100 jaar in de Tweede Kamer: er zijn dingen die alleen de SGP kan

28 juni 2022Leestijd: 3 minuten
2018: Kees van der Staaij op partijdag 100 jaar SGP. Foto: Foto: Erik van ’t Woud / Hollandse Hoogte

Al een eeuw lang zitten er staatkundig gereformeerde mannen in onze volksvertegenwoordiging, constateert Roelof Bouwman. Uitgerekend bij de eerste Tweede Kamerverkiezingen met algemeen vrouwenkiesrecht maakten ze hun debuut.

Roelof Bouwman (1965) is historicus en journalist. Hij schrijft wekelijks over politiek, geschiedenis en media.

Volgende week, om precies te zijn op 5 juli, is het honderd jaar geleden dat in Nederland voor het eerste Tweede Kamerverkiezingen werden gehouden met algemeen kiesrecht voor zowel mannen als vrouwen.

Bij verkiezingen van 1918 hadden vrouwen alleen passief kiesrecht

Bij de voorgaande verkiezingen, die van 1918, hadden vrouwen alleen passief kiesrecht: ze mochten zich kandidaat stellen, maar stemmen was voorbehouden aan mannen. Die constructie leidde overigens wel tot het aantreden van het eerste vrouwelijke Tweede Kamerlid: de sociaal-democratische onderwijzeres Suze Groeneweg.

Omdat ze van meet af aan voor algemeen vrouwenkiesrecht hadden gepleit, rekenden de linkse partijen in 1922 op flinke zetelwinst. Maar dat viel tegen. De progressief-liberale VDB (5 zetels) en de communistische CPN (2) bleven stabiel, terwijl de sociaal-democratische SDAP zelfs 2 zetels verloor (van 22 naar 20).

Christelijke partijen de grote winnaars van eerste verkiezingen met algemeen vrouwenkiesrecht

SGP

De SGP kan wel groeien, maar wil niet, schreef Roelof Bouwman in 2020

Grote winnaars van de eerste verkiezingen met algemeen vrouwenkiesrecht waren de christelijke partijen. De katholieke RKSP, de hervormde CHU en de gereformeerde ARP zagen hun gezamenlijke zeteltal stijgen van 50 naar 59. Een absolute meerderheid, want de Tweede Kamer telde destijds 100 leden.

Verder deed het aantal op vrouwelijke kandidaten uitgebrachte voorkeurstemmen vermoeden dat vrouwelijke kiezers niet massaal op hun seksegenoten hadden gestemd. Hoewel de Vereniging voor Vrouwenkiesrecht – aanjager van de actie ‘Vrouw kiest vrouw’ – wel nadrukkelijk daartoe had opgeroepen.

Niettemin steeg het aantal vrouwelijke Tweede Kamerleden tot zeven. Suze Groeneweg werd herkozen en ook Johanna Westerman (Vrijheidsbond), Betsy Bakker-Nort (VDB), Elisabeth van Dorp (Liberale Partij), Sophie Bronsveld-Vitringa (RKSP), Frida Mackay-Katz (CHU) en Agnes de Vries-Bruins (SDAP) maakten hun entree op het Binnenhof.

Bij de grote partijen in de Tweede Kamer was nu alleen de fractie van de ARP nog een pure mannenaangelegenheid. Dat zou zo blijven tot 1963.

Eén politieke partij had in 1922 niet alleen nul vrouwen op de kandidatenlijst staan, maar riep haar vrouwelijke achterban bovendien op géén gebruik te maken van het nieuwe kiesrecht. Toch kreeg juist deze partij – anders dan in 1918 – voldoende stemmen voor een Kamerzetel.

Behalve SGP zijn alle partijen van 1922 verdwenen of gefuseerd

Minstens zo frappant: alle partijen die in 1922 een gooi naar de gunst van de kiezer deden, zijn inmiddels opgedoekt of gefuseerd. Behalve deze antifeministische debutant.

Precies honderd jaar is de partij nu in de Tweede Kamer vertegenwoordigd. Dat is een record, hoewel ook de ARP (1879-1977) dicht in de buurt kwam.

Eveneens opmerkelijk is dat de nieuweling uit 1922 altijd klein is gebleven, nooit te maken heeft gekregen met scheuringen of afsplitsingen en nimmer regeringsverantwoordelijkheid heeft gedragen. Wel werd één keer een kabinet ten val gebracht: toen de antipaapse dominee Gerrit Kersten, grondlegger van de partij, in 1925 een amendement indiende tegen het Nederlandse gezantschap bij het Vaticaan. Het werd ‘de nacht van Kersten’.

Standpunt SGP over vrouwen is inmiddels geëvolueerd

Het partijstandpunt over vrouwen is inmiddels geëvolueerd. Zo was er bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2014 voor het eerst een vrouwelijke lijsttrekker (in Vlissingen), gevolgd, in 2020, door een vrouwelijke wethouder (op Schouwen-Duiveland). Maar op kandidatenlijsten voor de Tweede Kamer staan nog altijd louter mannen.

De Staatkundig Gereformeerde Partij (SGP) – want daar hebben we het natuurlijk over – is met recht en reden de meest bijzondere politieke partij van Nederland. Al honderd jaar een baken van eigenzinnigheid en stabiliteit in onze volksvertegenwoordiging. Moge dat nog lang zo blijven.