Europese verbroedering? Continent vooral verenigd in Engelstalige eenheidsworst

25 juli 2022Leestijd: 3 minuten
Schlossplatz in Meersburg. Foto: ANP

Het verlies van interesse en culturele banden met onze Europese buren is een achteruitgang en een teken dat de kloven in Europa verdiepen en verbreden, schrijft Constanteyn Roelofs. Gebrek aan taalvaardigheid leidt ertoe dat op vakantie steeds meer Engelse eenheidsworst is te horen.

Het zijn wonderlijke tijden voor de Europese Unie. Aan de top is men bezig in rap tempo Europa bij elkaar te trekken, democratisch of anderszins: onder het mom van ‘crisis’ wordt het ene na het andere instrument opgetuigd om de euro overeind te houden met dubieuze steun voor de zuidelijke landen en probeert men een soort van culturele revolutie op gang te brengen door de Europeaan te verenigen door middel van een gemeenschappelijke vijand – de moeilijk te definiëren ‘klimaatverandering’.

Wekelijks verkent historicus Constanteyn Roelofs (1989) de tragikomische tegenstrijdigheden in economie en maatschappij.

Men neme bijvoorbeeld het krankzinnige voorstel van Frans Timmermans om een dag van officiële rouw voor ‘klimaatslachtoffers’ in te stellen, bijvoorbeeld. Deze ambtelijke toenadering aan de top lijkt precies omgekeerd te verlopen aan een culturele verwijdering op straatniveau.

Beleefd bestellen in het Duits

Zo zit ik dit verhaal te typen ergens diep in Baden-Württemberg. Helaas ben ik niet de enige Nederlander die dit gebied ontdekt heeft als fijn vakantieland, want je hoort ze hier overal: onze kindertjes staan standaard 20 decibel harder dan het kroost van de rest van Europa en overal banjeren de tevreden welvaartskoppen hier door de straten. Wij vallen ook op, omdat we geen enkele poging meer doen om in beleefd middelbareschoolduits iets te bestellen: men gilt gewoon in bars apenengels TWO BEER AND A SCHNITZEL tegen de kellner en gaat ervan uit dat het wel goed komt. Nu heb ik vroeger niet meegemaakt, maar ik heb toch het idee dat het destijds toch echt anders was, dat de Nederlander toen nog wel alsjeblieft en dankjewel kon zeggen en in elk geval tot tien kon tellen in de taal van Goethe.

We kunnen natuurlijk twee kanten op met de analyse. Aan de ene kant kunnen we stellen dat het verlies van interesse en culturele banden met onze Europese buren een achteruitgang is en een teken dat de kloven in Europa verdiepen en verbreden. De totale culturele amnesie baart de laatste liefhebbers van het Duits immers al jaren zorgen. Alarmistische berichten over dat er nog maar tien mensen per jaar Duits gaan studeren ondanks dat Duitsland onze grootste handelspartner is, lezen we jaarlijks in de krant. Dat we allemaal onbeleefde en onbehouwen consumenten zijn geworden die stierlijk vermoeiend overal het eigen welzijn en de directe behoeftebevrediging centraal stellen, behoeft denk ik ook geen verdediging. Dat lijken de eurocraten ook te denken: er worden miljarden uitgegeven aan uitwisselingsprogramma’s en de heilige koe van de liberale elite – beter onderwijs! – wordt natuurlijk als panacee aangedragen om deze ontwikkeling te keren.

Je kunt met brak Engels overal terecht

Aan de andere kant kun je juist stellen dat cultuurverlies en een continentale vervlakking leidt tot een plat consumentisme met een raar Engels brabbeltaaltje, het Europidgin, als universele band. Niet de culturele convergentie van verlichte, meertalige klimaatpaniek die de mandarijnen voorstaan, maar wel een culturele convergentie. Je kunt met brak Engels immers overal terecht: roep TWO BEERS tegen een willekeurige horecamedewerker tussen het zuidelijkste puntje van Portugal en de Finse toendra bij de Poolcirkel en reken maar dat je ze krijgt.

Het vaderlandse zakenleven lijkt ook totaal geen last te hebben van een gebrek aan Duitse taalvaardigheid om toch wasmachines en kaas heen en weer te schuiven. Stonecoalenglish doet het ook, zeker in het zakenleven waar je niets anders meer hoort. Ergens is het trouwens wel een mooie coup van die malle Britten: ze zijn dan wel gebrexit, maar we spreken wel allemaal een soort Engels.