Biden moet Cuba niet te snel te hulp schieten

17 juli 2021Leestijd: 3 minuten
Demonstratie in Miami om steun te betuigen aan Cubanen. Foto: ANP

Voor de Verenigde Staten is de onrust in Cuba een unieke kans. Kan het communisme na zestig jaar worden verdreven uit de Amerikaanse achtertuin? Zolang Joe Biden geduldig blijft en sancties hun werk laat doen, is het mogelijk, schrijft Victor Pak.

Victor Pak (1995) is redacteur bij EW. Wekelijks op zaterdag blogt hij over wat er speelt in de Amerikaanse politiek.

De mislukte invasie van de Varkensbaai was een Amerikaans trauma. Het machtige land kon niet voorkomen dat even ten zuiden van Florida een communistische satellietstaat van de Sovjet-Unie ontstond. Ook al hadden de Amerikanen na de hoogoplopende Cubacrisis van 1962 weinig meer te duchten van het nietige eiland, handel met het land bleef door een embargo verboden. Cubanen zochten in de decennia daarna massaal hun heil in de Verenigde Staten. Honderdduizenden vluchtelingen spoelden aan op de stranden van Florida.

Cuba kan niet zonder communistische partner

In de jaren tachtig volgde een opleving van de vluchtelingenstroom wegens de rampzalige staat van de Cubaanse economie. Ronald Reagan koos ervoor de druk op te voeren en bestempelde Cuba als sponsor van terroristen. Met Radio Marti, vernoemd naar vrijheidsstrijder José Marti, begint Amerika een radiozender die de Cubanen van nieuws en informatie voorziet. Fidel Castro was razend en beëindigde bezoek- en immigratieregelingen.

Mensen werden weer gedwongen in bootjes te vluchten voor het communistische regime. Bill Clinton koos voor een nieuw vluchtelingenbeleid: wie uit zee werd gevist, moest terug naar Cuba, maar wie het strand van Florida haalde, mocht in de Verenigde Staten blijven. Cuba ploeterde zich door de jaren negentig, en vond bij Venezuela steun na het wegvallen van de Sovjet-Unie als hoeder van de Cubaanse communisten. In ruil voor medisch personeel en wetenschappelijke kennis kreeg het eiland spotgoedkope olie.

Cubaanse diaspora koos voor harde lijn van Trump

Voor Barack Obama was de Venezolaanse steun geen bezwaar om vanaf 2009 te werken aan herstel van de verhoudingen. Vijf jaar later was het zover: na een gevangenenruil werden de diplomatieke betrekkingen hersteld en Cuba geschrapt als terreursponsor. In 2016 bezocht Obama president Raúl Castro in Havana.

Obama negeerde de wens van de Cubaanse diaspora, die vooral in Florida woont. Zij ziet niets in betrekkingen met het repressieve regime van de Castro’s. De Cubaanse latino’s stemden in 2016 massaal op Donald Trump.

Onder Trump verdwenen de Amerikaanse toeristen weer uit Cubaanse restaurants en hotels. Trump scherpte handelsembargo’s aan en zag het land achteruit hollen. Frustrerend, juist voor de Cubanen die hun economie onder Obama’s tweede termijn een vlucht zagen nemen.

Streng beleid en coronavirus laten Cubanen in opstand komen

Na de klap van Trump kwam geen enkel land Cuba meer te hulp. Venezuela verkeerde zelf in chaos. Afgelopen weekeinde was het oplaaiende coronavirus het laatste zetje voor duizenden Cubanen om de straat op te gaan. Zij schreeuwden om vrijheid en een einde aan de dictatuur.

Obama’s versoepelingen en Trumps aanscherping kunnen de Cubanen de ogen hebben geopend. Zij zagen hoe welvarend die door het Cubaanse regime verketterde Amerikanen wel niet waren. Gaat president Joe Biden juist nu het beleid versoepelen? Hij kan beter nog even wachten.

Het Cubaanse regime geeft het strenge embargo de schuld van de  ellende in het land. Linkse Democraten, zoals Alexandria Ocasio-Cortez, tuinen in dat verhaal. Door het Amerikaanse beleid te versoepelen kan Biden dat excuus wegnemen. Het risico is alleen dat het naar adem happende regime zo weer genoeg zuurstof krijgt. Biden kan beter afwachten of deze nieuwe protestbeweging de communisten kan verdrijven.