Veel huisartsen voelen zich geschoffeerd nu minister Ernst Kuipers hen zonder overleg inschakelt voor weer extra werk in de strijd tegen corona. Gelijk hebben ze, schrijft Bram Hahn.
Huisartsen zijn al sinds het begin van de pandemie de voorste soldaten in de loopgraven geweest. Er ging veel aandacht uit naar de ziekenhuizen, in het bijzonder de intensivecareafdelingen. Ook EW hees de artsen en verpleegkundigen van de IC op het schild en riep hen collectief uit tot Nederlander van het Jaar 2021.
Lees dit portret terug van de Nederlander van het Jaar 2020: de artsen en verpleegkundigen van de intensive care
Terecht, want het zorgpersoneel leverde daar buitengewone prestaties. Maar al die aandacht leidde wel een beetje af van het feit dat huisartsen in bijna alle gevallen de eersten waren die te maken kregen met COVID-patiënten. Met geïmproviseerde beschermingsmaterialen en zonder mogelijkheid om te testen op het coronavirus, bezochten ze in die eerste maanden van de pandemie patiënten thuis bij wie een besmetting met het virus werd vermoed.
Huisartsen zijn cruciaal bij overeind houden van de zorg
Ze fungeerden in feite als een soort poortwachters om de stroom COVID-patiënten op te vangen, terwijl voor een groot deel van hen eigenlijk al geen plek meer was in het ziekenhuis. Ook werden artsen later in de pandemie steeds vaker ingeschakeld om COVID-patiënten te begeleiden die thuis met zuurstof werden behandeld. Het betekende een flinke berg extra en gecompliceerd werk voor huisartsen.
Laden…
Word abonnee en lees direct verder
Al vanaf €15 per maand leest u onbeperkt alle edities en artikelen van EW. Bekijk onze abonnementen.
Bent u al abonnee en hebt u al een account? log dan hier in
Verder lezen?
U bent momenteel niet ingelogd of u hebt geen geldig abonnement.
Wilt u onbeperkt alle artikelen en edities van EW blijven lezen?
Er ging iets fout
Uw sessie is verlopen
Wilt u opnieuw inloggen