Joe Biden neemt afscheid van Reaganomics met groei ‘van onderaf’

10 mei 2021Leestijd: 4 minuten
Biden gaf zijn speech voor een halfleeg Congres. Foto: AFP

De Amerikaanse president Biden wil de belastingen voor welgestelden en bedrijven verhogen. Hij neemt daarmee afscheid van een stimuleringsbeleid dat in de Verenigde Staten jarenlang is omarmd, schrijft Marijn Jongsma.

Marijn Jongsma (1969) is economisch redacteur bij EW. Hij blogt wekelijks over financieel- en macro-economische onderwerpen.

De nieuwe Amerikaanse president Joe Biden oogstte er applaus mee in het Congres: ‘Trickle-down economics heeft nooit gewerkt.’ Zijn verre Republikeinse voorganger Ronald Reagan maakte van dit beleid juist zijn handelsmerk – vandaar dat het beter bekend is als Reaganomics.

Het vliegwiel van de doorspijleconomie

De Nederlandse vertaling ‘doorsijpeleconomie’ heeft nooit echt naam gemaakt. Het geeft wel direct aan hoe het werkt. Door de belastingtarieven aan de bovenkant van de economie (de best verdienenden, welgestelden en bedrijven) te verlagen, komt er meer financiële ruimte voor investeringen. Dat extra geld leidt zo tot nieuwe bedrijvigheid, wat weer leidt tot meer banen en meer consumptie.

Samengevat brengen lagere belastingen een vliegwiel op gang waarvan uiteindelijk iedereen beter wordt. Uiteindelijk ook de staat: juist doordat de economie harder groeit, stijgen de belastingontvangsten – ondanks de initiële tariefsverlaging.

Reagan, het boegbeeld

Onder Reagan (hij was president tussen 1981 en 1989) klommen de Verenigde Staten uit een recessie. Of het herstel van de patiënt ook te danken was aan het aan het heilzame doorsijpeleffect is de vraag. Reagan verlaagde niet alleen de belastingen, hij verhoogde ook de overheidsbestedingen. Tijdens zijn presidentschap verdrievoudigde de staatsschuld bijna.

Alleen zijn Democratische voorgangers Franklin Delano Roosevelt (president tussen 1933 en 1945) en Woodrow Wilson (van 1913 tot 1921) lieten de staatschuld procentueel nog harder oplopen. Maar zij hadden door hun deelname aan respectievelijk de Eerste en Tweede Wereldoorlog een duidelijker excuus. Reaganomics betaalde zichzelf dus niet terug: er was deels sprake van een ‘linkse’ begrotingsimpuls met geleend geld. Precies de route die Biden nu ook kiest.

Geen wetenschappelijke steun

Maar werkt de doorsijpeltheorie überhaupt? De London School of Economics publiceerde eind vorig jaar een onderzoek naar het effect van lagere belastingen voor de rijkste burgers (zowel voor wat betreft inkomen als vermogen), gemeten gedurende de afgelopen 50 jaar in achttien landen (waaronder de Verenigde Staten en Nederland).

De Britse economen vonden geen enkel significant effect op economische groei: de bovenste laag werd niet gestimuleerd om extra activiteiten te ontplooien. Wel vergrootten belastingverlagingen de inkomensongelijkheid. Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) kwam in 2015 tot een vergelijkbare conclusie: naarmate de rijkste burgers een groter deel van de koek krijgen, zakt de economische groei iets terug.

De reden daarvoor is eenvoudig. Het is juist de midden- en onderklasse die geneigd zijn om een hoger inkomen te spenderen aan zaken die al lang op het wensenlijstje staan, in plaats van nóg meer geld opzij te zetten.

Doorsijpelen naar de aandeelhouder

En de bedrijven dan? Na de belastingverlagingen die de vorige Amerikaanse president Donald Trump doorvoerde, stegen de investeringen, maar de inkoop van eigen aandelen (een beproefd middel om de koers hoog te houden) steeg nog veel harder. Leuk voor de aandeelhouders, maar geen stimulans voor de economie als geheel. Trump sprak zich daar in maart 2020 nog ontstemd over uit: ‘We dachten dat ze beter zouden weten.’

Overigens is het lage-rentebeleid van centrale banken ook een soort van Reaganomics. Goedkoper lenen zou tot hogere bedrijfsinvesteringen moeten leiden en zo de inflatie aanwakkeren. Ook hier zijn de resultaten teleurstellend.

De geestelijk vader van Reaganomics

Is de doorsijpeleconomie dan een volstrekte illusie? De geestelijk vader van Reaganomics is de Amerikaanse econoom Arthur Laffer. Hij bedacht de Laffer-curve, waarop zich ergens het gemiddelde tarief met maximale belastingopbrengsten bevindt. Dat optimum verschilt per economie. Duidelijk is in elk geval dat 0 procent belasting niets opbrengt, en dat bij 100 procent elke prikkel om nog een stap te zetten, wordt weggenomen (tenzij de belasting kan worden ontdoken) en er dus ook nog maar weinig binnenkomt.

Toen Reagan aan zijn ambtstermijn begon, was het hoogste tarief van de inkomstenbelasting (boven de 108.000 dollar) 70 procent, hij verlaagde dat naar 28 procent. Biden wil het huidige federale toptarief, dat pas bij 1 miljoen dollar ingaat, verhogen van 37 procent naar bijna 40 procent. De beoogde winstbelasting van 28 procent ligt hoger dan die onder Trump, maar nog altijd beduidend lager dan die onder Reagan. Het moge duidelijk zijn dat Biden een heel ander vertrekpunt heeft en qua fiscaliteit ook minder spectaculair ingrijpt dan Reagan destijds (al zal de hogere vermogensbelasting wel pijn gaan doen).

Biden kiest voor grootschalige investeringen

Waar het Amerikaanse ‘Laffer-optimum’ zich bevindt, is onduidelijk, maar er is in elk geval nog een andere reden om de (omstreden) Reagan-truc niet te herhalen: als de tarieven al redelijk laag zijn, dan sorteert een belastingverlaging minder effect. Uit een enquête van persbureau Reuters blijkt dat iets meer van de helft van de Amerikanen ook niet meer gelooft in de trickle-down economics. Zelfs vier op de tien Republikeinen zien het als een mislukte theorie.

Biden probeert op zijn eigen manier geschiedenis te schrijven, door de economie ‘van onderop’ te stimuleren. Maar liefst 6.000 miljard dollar aan extra uitgaven zullen deels gefinancierd worden met hogere belastingen, en deels met een hogere overheidsschuld die het Amerikaanse stelsel van centrale banken (de Fed) weer met nieuwe dollars aankoopt.

Wie er ook in het Witte Huis zit: elke naoorlogse Amerikaanse president is schatplichtig aan Roosevelt, die de Verenigde Staten als wereldmacht op de kaart zette en zo van de dollar de wereldmunt maakte. Zolang er wereldwijd behoefte is aan de greenback, kunnen de Amerikanen zich meer veroorloven dan een gewoon land.