Hoe Jerry Afriyie wordt ingezet als instrument door antiburgerlijke systeemelite

08 juli 2020Leestijd: 3 minuten
Jerry Afriyie op de Dam in Amsterdam. Foto: ANP.

De reacties op een – wat verdachte ogende – dreigbrief aan het adres van Jerry Afriyie zijn wonderlijk, schrijft Constanteyn Roelofs. Elitaire BN’ers, universiteitsmedewerkers en journalisten omarmen de Kick Out Zwarte Piet-voorman niet zozeer om zijn idealen, maar vooral als instrument in hun strijd tegen de burgerlijke middenklasse.

Arme Jerry King Luther Afriyie. De onvermoeibare strijder tegen Zwarte Piet gaf een paar weken geleden op Twitter aan dat zijn strijd tegen de knecht van de goedheiligman een nieuwe fase inging, omdat hij een dreigbrief had ontvangen. Never mind dat de dreigbrief wat verdacht overkwam: hoewel de brief keurig met een niet-bestaande organisatie (Pegida Noord) en handtekening is ondertekend, kan de politie tot op heden de afzenders niet vinden; bovendien bevatte de tekst een hoop zinnetjes die de indruk wekken dat ze niet door een native speaker geschreven zijn, omdat de woordkeuze vertaald aandoet.

Constanteyn Roelofs

Wekelijks verkent historicus Constanteyn Roelofs de tragikomische tegenstrijdigheden in economie en maatschappij.

Interessanter was het begeleidende tweetje. Volgens King hadden bepaalde gemeentes gezegd dat ze pas over tien jaar van Zwarte Piet afwillen (een wonderlijke uitspraak, en waar is het bewijs?), en dat in de tussentijd de ‘racisten tien jaar de tijd hadden om hun plan uit te voeren’. Vreemd, want het lijkt me niet dat het doorvoeren van rassenwetten staat of valt met de mogelijkheid om Zwarte Pieten op te nemen in de sinterklaasoptocht van de gemiddelde plattelandsgemeente.

Hoeveel overtuigde racisten zouden er rondlopen in gremia overheid?

Daarnaast vraag ik me af hoeveel overtuigde racisten er met plannetjes rondlopen in de gremia van de Nederlandse overheid. Het omgekeerde is natuurlijk waar: Nederland heeft sinds midden jaren tachtig een expliciet antiracistische Grondwet, en op nationaal en gemeentelijk niveau gaan er miljoenen subsidie naar bewustwordingscampagnes, antidiscriminatiebureaus en er zijn tientallen stichtingen, ruim door de overheid ondersteund, die het antiracisme prediken, waaronder stichtingen waaraan Afriyie is gelieerd.

Ondanks dat zowel de brief als het tweetje bijzonder wonderlijk was geformuleerd, waren Halina Reijn en Georgina Verbaan geschokt, sprak heel TwitterLinks zijn afschuw uit en typten de brave webredacties die de grote kranten en omroepen bevolken, keurige berichtjes dat Afriyie een heuse dreigbrief had ontvangen. Normaal gesproken intelligente journalisten en columnisten van andere media spraken openlijk hun steun uit, ondanks dat de brief tamelijk verdacht is. Zie je wel! Nederland is een ontzettend racistisch land, kijk maar, ‘ze’ sturen zelfs met markerstift aangezette dreigbrieven.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Intelligentsia wil sinds ’69 alles slopen wat ‘burgerlijk’ is

Dat zo’n wonderlijk tweetje van Afriyie zoveel tractie krijgt, heeft niets met de rechtvaardige emancipatoire strijd van onze gekleurde rijksgenoten te maken, maar alles met een vermoeiende basishouding van de mensen die onze media en universiteiten runnen. Sinds 1969 is het immers de taak van de intelligentsia om alles te slopen wat ‘burgerlijk’ is.

Lees ook deze veelbesproken blog van Constanteyn Roelofs terug: Antiracisme als een way of life in Amsterdam

Een intens burgerlijke strijd, want wat is er nou burgerlijker dan keurige universitaire docenten, linkse politici en medewerkers van keurige kranten en opinietijdschriften? Zowel een vrije pers, de politieke partij als een brede universiteit is immers een bastion van de gegoede middenklasse. De zwarte onderklassecultuur als hamer gebruikende, hakken ze in op de vijand: het spruitjesnederland van hun ouders en hun familieleden die niet hebben gestudeerd. De ‘antiracisten’ die na een glansrijke carrière op een hockeygymnasium en een studie antropologie, hebben de Afriyie’s nodig als symbool, als levend bewijs van het idee dat hun neurotische en burgerlijke antiburgerlijkheid nuttig en gerechtvaardigd is – en dat alle praatgroepen, bewustwordingsstichtingen en uitingen van Vormend Theater inderdaad al die subsidie verdienen. Of het allemaal klopt, maakt dan niet veel meer uit.

Iemand zou Afriyie eigenlijk eens moeten vertellen dat hij geen tractie krijgt voor zijn doelen op zich, maar alleen voor zijn instrumentele waarde in de kleuterachtige strijd die de bourgeoisintellectuelen voeren tegen het spook van de burgerlijkheid. Als de antiburgerlijken bij de systeemkranten of de gevestigde partijen trouwens serieus waren in hun antiracisme, namen ze wel mensen als Afriyie op in hun redacties of zetten ze ze op verkiesbare plaatsen – maar dat doen ze natuurlijk niet. De Bijlmer mag natuurlijk niet te veel oprukken richting de burgerlijke bastions.