We zijn onszelf niet in de online schimmenwereld van het internet

28 juli 2021Leestijd: 4 minuten
Smartphone. Foto: ANP

Het internet is een soort rare droomwereld waar we alle onderdrukte schaduwkanten van onze persoonlijkheden de vrije loop kunnen laten, schrijft Constanteyn Roelofs. Na zestien jaar online te zijn geweest, heeft hij er genoeg van. Hij besloot al zijn accounts op sociale media te verwijderen.

Het Rathenau Instituut publiceerde onlangs een rapport waarin staat dat mensen zich op internet als hufters gedragen. Achter een vermeend schild van anonimiteit durven mensen ineens veel meer: schelden, bedreigen, digitale klopjachten organiseren… Ook is de grens om kinderporno te downloaden of illegale goederen te downloaden een stuk lager dan ‘in het echt’.

Constanteyn RoelofsWekelijks verkent historicus Constanteyn Roelofs (1989) de tragikomische tegenstrijdigheden in economie en maatschappij.

Dat hadden ze mij niet hoeven vertellen, natuurlijk. Als internetveteraan en voormalig werknemer van de weblogs aan de ruigere kant van het internet heb ik genoeg voorbeelden gezien van dit soort zaken, en dan met name de manier waarop gewone mensen in schuimbekkende monsters veranderen in de reaguurderspanelen of op sociale media. Het was mijn heimelijke hobby om via de achterkant van de reaguurdersaccounts op de facebooks van dergelijke types te loeren. Wat bleek? De meest grofgebekte, racistische en seksistische reaguurders met heftige gebruikersnamen en dito posts bleken verrassende types ‘in het echt’.

Nee, het waren heel normale mensen, met heel normale gezinnen en heel normale banen. De medewerker binnendienst met zijn Opel Vectra naast u op kantoor zou zomaar een radicale agitator online kunnen zijn. Ander voorbeeldje: een type dat online teksten uitsloeg waar ze in het Derde Rijk nog van zouden schrikken bleek een grijsgekuifd elektrische fiets-vrouwtje uit een middelgrote provinciestad. Wonderlijk, wonderlijk. 

De vrijheid van een online personage

Het rapport bewijst maar weer eens mijn vermoeden dat wij op het internet niet altijd onszelf zijn, maar dat het juist een soort rare droomwereld is waar we alle onderdrukte schaduwkanten van onze persoonlijkheden de vrije loop kunnen laten. Ook is het een soort bevrijding, die ontlichaamde vrijheid van ‘cyberspace’ (om maar eens een jarennegentigwoord erin te gooien). Op internet ziet niemand dat je klein van stuk bent, of een pieperig stemmetje hebt – zo kan het bijvoorbeeld gebeuren dat een van de voorvrouw van een radicale stam op Twitter een bleek typje van nog geen veertig kilo is dat nauwelijks buiten durft te komen.

Lees ook de column van Geerten Waling over Twitter: Democratie is niet voor laaghartige lafbekken

In een echte, stenengooiende radicale beweging op straat zou zo iemand er nooit tussen komen. Mensen die er in een echte kroeg nooit tussen zouden komen met hun grappen kunnen soms de grootste cabaretiers van de vluchtige media worden, ook. Idioot en extreem gedrag leveren op internet direct een plaats op in een gemeenschap van gelijkgestemden met een eender verstoord onderbewustzijn. Verslavend, natuurlijk, zo’n storm van likejes en de vrijheid van een online personage.

Twee groepen vallen op

Het wordt alleen wel een beetje vervelend als mensen al hun duistere lusten en machtsfantasieën gaan projecteren die ze in het dagelijks leven onder het systeemplafond niet kwijt kunnen – en waar het ook mis gaat is dat veel media en beleidsmakers al deze gekanaliseerde frustratie registreren als een oprechte uiting van de zorgen van burgers in het openbaar, in plaats van spoken uit deze vreemde droomwereld.

Twee groepen vallen in dezen op: aan de ene kant oudere mannen die door pensioen en uitvliegende kinderen de greep over het leven verliezen en die zich daarom maar tegen de ‘multiculturele samenleving’ en het oprukkende feminisme aan gaan bemoeien – de klassieke boze witte man. Aan de andere kant zijn er de jonge linkse radicalen die in het werkelijke leven niet zoveel in de melk te brokkelen hebben, maar die met digitale fakkels en hooivorken gevestigde media en marketingafdelingen van grote bedrijven steeds verder richting hun woke-ideologie duwen. Beide groepen zijn niet zo boeiend in het echt, maar enorm online, met navenante gevolgen voor de thema’s in de kranten en de politiek.

Ik heb al mijn accounts verwijderd

Even alle brede tendensen daargelaten – zelf ben ik daar natuurlijk ook schuldig aan, aan het opbouwen van zo’n alternatief schaduwpersoontje online waarin alle lelijke kanten van mijn zieltje naarbuiten komen, op blogs of op social media. Als mensen ‘van Twitter’ mij in het echt ontmoeten hebben ze ook geen idee dat de idioot met schuimbekkende draadjes op dat vervloekte medium héél anders is in het echt. Na meer dan zestien jaar ‘online’ op social media ben ik echter zo ziek van mijn eigen karaktertje op internet dat ik er bijna een allergie voor heb opgebouwd; ik heb al mijn eigen accounts verwijderd.

Na al die tijd ben ik gewoon volledig opgebrand door het verkeren in die idiote online schimmenwereld. Zelfs zoiets als het schrijven van dit blogje voelt een beetje als het in stand houden van het lelijke ego-onlinetrolletje dat ik naast mijn persoonlijkheid in het echte leven heb opgebouwd. Toch ben ik nog wel jaloers, af en toe, als ik vrienden lustig zie scrollen door de timelines op hun telefoon… Vast het gevoel dat een ex-drinker moet hebben als ie iemand een parelend glas koud bier aan zijn lippen ziet zetten.