Iets teruggeven aan de samenleving is vaak hypocriet

13 juni 2021Leestijd: 4 minuten
Billboard van Amazon-baas Elon Musk. Foto: ANP

Hoewel Amerikaanse miljardairs als Jeff Bezos en Elon Musk nauwelijks belasting betalen, proberen ze door middel met giften toch iets bij te dragen aan het ‘algemeen belang’. Ook Nederland is niet vrij van deze Amerikaanse toestanden, schrijft Philip van Tijn.

Er zijn van die onderwerpen die jarenlang sluimeren − of misschien moet ik zeggen: smeulen − en dan ineens zijn ze erg aanwezig. Daar is meestal een aanleiding voor nodig, een katalysator.

Philip van Tijn

Philip van Tijn is bestuurder, toezichthouder en adviseur. Hij schrijft wekelijks een blog over de actualiteit.

Vorige week lekte in de Verenigde Staten een stuk uit waaruit bleek dat de rijkste Amerikanen nauwelijks belasting betalen: gemiddeld betalen de Amerikaanse miljardairs 3,4 procent inkomstenbelasting. (Voor de goede orde: we hebben het hier over de belasting over behaalde winsten en niet over het schamele modale inkomen dat ze zichzelf toekennen.) De allerrijkste, Jeff Bezos (van Amazon) − goed voor 190 miljard dollar − laat zich, omdat hij kinderen heeft, een extra voordeeltje van 4.000 dollar niet ontgaan.

Allemaal uit Silicon Valley

Tot goed begrip: we hebben het hier echt over geld, niet over een miljoentje of zo. Bezos en nummer 2 op de lijst (Elon Musk, van Tesla en de raketten) zouden met hun vermogen een heel jaar de Nederlandse rijksbegroting kunnen financieren – en Nederland is allerminst een dwergstaat. Opvallend: in de top-10 van Amerikaanse miljardairs staan er maar twee die daar, pakweg aan het begin van deze eeuw, ook al stonden. De acht overigen stammen allemaal uit Silicon Valley, het technologisch walhalla in Californië, de bakermat van Google, Microsoft, Facebook enzovoorts.

‘Oud geld’ heeft het door de duizelingwekkende computerisering en digitalisering afgelegd tegen nieuw geld.

Regels volgen en (toch) nauwelijks belasting betalen

Op zichzelf is daar niets tegen, in elk geval niet voor wie gelooft in onze ondernemende, kapitalistische samenleving. Het sprookje ‘van krantenjongen tot miljonair’ bestaat nog steeds, ook al zal het niet meer lukken als krantenjongen.

En je kunt ook niet zeggen dat de Amerikaanse miljardairs de zaak flessen: ze respecteren de wet en belastingregels, zij het dat legers van advocaten, accountants en fiscalisten deze minutieus en grondig in hun voordeel hanteren en interpreteren. En ook zijn sinds Reagan de fiscale regels steeds gunstiger geworden voor de superrijken.

Lees ook het omslagverhaal deze week: wie verdient wat? 

De publicatie van het vertrouwelijke stuk leidde tot uiteenlopende reacties, maar overwegend toch verbazing dat dit mogelijk is. Flauwtjes werd geprobeerd de maatschappelijke betekenis van de superrijken te benadrukken: dankzij hun giften kunnen musea, orkesten en andere nuttige instellingen bestaan. ‘Iets teruggeven aan de samenleving’ heet dat nogal hypocriet, want in de meeste gevallen is dat klein bier (Bill Gates met zijn miljarden om ziektes te bestrijden is een uitzondering) en, belangrijker nog, in feite betaalt die samenleving dat weer zelf. Want dankzij die fiscale regels zijn die giften vaak helemaal verrekenbaar.

Dat geldt ook voor giften aan politieke partijen, waarvan Republikeinen en Democraten beide profiteren, maar die soms op, zo niet over, de grens liggen van ontoelaatbare beïnvloeding.

Ook Nederland niet vrij van Amerikaanse toestanden

Onvermijdelijk is natuurlijk de vraag: hoe zit dat in Nederland? Om te beginnen verbleken de miljarden van onze superrijken bij de Verenigde Staten: dochter Charlene Heineken voert de lijst aan met 12 miljard euro, waarmee ze in de Verenigde Staten misschien nog net in de top-50 terecht zou komen. En ook is onze fiscale wetgeving niet zo keihard in het belang van de miljardairs (en supermiljonairs), ook al is in Nederland ook nogal wat mogelijk op het gebied van vermogenswinsten, schenkingen en fiscale aftrek.

Een enkele miljardair of supermiljonair doet soms in stilte veel goed voor mooie instellingen, maar meestal is er veel ruchtbaarheid. Zo bouwde Joop van den Ende met de renovatie van het DeLaMar Theater een monument voor zichzelf, maar het toenmalige gemeentebestuur van Amsterdam hing de stad vol met affiches ‘Amsterdam dankt Joop van den Ende’. Het is maar één voorbeeld van ‘teruggeven aan de samenleving’.

Op of over het randje zijn de grote giften aan politieke partijen. Dankzij het ‘uitgelekte’ stuk van Pieter Omtzigt weten we dat minstens twee zeer rijken via een grote gift aan het CDA misschien politieke invloed hebben willen kopen. Daar is iedereen ineens ondersteboven van, maar toen nog niet zo lang geleden de software-miljardair Steven Schuurman met het oog op de verkiezingen 1 miljoen euro aan D66 schonk en 350.000 euro aan de Partij voor de Dieren, werd alleen een enkele schouder opgehaald. D66 won 5 zetels en PvdD één, maar het is natuurlijk gokken of er een oorzakelijk verband is. Een mooi onderzoeksonderwerp voor jonge politicologen, maar die houden zich vooralsnog bezig met inclusiviteit en cancelling.

Het kapitaal in dienst van het milieu?

Onlangs besteedde de Volkskrant − in het algemeen niet de spreekbuis van de superrijken − niet minder dan zes pagina’s aan ‘De strijd van een miljonair tegen de staalmiljarden’. Niet vrij van gevoelens van bewondering wordt daarin verhaald over een zeer rijke inwoner van Bloemendaal, die de troepen aanvoert tegen het vervuilende Tata Steel.

Wat je ook vindt van Tata Steel, het gaat te ver (in elk geval mij) als op deze wijze privaat geld voor een publiek doel wordt gebruikt. Natuurlijk, u en ik zouden dat ook willen, omdat wij vinden dat het publieke geld voor een (groot) deel slecht wordt besteed. Als ik het voor het zeggen had, zou mijn belastinggeld voor heel andere zaken worden aangewend, maar zo heeft iedere burger zijn eigen wensen en iedere lezer.

Samen heet dat ‘algemeen belang’ en ook al weten we dat dit een fictie is, we hebben niet beter. Dat is democratie, hoe gebrekkig soms ook, maar altijd nog rechtvaardiger dan zeer rijken die hun hobby’s botvieren onder het mom ‘iets terug te geven aan de samenleving’. En intussen nog een extra fiscalist inhuren om die gift niet te groot te maken.