We moeten bang zijn voor zinvól geweld

24 oktober 2017Leestijd: 3 minuten
De Delhaize supermarkt in Aalst op 9 november 1985 na een aanval van de bende van Nijvel - AFP

De Bende van Nijvel houdt België weer in zijn greep. Voor het eerst is wellicht de identiteit bekend van één van de bendeleden, meer dan dertig jaar na hun laatste overval. Dit roept herinneringen op aan vier angstige jaren in de Belgische geschiedenis, getekend door het extreme geweld van de overvallers.

Maar waarvoor diende dat geweld? Die 28 doden en tientallen gewonden? Voor roof was de buit wel bizar klein. Was het motief terroristisch? Of was er helemaal geen reden, anders dan geweldsverheerlijking?

Ziet u nog wel eens van die stoeptegels met de afbeelding van een lieveheersbeestje erop? Ze werden het icoon tegen zinloos geweld. Die actie leek op zichzelf vrij zinloos, aangezien een botte ploert zich niet gauw zal verdiepen in de vermanende boodschap van het lieveheersbeestje, maar het gaf wat steun en saamhorigheid.

Het goede nieuws is dat zinloos geweld niet vaak voorkomt. We zijn er alleen extreem bang voor. Hollywood speelt slim in op die angst, met horrorfilms en zombieseries, en ook in de Halloween-hype laten velen zich er volgende week weer graag mee confronteren. De verklaring voor die angst is, dat wij zinloos geweld zien als het absolute kwaad, zo schrijft de jonge Vlaamse filosoof Maarten Boudry in zijn recente essay ‘Zinvol geweld’ (pdf).

We moeten erkennen dat vrijwel alle geweld zin heeft

Boudry is vooral gefascineerd door het krachtige vermogen van de mens om zichzelf voor de gek te houden, zo getuigt zijn populaire boek Illusies voor gevorderden. Eén van die illusies is dat veel geweld zinloos is – en dat veel geweldplegers het absolute kwaad belichamen. We doen alles om ons maar niet te hoeven verdiepen in de duistere geest van een terrorist of massamoordenaar.

Zijn geweldsdaad noemen we onmenselijk, beestachtig, onverklaarbaar. Terwijl we eigenlijk moeten toegeven dat heel wat geweldplegers eigenlijk denken dat zij met hun daden de wereld mooier maken. En dat zij zo niet zichzelf, dan wel de mensheid, God of de kosmos ermee een dienst bewijzen. Hun daad is bewust en met overtuiging gepleegd. Ideeën, idealen en ideologieën maken dat zij denken slachtoffers te mogen maken voor een hoger doel.

Het essay van Boudry bepleit een nuchtere kijk op de intenties en beleving van de dader. Het ene geweld is het andere niet. Zo waren de nazi’s van Hitler en de jihadisten van IS allebei moorddadig, maar de eersten pleegden hun daden in het geheim, de tweeden juist in de volle openbaarheid. De concentratiekampen moesten verborgen blijven, terwijl de executies van IS op professionele wijze worden gefilmd om de hele wereld te choqueren. Dit zegt iets over de drijfveren van beide groeperingen – en ook iets over onze kansen om dergelijk geweld vandaag de dag uit te bannen.

Alsof Maarten Boudry de holocaust zou ontkennen

De nuchtere kijk wordt niet door iedereen gewaardeerd. Boudry werd vanwege zijn vergelijking van jihadisten met nazi’s fel aangevallen door Vlaamse en Nederlandse publicisten. Hem werd zelfs ‘negationisme’ aangewreven: alsof hij de Holocaust zou ontkennen (wat strafbaar is in België). Zijn universiteit werd opgeroepen hem te ontslaan.

Ironisch genoeg toonden de reacties, verblind door een emotionele afkeer, hoe moeilijk het is om op rationele wijze onze illusies te ontleden. Zeker als zij gebouwd zijn voor het onderdrukken van diepgewortelde angsten.