Burger in grote stad is slachtoffer van politieke experimenten

11 augustus 2021Leestijd: 3 minuten
Een dakloze in Den Haag. Foto: ANP

Opeens zijn ze overal. Daklozen, junks, zwervers. De binnenstadsbewonersonderbuik van Constanteyn Roelofs vermoedt dat het de laatste tijd behoorlijk uit de hand gaat lopen. De centra van grote steden zijn het terrein van politiek wensdenken.

Constanteyn RoelofsWekelijks verkent historicus Constanteyn Roelofs (1989) de tragikomische tegenstrijdigheden in economie en maatschappij.

In drommen kamperen ze in de portieken en parken rond het Centraal Station en als je een half uurtje door de stad flaneert, word je van alle kanten aangeschoten door wild uit hun ogen kijkende landlopers die willen weten of je een eurootje voor ze hebt. Nu hoort dat altijd wel een beetje bij de ‘grote stad’, maar toch voelt het on-Nederlands om zoveel verliezers van het moderne leven op straat te hebben. Mijn onderbuikgevoel wordt bevestigd door de cijfers: opvangorganisaties melden een enorme toestroom van personen die zich bij de hulpinstanties melden.

Links en rechts vermijden het echte probleem

Maar goed, we hebben het er maar mee te doen. Beide flanken hebben last  van ideologische oogkleppen. Dakloosheid is met name een links thema, uiteraard, en daar is het enige antwoord op deze crisis meer sociale huur, hogere uitkeringen en wat niet al. Nu is dat op zich een lovenswaardig streven, maar het is een volstrekt taboe om te kijken naar de oorzaak van deze escalatie: migratie.

Een groot gedeelte van de nieuwe aanwas bestaat uit gestrande arbeidsmigranten of wat we in de sadistische newspeak van modern links ‘ongedocumenteerden’ moeten noemen. En migratie is heilig. Het is weer typisch zo’n probleem waar alle aandacht naar het dweilen gaat, maar niemand aan de kraan mag komen. Van mainstream rechts valt ook niets te verwachten; open grenzen schijnen goed te zijn voor de economie en onder VVD-bewind komt er nog steeds een kleine stad per jaar aan ‘ongedocumenteerden’ binnen. Stoere praatjes over meer handhaving en blauw op straat verhullen het werkelijke probleem.

Binnensteden raken overvol

Het lijkt wel alsof er door een samenloop van politieke omstandigheden een reeks risicovolle experimenten wordt uitgevoerd met de gemiddelde stadsbewoner. Zowel links als mainstream rechts hebben zich ideologisch vastgeketend aan open grenzen en een liberaal beleid aangaande drank, drugs en sociale normen. Bandeloze bevolkingsgroei van de grote stad  – Den Haag is sinds 2000 100.000 zielen rijker geworden – is een van de experimenten.

Men kijkt gewoon hoeveel mensen men op elke vierkante meter kwijt kan, met navenante gevolgen voor de overvraagde publieke diensten en de publieke ruimte. Ook op cultureel gebied is men er stellig van overtuigd dat we alle culturen van de hele wereld, die er vaak heel andere normen en waarden op na houden op belangrijke punten als gedrag in de openbare ruimte of openbare hygiëne, om over het tolereren van de drugscultuur nog maar te zwijgen.

Burger in steden is het slachtoffer van politieke experimenten

Op basis van verheven idealen als een wereld zonder grenzen voor mensen (links) of beperkingen voor bouwers en mensen die een slaatje slaan uit de internationale handel en toerisme (rechts) komt het belang van de mensen die al ergens wonen steeds meer in het gedrang. De stad wordt te vol, de stad wordt te hard –- een vervelende mix van uitkomsten door de slechtste instincten van beide politieke vleugels.

De vraag is wat de burger van al deze ideologische experimenten vindt. Niet veel goeds, waarschijnlijk:  rommelen met risicovolle experimenten in de eigen habitat is meestal niet iets wat de gewone burger graag doet. Je zou bijna denken dat het tijd wordt voor een politiek midden dat niets van dit soort ideologische luchtkastelen wil weten. Een beproefd recept, natuurlijk, want was het niet de vader aller burgervaders Konrad Adenauer die zijn grootste successen beleefde met de strijdkreet ‘Keine Experimente’?