De aandelenindex is dom. Maar hoe slim zijn actieve beleggers?

08 november 2021Leestijd: 3 minuten
Effectenbeurs Amsterdam. Foto: ANP.

De index is een idioot die alleen maar in de achteruitkijkspiegel kijkt, zeggen actieve beleggers. Daar zit een kern van waarheid in, schrijft Marijn Jongsma. Maar het feit dat de idioot het zo goed doet, maakt de concurrentie lastig.

Het cliché in de beleggerswereld luidt: spreid je bezit om het risico in je aandelenportefeuille omlaag te brengen. Inmiddels zijn er volop fondsen en ETF’s (de beursgenoteerde variant) die tegen zeer lage kosten in honderden of zelfs duizenden bedrijven beleggen. Maar kun je ook te veel spreiden?

Marijn Jongsma (1969) is economisch redacteur bij EW. Hij blogt wekelijks over financieel- en macro-economische onderwerpen.

De aandelenmarkt is geen kinderfeestje

Raj Shant, directeur Europa van de Amerikaanse vermogensbeheerder Jennison Associates, denkt van wel. Volgens hem moet je je als belegger beperken tot bedrijven die daadwerkelijk groeien, en dat is historisch gezien slechts 40 procent van het totale aantal beursgenoteerde ondernemingen. Anders gezegd: een meerderheid van de bedrijven groeit niet. Wie in die bedrijven stapt, slaat feitelijk een doodlopende weg in. Ze worden niet meer waard, en verhogen dus juist het risico in de portefeuille.

‘De aandelenmarkt is geen kinderfeestje waarin iedereen aan het einde een cadeautje krijgt,’ vat Shant het samen. Spreiding heeft zijns inziens alleen maar zin als je het geld spreidt over bedrijven met potentie. Dat is een waarheid als een koe: stap alleen in groeiers en word rijk. Het probleem is natuurlijk dat je nu de winnaars van morgen moet selecteren. Bedrijven die qua omzetgroei nu in de bovenste 40 procent vallen, kunnen morgen in de onderste 60 procent belanden. En omgekeerd.

Passief beleggen: de winnaars uit verleden

Als actief belegger richt Shant zijn pijlen vooral op de eerder genoemde passieve fondsen. Die volgen een index, zeg maar een mandje van aandelen. Hoe meer een bedrijf waard is op de beurs, hoe zwaarder het gewicht in zo’n index. Hoe wordt een bedrijf meer waard? Door te groeien.

Als passieve belegger zit je dus al zwaar in de meest succesvolle bedrijven, zo lijkt het, zonder dat je daarvoor dure fondsmanagers hoeft te betalen. De spreiding is overigens betrekkelijk: wie de MSCI World-index volgt, moet zich realiseren dat ruim tweederde van de inleg naar Amerikaanse bedrijven gaat en dat 10 procent van zijn vermogen in Apple, Microsoft en Amazon zit.

Meer over het debat over de rente en de gevolgen voor beleggers: Rente stijgt, maar zal volgens analisten laag blijvenRente

Shant wijst erop dat die verdeling puur is gebaseerd op prestaties uit het verleden. ‘De index is een sukkel, die in achteruitkijkspiegel kijkt. Het gaat om de toekomst.’

De groeiers van morgen? Dat vergt vertrouwen in de beheerder

Is het zo simpel? Bedrijven die al lang groeien en daarmee een hoog gewicht in de index hebben, doen kennelijk toch iets goeds. Ze zijn op z’n minst in staat de verworven positie enige tijd vast te houden. Feit is wel dat je er wel altijd laat bij bent. Toekomstige succesnummers zijn nog klein en dus per definitie lichtgewichten in de index. En omgekeerd loop je groot risico als een zwaargewicht van zijn voetstuk valt. Denk aan de banksector vlak voor de kredietcrisis.

Wie bovenstaande valkuilen wil vermijden, zijn kiest dus beter voor een actief beheerd fonds, zo luidt de boodschap van Shant, en het is natuurlijk geen verrassing dat uit zijn mond te horen. Beleggers betalen dan hogere kosten, maar rekenen erop dat professionele portfoliomanagers de groeiers van morgen er tijdig uit pikken en concentratierisico’s beperken.

De paradox van de achteruitkijkspiegel

Hier zit een merkwaardige paradox: bij het aanprijzen van hun strategie wijzen actieve fondsbeheerders altijd op hun prestaties uit het verleden. Logisch, maar ook hier geldt dat het een blik in de achteruitkijkspiegel is. De praktijk leert dat slechts een minderheid van de actief beheerde fondsen op langere termijn in staat is ‘de markt’ (lees: de index) te verslaan.

Bij de aan populariteit winnende actieve themafondsen, waarbij bijvoorbeeld wordt voorgesorteerd op trends en de effecten daarvan op het bedrijfsleven (denk aan vergrijzing of energietransitie), is de spreiding vaak laag en zijn het risico en de kosten hoog.

De keuze tussen een goedkope idioot en een duurbetaalde slimmerik is dus nog niet zo eenvoudig.