Afghanen in doodsnood zijn echte vluchtelingen

11 augustus 2021Leestijd: 5 minuten
Ontheemden in Afghanistan. Foto: ANP

De situatie in Afghanistan is afgrijselijk. Het is een schande dat Nederland de mensen die hen daar hielpen, nu laat barsten. De inflatie van het begrip ‘vluchteling’ is daarvoor verantwoordelijk, schrijft Philip van Tijn.

‘Burgeroorlog in Afghanistan onvermijdelijk met nieuwe vluchtelingencrisis tot gevolg  luidde gisteren de kop boven het EW-artikel over wat er misgaat in Afghanistan. Het gaat er al vele decennia mis, maar naarmate de datum nadert waarop de laatste Amerikaanse militair vertrokken moet zijn, wordt het nog rampzaliger en uitzichtlozer. En levensgevaarlijk voor iedere Afghaan die liever niet leeft onder de knoet van de middeleeuwse Taliban.

Philip van Tijn

Philip van Tijn is bestuurder, toezichthouder en adviseur. Hij schrijft wekelijks een blog over de actualiteit.

Een ramp, de zoveelste, voor de Afghaanse bevolking, en ook een nieuwe ‘uitdaging’ voor het Westen. Want de snelle opmars van de Taliban leidt met bijna mathematische zekerheid tot een uittocht van de Afghanen die überhaupt nog kunnen vluchten. En die komen, met bijna dezelfde zekerheid, in Europa terecht, vooral nu Pakistan te kennen heeft gegeven ze niet te willen opvangen.

Voor Marjoleine Zieck is dat logisch. En Marjoleine Zieck is niet de eerste de beste; zij is professor in het internationaal vluchtelingenrecht aan de Universiteit van Amsterdam. En ze weet haar weetje, zo blijkt uit een artikel in NRC van 10 augustus:  ‘De bescherming van vluchtelingen wordt in feite overgelaten aan de staten die toevalligerwijs gelegen zijn in de buurt van brandhaarden: 73 procent van alle vluchtelingen wordt door buurlanden opgevangen.’

Het Westen draagt meestal zijn steentje bij

Dat is wat minder toevallig dan professor Zieck denkt. Van de honderdduizenden Hongaarse vluchtelingen in 1956 is er niet één opgevangen in Afrika of Azië en datzelfde geldt voor de vluchtelingenstroom uit het voormalige Joegoslavië in de jaren ’90. Allemaal opgevangen in Europa dus – in de buurt van de ‘brandhaarden’.

Logistiek en emotioneel begrijpelijk. En omdat sinds de jaren ’90 bijna alle grote conflicten zich hebben afgespeeld in Afrika en Azië, zijn het de buurlanden dáár en niet in Europa die het eerst in aanmerking komen voor opvang. Daarom is Ziecks berekening dat ‘86% van alle vluchtelingen in de wereld wordt opgevangen door ontwikkelingslanden’ vanzelfsprekend en dus nietszeggend, en haar pleidooi dat ‘het Westen’ het voortouw moet nemen bij een ‘structurele en billijke’ herverdeling van de vluchtelingen lariekoek.

‘Het Westen’, met name Europa, vangt al een onevenredig deel van de vluchtelingen op, als je bedenkt dat de EU plus Zwitserland en Groot-Brittannië nog geen 7 (zeven) procent van de wereldbevolking herbergen. Ik ben er niet erg gerust op wat Zieck haar studenten in haar colleges vertelt. En dan ga ik er nog maar even aan voorbij dat een vluchteling die in Pakistan of Turkije belandt, niet zo snel in sociale en andere regelingen valt als in Nederland (of een ander EU-land). Je hebt opvangen en ‘opvangen’.

Wij hebben onmiskenbaar verantwoordelijkheid jegens Afghanen

Wat EW schrijft over de dreigende vluchtelingencrisis en Europa, is dus helemaal juist. Maar – en ook daarover schrijft EW –  in het geval van Afghanistan komt er iets bij. Het is het land waar eerst Rusland, vervolgens de VN en ten slotte de VS hebben geprobeerd orde in de chaos te scheppen. Nederland heeft zijn steentje daaraan bijgedragen, en méér dan dat. Bijna twintig jaar heeft Nederland in Afghanistan gezeten en 25 Nederlandse militairen hebben daarbij het leven gelaten. Bij de vlaggenoverdracht, nog maar luttele maanden geleden, waren niet minder dan twéé ministers aanwezig: Ank Bijleveld en ‘daar is ze weer’ Sigrid Kaag.

Die Nederlandse militaire missie steunde op een aantal Afghanen: tolken, koks, bewakers, politiemensen, chauffeurs en anderen. Die zijn er zeker van dat ze een kopje kleiner worden gemaakt zodra ze in handen vallen van de oprukkende Taliban. En daarin hebben ze vast en zeker gelijk. Niet alleen zij, maar ook hun familie, want ook daarin zijn de Taliban niet kinderachtig.

Bijleveld was eerder nooit kritisch op asielzoekers

Ze roepen luid dat ze daar weg willen, dat Nederland verantwoordelijk is, dat ze in de steek worden gelaten door mensen met wie ze twintig jaar lang hebben gewerkt. En Nederland blijft doof, op zijn Haags. ‘Er wordt hard aan gewerkt’, zo wordt gezegd, onze premier heeft het over ‘onze verantwoordelijkheid’, maar er gebeurt zo op het oog niets. En dat is niet alleen nu zo, nu de Taliban oprukken, maar al vele maanden. In het voorjaar kon je dit al bijna zien aankomen en toen werden in de Tweede Kamer al wenkbrauwen gefronst – en nu is het al bijna te laat. (Niet) anticiperen heet dat, en dat is niet zo ingewikkeld.

Die absolute non-valeur Bijleveld zegt vroom dat we moeten ‘oppassen dat er geen oorlogsmisdadigers tussen zitten’, terwijl het stikt van de oorlogsmisdadigers die onzichtbaar met de Syrische vluchtelingen of de Afrikaanse economische gelukzoekers zijn meegekomen. Daarover heb ik excellentie Bijleveld nooit gehoord. Als normaal mens zou je zeggen dat er genoeg Nederlandse getuigen zijn om aan te wijzen wie in Afghanistan hun tolk, kok of chauffeur was – het is veel moeilijker om aan te wijzen wie bij de moordbrigades van Assad of zijn tegenstanders zat.

De inflatie van het begrip ‘vluchteling’ heeft haar gevolgen

Lees ook deze blog van Afshin Ellian: Zonder Westen zegevieren de jihadisten in AfghanistanBiden

Het heeft alles te maken met de inflatie van het begrip “vluchteling”. Doordat we – op gezag van halfzachte ngo’s en professoren als Marjoleine Zieck iedere zielenpoot ‘vluchteling’ hebben genoemd, hebben we geen benul meer wie echt vluchteling is, echt onze hulp nodig heeft om te overleven. Misschien is het verlenen van asiel aan deze groep Afghanen wel een ijkpunt om dat vluchtelingenrecht van Zieck weer terug te brengen tot de kern: vluchtelingen uit een terreurbewind zijn iets anders dan ‘veiligelanders’.

Het is een diepe schande als we die mensen laten barsten. Over het trauma van Screbrenica waardoor het kabinet-Kok jaren later met gevoel voor drama aftrad, kun je nog zeggen dat we door de VN zijn belazerd. In dit geval kunnen we alleen naar onszelf wijzen. Het kabinet-Rutte kan niet eens meer (voor de derde keer) aftreden als onze Afghaanse helpers worden afgeslacht.

Bureaucratie, labbekakkerigheid en jammer, maar reces – zo is het Nederlandse ‘beleid’ samen te vatten.