Amerika kijkt niet meer op van een schietpartij meer of minder

27 maart 2021Leestijd: 4 minuten
Eerbetoon aan slachtoffers schietpartij in Boulder, Colorado. Foto: AP.

In de supermarkt of de massagesalon: je zou er zomaar doodgeschoten kunnen worden. Na wederom een bloedige week in Amerika wordt er niet of nauwelijks meer van opgekeken. Ook president Joe Biden lijkt daar weinig aan te kunnen veranderen, schrijft Victor Pak.

Victor Pak (1995) is redacteur bij EW. Wekelijks op zaterdag blogt hij over wat er speelt in de Amerikaanse politiek.

De klok kan er bijna op worden gelijkgezet. Eens in de zoveel tijd zijn er een paar bloedige schietpartijen waar Amerika van schrikt, om daarna de schouders op te halen en over te gaan tot de orde van de dag.

18 doden in één week

Zo begon op 16 maart een bloedige week. Een 21-jarige man schoot in Atlanta, Georgia op drie plaatsen, waaronder een massagesalon en spa, acht mensen dood. De dader kocht op de dag van de schietpartij het pistool waarmee hij zijn daad uitvoerde. De motieven van de schutter zijn onduidelijk. Zes van zijn slachtoffers hadden een Aziatische achtergrond.

Zes dagen later vielen tien doden, onder wie een politieagent, bij een schietpartij in Boulder, een universiteitsstadje in Colorado. In een supermarkt opende opnieuw een 21-jarige man het vuur. De man droeg een aanvalswapen bij zich dat lijkt op een geweer, maar dat de wet classificeert als een pistool omdat de loop van het wapen korter is dan 30 centimeter. Ook zijn motief is nog onduidelijk.

Lees deze blog van Victor Pak: Het onbenoemde vaccinsucces van Donald Trump

De twee bloedige schietpartijen in één week tijd leken Amerika weer even wakker te schudden. Het wapendebat laaide even op. Een grote meerderheid van de Amerikanen steunt een verbod op aanvalswapens en uitgebreide checks van de kopers van nieuwe wapens. Maar de dader in Colorado kocht zijn wapen, na zo’n controle, toch legaal. Ook al pleegde hij in 2017 een gewelddadig misdrijf waarbij lichamelijk schade ontstond aan een ander persoon.

In vergelijking met andere ontwikkelde landen komt vuurwapengeweld veel vaker voor in de Verenigde Staten. Bijna vier op de 100.000 Amerikanen komen daardoor om het leven. Toch kan het erger: in El Salvador sterven bijna 40 op de 100.000 inwoners door vuurwapengeweld.

Geen politieke wil voor strengere wapenwetten

Ondanks de steun onder de bevolking ontbreekt in de Amerikaanse politiek de wil om strengere wapenwetgeving te maken. Het Amerikaanse Congres keurde in 1994 voor het laatst strengere wapenwetten goed. Toen loodste Senator Joe Biden een verbod op aanvalswapens door de Senaat. Voormalig presidenten Gerald Ford, Jimmy Carter en Ronald Reagan steunden de plannen van toenmalig president Bill Clinton.

Tien jaar later liepen die regels af, en werden ze niet verlengd. Ook Democraten voelden er toen weinig voor om actie te ondernemen: het was geen interessant thema. De strengere regels zijn nooit meer opnieuw ingevoerd. Zelfs niet nadat twintig kinderen omkwamen tijdens een schietpartij op de Sandy Hook basisschool in 2012.

Na die schietpartij strandde een voorstel in de Senaat om universele controles voor wapenkopers in te voeren. 54 van de 100 Senatoren stemden voor – 6 te weinig om de wet aan te nemen. Extra pijnlijk voor toenmalig president Obama én zijn vicepresident Biden was dat hij vier Democratische Senatoren niet kon overtuigen voor de wet te stemmen. Zij kwamen uit landelijke staten waar wapenbezit een geliefde hobby is.

Ze vreesden dat een stem voor strengere wapenregels hun kans om herkozen te worden zou verkleinen. Zo voerde de machtige wapenlobbyclub NRA een felle strijd tegen het voorstel en de voorstanders van de wet.

De vier Democraten hielden de club liever te vriend. Begrijpelijk, de NRA gaf steun met spotjes aan politici die opkwamen voor de belangen van wapenbezitters en de rapportcijfers die de club uitdeelde waren een belangrijk campagnemiddel.

Ook Biden kan weinig doen

De nederlaag na Sandy Hook voelt in de wapendiscussie als een keerpunt. Als zelfs na  de moord op twintig kinderen geen nieuwe regels worden ingevoerd, wanneer dan wel?

Ook voor Joe Biden lijkt het onwaarschijnlijk dat hij als president zijn kunstje uit 1994 kan herhalen Biden presenteerde als presidentskandidaat uiterst progressieve plannen. Hij wil opnieuw een verkoopverbod van aanvalswapens, de productie daarvan aan banden leggen en zelfs die wapens van burgers opkopen. Ook moeten wapenfabrikanten aansprakelijk kunnen worden gesteld voor de schade die hun producten aanrichten.

In het Congres lijkt er voor de plannen weinig animo te zijn. Tegelijkertijd ontbreekt er een belangrijke tegenstander als Biden serieus werk zou willen maken van zijn plannen. De lobbyclub NRA verkeert namelijk in financiële chaos en vroeg begin dit jaar zelfs faillissement aan.  Een machtige speler in de wapendiscussie staat voor nu even buitenspel. Gaat Biden zijn kans grijpen of is het weer wachten  op de volgende schietpartij die niets verandert?