders, neem je verantwoordelijkheid
Wel mag je van de overheid verwachten dat ze duidelijk is: is er geen toezicht bij een speciaal daartoe ingerichte recreatieplas, dan zou zij dat duidelijk moeten melden.
Maar de verantwoordelijkheid om op kinderen te letten, ligt toch echt in de eerste plaats bij ouders. Die moeten ervoor zorgen dat hun kind zijn zwemdiploma’s haalt en niet gaat zwemmen in gevaarlijk water als rivieren. En zeker bij jonge kinderen moeten ze zelf hun ogen openhouden.