Nederland heeft geen enkel recht om de wereld vingerwapperend de les te lezen

27 september 2022Leestijd: 3 minuten
DDR-leider Erich Honecker werd in 1987 verwelkomd op vliegveld Zestienhoven door premier Ruud Lubbers. Foto: Bert Verhoeff

Mao vonden we ‘een groot staatsman’ en Erich Honecker werd feestelijk rondgevaren door Amsterdam. Als het gaat om mensenrechtenschendingen heeft Nederland een reputatie die op beslissende momenten bestaat uit wegkijken, goedpraten en collaboreren, schrijft Roelof Bouwman.

Roelof Bouwman (1965) is historicus en journalist. Hij schrijft wekelijks over politiek, geschiedenis en media.

‘De Nederlandse inzet voor mensenrechten is deel van onze traditie. Een traditie waar Nederlanders zich in herkennen.’

In een aan de Tweede Kamer gerichte ‘mensenrechtenbrief’ bracht Europees Commissaris Frans Timmermans, toen nog PvdA-minister van Buitenlandse Zaken, het in 2013 fraai onder woorden. Want inderdaad: tot het zelfbeeld van veel Nederlanders behoort de overtuiging dat we in een land wonen dat bijzonder alert reageert zodra ergens ter wereld mensenrechten worden geschonden. Die prijzenswaardige eigenschap zou als het ware in onze genen zitten.

Toetsing van zelfbeeld niet moeilijk

Er worden zelden pogingen ondernomen om te toetsen of dit zelfbeeld iets heeft te maken met de werkelijkheid. Terwijl zo’n toetsing echt niet zo moeilijk is.

Beginnen we met de op afstand grootste massaslachting uit de geschiedenis van de mensheid. Die voltrok zich tussen 1949 en 1976 in het China van Mao Zedong, waar naar schatting zeventig miljoen mannen, vrouwen en kinderen de dood in werden gejaagd.

Werd daartegen gedemonstreerd door de talrijke Nederlandse mensenrechtenliefhebbers? Daar zijn geen voorbeelden van bekend. Wel behoorden uitgever Rob van Gennep en SP-oprichter Daan Monjé tot de landgenoten die stiekem financiële donaties uit maoïstisch China accepteerden.

Ook ontwierp Dick Bruna een vrolijk omslag voor de pocketeditie van Mao’s Rode Boekje en vergastten fellow travellers als politicus Bas de Gaay Fortman, regisseur Joris Ivens, feministe Anja Meulenbelt en socioloog W.F. Wertheim ons op dolenthousiaste reisverhalen uit Mao’s bloedrode volksrepubliek.

Meest huiveringwekkende moment uit onze parlementaire geschiedenis

Toen de communistische massamoordenaar in 1976 zijn laatste adem uitblies, werd hij door PvdA-minister van Buitenlandse Zaken Max van der Stoel herdacht als ‘een groot leider en staatsman’ en nam de Tweede Kamer een minuut stilte voor Mao in acht. Het is nog altijd het meest huiveringwekkende moment uit onze parlementaire geschiedenis.

Is het dan misschien zo dat ons zelfbeeld als mensenrechtenkampioen te danken is aan humanitaire interventies dichter bij huis? Ook hier geldt: dat is niet zo moeilijk te controleren.

Decennialang, namelijk tussen 1949 en 1989, lag er een levensechte dictatuur bijna bij ons op de stoep, namelijk in Duitsland, op het grondgebied van de Duitse Democratische Republiek (DDR). De bevolking werd er geterroriseerd door een oppermachtige Staatssicherheitsdienst, er waren geheime gevangenissen en geheime executies en ook bestond er een bevel om vluchtelingen zonder pardon neer te schieten.

Werd daartegen geprotesteerd door de talrijke Nederlandse mensenrechtenliefhebbers? Dat was niet bepaald bon ton.

Traditie van wegkijken, goedpraten en collaboreren

Wel maakte PvdA-prominent Han Lammers in 1969 geheime afspraken met DDR-staatshoofd Walter Ulbricht om de onderlinge betrekkingen verder uit te bouwen. Ook noemde PvdA-voorzitter Ien van den Heuvel de Berlijnse Muur ‘een historische noodzaak’ (1975) en liet de atoompacifistische actiegroep Stop de Neutronenbom zich in het geniep door de DDR financieren.

Despoot Erich Honecker was in 1987 in Nederland op staatsbezoek. De bejaarde stalinist werd door CDA-premier Ruud Lubbers afgehaald van het vliegveld en maakte daarna een feestelijke rondvaart door de Amsterdamse grachten, samen met de vrolijk zwaaiende PvdA-burgemeester Ed van Thijn. Langs de kant stond geen enkele demonstrant.

Heeft Nederland, in de woorden van Frans Timmermans, ‘een traditie’ op het punt van mensenrechten? Ja, een traditie die op beslissende momenten bestond uit wegkijken, goedpraten en collaboreren. Waar halen we dan het recht vandaan om iedereen vingerwapperend de les te lezen?

Dat is een reusachtig raadsel.