CDA-rapport heldert kwestie-Omtzigt niet op

De verkiezingscampagne van het CDA was een aaneenschakeling van mislukkingen. Dat wordt in het rapport van de evaluatiecommissie onder leiding van Liesbeth Spies niet verdonkeremaand, maar waarom Wopke Hoekstra leider werd en niet Pieter Omtzigt blijft onduidelijk, schrijft Carla Joosten.

De commissie onder leiding van oud-minister van Binnenlandse Zaken Liesbeth Spies zet de gebeurtenissen rond het CDA-debacle chronologisch op een rij en bevestigt wat al duidelijk was, namelijk dat in het jaar voor de verkiezingen van 17 maart 2021 de ene blunder op de andere is gestapeld en dat interne strijd de partij spleet. Het partijbestuur deed na verschijning van het rapport wat onvermijdelijk was, namelijk aftreden.

Maar één ding blijft in het 57 pagina’s tellende rapport in nevelen gehuld. Waarom werd de nummer twee geen lijsttrekker toen Hugo de Jonge – na de forse weerstand vanuit de partij tegen zijn leiderschap – afzwaaide als lijsttrekker?

Tweede Kamerlid Pieter Omtzigt was immers als tweede uit de door technische onvolkomenheden dramatisch verlopen lijsttrekkersverkiezing gekomen. Sterker, het had niet veel gescheeld of hij was eerste geworden. De Jonge kreeg 50,7 procent van de stemmen, Omtzigt 49,3.

Hoekstra haakte af omdat hij meer een bestuurder was

Minister van Financiën Wopke Hoekstra daarentegen had afgezien van deelname aan die strijd. Hij had zich eerst in de media laten zien als de gedroomde kandidaat – televisie-interviewers als Ivo Niehe kregen toegang tot huize Hoekstra om hem en zijn vrouw uitgebreid te interviewen – om vervolgens te concluderen dat hij toch meer een bestuurder was, en dus ongeschikt als politiek leider. Iets wat hij zich daarvoor blijkbaar nooit had gerealiseerd.