Zwak Europa stelt geduld Amerika op de proef

22 januari 2022Leestijd: 3 minuten
Antony Blinken (L) en Annalena Baerbock (R), ministers van Buitenlandse Zaken van respectievelijk de Verenigde Staten en Duitsland

De wereld houdt zijn adem in nu Rusland zijn buurland Oekraïne dreigt binnen te vallen. In deze Europese crisis moeten de Verenigde Staten wederom de kastanjes uit het vuur halen voor onbetrouwbare en verdeelde Europese partners, schrijft Victor Pak.

Victor Pak (1995) is redacteur bij EW. Wekelijks op zaterdag blogt hij over wat er speelt in de Amerikaanse politiek.

Even leek de Amerikaanse president Joe Biden een Russische aanval op Oekraïne goed te keuren. Hij maakte weer eens een verbale uitglijder en begon tijdens een persconferentie een zin met de woorden: ‘Als het maar een klein aanvalletje is, zullen we met elkaar ruziën over hoe te antwoorden (…).’

NAVO-partners zijn te verdeeld om Rusland aan te pakken

Wat is een ‘kleine aanval’ precies, en waarom benoemde Biden zo specifiek de onenigheid tussen de leden van het militair bondgenootschap NAVO? Een paar minuten later verduidelijkte Biden zijn woorden: een kleine aanval zou een cyberaanval kunnen zijn en dan slaan de Amerikanen met gelijke munt terug. Een grootschalige aanval, waarbij Russische militairen de grens met Oekraïne oversteken, zal veel harder worden bestraft.

Tenminste, dan moeten de NAVO-partners wel eensgezind zijn. De Amerikanen willen Rusland het liefst economisch ruïneren als Russische soldaten de Oekraïense grens oversteken. Europa aarzelt. Begrijpelijk, de Amerikanen zitten niet in de kou als Rusland de gaskraan dichtdraait. Toch is het pijnlijk hoe zwak Europa is. Naast de energie-afhankelijkheid van de Russen is er nauwelijks afschrikwekkend wapentuig: Nederland least achttien tanks, de Russen hebben er alleen al aan de grens met Oekraïne honderden staan. Veel Europese NAVO-lidstaten halen de 2 procentnorm niet, waarbij ze dus de afspraak schenden om jaarlijks 2 procent van het bruto binnenlands product uit te geven aan defensie.

Europeanen kunnen geen enkele geopolitieke crisis zelfstandig oplossen

Europese landen weten niet welke stelling ze moeten innemen tegen de Russische president Vladimir Poetin. Vooral de Duitsers weifelen. Daarom reisde Bidens topdiplomaat Antony Blinken afgelopen week opnieuw naar Berlijn om druk uit te oefenen. Terwijl de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken sprak over stevige sancties na een Russische aanval, onderstreepte zijn Duitse ambtsgenoot Annalena Baerbock nog maar eens het belang van de dialoog. Het geeft aan hoe verschillend de NAVO-partners in de wedstrijd staan.

Dat de Europeanen nog altijd geen enkele geopolitieke crisis zelfstandig kunnen oplossen, frustreert de Amerikanen. Biden is niet de eerste Amerikaanse president wiens geduld met de Europese landen opraakt. Bij zijn voorganger Donald Trump was dat geduld al helemaal verdwenen, hij blies de NAVO nog net niet op. Biden beloofde weliswaar dat de Verenigde Staten terug zijn op het wereldtoneel, maar het Europese continent speelt in zijn ogen niet langer een hoofdrol in het buitenlandbeleid.

Verenigde Staten willen zich richten op de aanpak van China

De grootste bedreiging voor de Amerikaanse hegemonie komt uit het Verre Oosten. China aanpakken vergt nieuwe partnerschappen, die zelfs ten koste mogen gaan van oude vriendschappen. Denk aan AUKUS, een recent gesloten veiligheidspact tussen Australië, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten, dat een vernedering betekende voor de Fransen. Frankrijk was in onderhandeling met Australië over de bouw van onderzeeërs, maar die gesprekken werden afgeblazen. Amerika en het Verenigd Koninkrijk gaan Australië nu helpen onderzeeërs te ontwikkelen. Europese landen, Nederland bij uitstek, liftten tientallen jaren gratis mee onder de Amerikaanse veiligheidsparaplu. Die zal niet snel worden ingeklapt, maar prioriteiten verschuiven.

Ook Biden verhult niet dat het America First-beleid van Trump, Amerika eerst, nog steeds een belangrijke bouwsteen is waarop het Amerikaanse buitenlandbeleid steunt. Europese landen moeten daarop inspelen, want een volgende Amerikaanse president heeft mogelijk nog minder zin om Europese problemen op te lossen.