Op Olympische spelen zijn sport, politiek en seksualiteit niet gescheiden

21 juli 2021Leestijd: 3 minuten
Regenboogbrug met Olympisch logo in Tokio. Foto: EPA.

Vlak voor de start van de Olympische Spelen maakt Constanteyn Roelofs de vergelijking met de beruchte nazi-spelen van 1936. In Tokio zullen regenboogvlaggen wapperen en transgender-atleten een warm welkom krijgen, in Berlijn werd de seksuele vrijheid juist ingeperkt. Het illustreert hoe innig (homo)seksualiteit, politiek en sport met elkaar zijn verweven.

Bij het werk in Antiquariaat Colette vonden we onlangs een Berliner Illustrierter Zeitung over de Olympische Spelen van 1936. Nazistische propaganda in topvorm: breedgekaakte, blonde ariërs met wasbordjes, fakkelparades en werkelijk overal vlaggen. De volmaakte samensmelting van sport en politiek.

Toepasselijk, natuurlijk, nu de Olympische Spelen er weer aankomen in het licht van grote geopolitieke spanningen en in een ideologische richtingenstrijd tussen het Vrije Westen en de illiberale paden die worden gekozen door andere landen. De historische vergelijkingen dringen zich toch altijd weer op!

LHBTI-activisme is anno 2021 hét symbool van het vrije westen

Constanteyn RoelofsWekelijks verkent historicus Constanteyn Roelofs (1989) de tragikomische tegenstrijdigheden in economie en maatschappij.

De geopolitieke spanningen tussen het westen en de autocratische landen worden gesublimeerd in het regenboogvlaggenvertoon, vooral op en rond internationale fora waar landen elkaar ontmoeten, zoals Songfestivals en grote sportevenementen – LHBTI-activisme is in 2021 hét symbool voor het vrije westen.

Nu hing er al millennia een zweem van (homo)erotiek rond de spelen, met al die jonge fitte lijven en griekse beginselen, maar de laatste tijd is seksuele gelijkheid en diversiteit hét thema in de sport. Het voortraject van de Spelen is daarnaast getekend door een felle discussie over de inclusie van transgender-atleten. Het is zelfs een van de speerpunten van de Japanse organisatie.

Rond Spelen 1936 Berlijn maakten nazi’s einde aan seksuele vrijheid

Ik moest bij die beelden van 1936 en mijmeringen over politiek en regenboogvlaggen ineens weer denken aan een ander boekje dat ik ooit ergens in een stapel vond: het Olympisch verslag van Karel Hardeman, die als ploeggenoot van jhr. Ernst de Jonge (u weet wel, die van Soldaat van Oranje) meedeed aan de spelen van ’36.

De Olympische avonturen zelf waren eigenlijk niet bijster boeiend (ze lagen er vrij vlug uit) – maar de verhalen eromheen des te meer, in het bijzonder hoe de heren na de wedstrijd verzeild raken in het gezelschap van een stel op het oog keurige Duitse jongeheren, die de Nederlanders meetroonden naar een feest waar de Uranistische omgang tussen de mannen van een aard was die in Nederland nog helemaal niet was uitgevonden! Ook daar weer die tragische band tussen autocratie en LHBTI-repressie – de nazi’s maakten een einde aan dit vrije seksuele klimaat van het vooroorlogse Berlijn.

Aan ideologische projectjes straks in Tokio vast weer geen gebrek

Enfin, straks zullen de Spelen waarschijnlijk in een ongezellige en aangepaste vorm doorgang vinden, zonder publiek en met dagelijkse sneltesten voor de atleten. De vergaderde naties zullen ongetwijfeld wel weer hun ideologische projecties op de spelen loslaten – ondanks dat het eigenlijk niet mag van het IOC. We zullen desondanks vast weer worden getrakteerd op een hoop statements en solidariteitsbetuigingen, onderschreven door politici die zich maar al te graag met het thema profileren. Politiek, sport en seks grijpen immers als onbreekbare ringen in elkaar.*

* Overigens is het nog maar de vraag of de atleten daar praktisch mee aan de slag kunnen: op internet zwerven er al grapjes rond dat de kartonnen bedden voor de atleten bedoeld zijn om seksuele overdracht van COVID-19 tegen te gaan. Hoe dat mensen in het land waar de tatami de traditionele vloerbedekking is, gaat weerhouden van de intieme omgang is mij volstrekt onduidelijk, maar het is een lovenswaardig streven.