Welk type aandelen is objectief gezien het best? Smallcap of largecap? Waarde of groei? Sommige beleggers hebben een specifieke voorkeur.
Sommige beleggingsbeheerders gebruiken zelfs maar een enkele stijl – en er zijn zeker gemeenschappelijke beleggingsfondsen en ETF’s te vinden die zich op één specifieke beleggingsstijl concentreren.
In sommige gevallen is zo’n aanpak niet meer dan logisch. Grote institutionele beleggers verdelen hun portefeuilles bijvoorbeeld vaak in kleinere segmenten, waarbij ieder segment op een specifieke stijl of categorie is gericht. Financiële instellingen huren vaak verschillende beleggingsbeheerders in voor de segmenten die passen bij hun individuele specialisatie. De portefeuille van institutionele beleggers is echter normaliter breed gespreid wat betreft landen, sectoren en stijlen. Particuliere beleggers hebben vaak niet de luxe om voor ieder marktsegment met een andere gespecialiseerde beleggingsbeheerder in zee te gaan. En als deze beleggers zouden besluiten om alles op een enkele beleggingscategorie in te zetten, kan dat hun duur komen te staan.
Waarom zijn sommige beleggers zo aan één aandelencategorie gehecht? Soms komt dat door wat we trendgevoeligheid noemen. Dat wil zeggen dat er groots wordt ingezet op een bepaalde categorie aandelen, op basis van recente outperformance. Als technologieaandelen bijvoorbeeld de bredere markt maanden- of zelfs jarenlang met een aanzienlijke marge weten te verslaan, wordt het voor sommige beleggers verleidelijk hun beleggingen in die sector te concentreren. Of als largecap-groeiaandelen al enige tijd hogere koerswinst boeken, wordt het voor beleggers verleidelijk om toe te slaan en hun positie in dat type aandelen te vergroten om van die recente outperformance mee te kunnen profiteren.
Waarom kan deze denkwijze problemen veroorzaken? Het is waar dat sommige soorten aandelen een aanzienlijke tijd de markt kunnen verslaan. Een bepaalde categorie kan de markt zonder meer blijven verslaan. Maar dat kan ook ineens over zijn. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor rendement in de toekomst. Dat geldt voor afzonderlijke aandelen en voor bredere aandelencategorieën. Rendement najagen ten koste van spreiding kan veel risico met zich meebrengen.
In figuur 1 is het rendement naast elkaar gezet dat verschillende veelvoorkomende categorieën op basis van strategie en grootte ieder jaar in verhouding tot elkaar hebben behaald, met de best presterende categorie bovenaan en de categorie met het laagste rendement onderaan. Er is te zien dat sommige categorieën een aantal jaar aan de top staan en dan in het klassement zakken, of vice versa. Sommige categorieën komen nooit op de eerste of laatste plek terecht. De vlakken herschikken zich ieder jaar.
Maar er is geen duidelijke winnaar, geen objectief beste stijl in de hele periode. De koppositie rouleert regelmatig.
Figuur 1: Behaald rendement van geselecteerde activacategorieën van 2000 – 2018
Bron: FactSet, per 28/01/2019. MSCI World Large Cap Growth, Mid Cap Growth, Small Cap Growth, Large Cap Value, Mid Cap Value en Small Cap Value Total Return Indexen van 31/12/1997 – 31/12/2018. Alle rendementen zijn uitgedrukt in USD en inclusief bruto-dividend. Wisselkoersschommelingen tussen de Amerikaanse dollar en de euro kunnen leiden tot hogere of lagere beleggingsrendementen.
Sommige beleggers zullen stellen dat, bezien vanuit een langetermijnperspectief en in de context van de gehele geschiedenis van de aandelenmarkt, bepaalde aandelencategorieën zeer zeker de markt verslaan. Maar overweeg het volgende: ten eerste kunnen uitschieters de gehele categorie omhoogtrekken – en als je niet aan die specifieke effecten bent blootgesteld, krijg je ook niet per se veel mee van het rendement in die categorie. Ten tweede kan het er wel degelijk op lijken dat een categorie de afgelopen decennia de markt heeft verslagen, maar dat betekent niet dat er geen tijden van underperformance zijn. En die periodes kunnen tergend lang duren. Als u in die periode alleen in uw favoriete categorie bent belegd, zult u de outperformance van andere categorieën – en daarmee rendement in uw portefeuille – zijn misgelopen.
Uiteindelijk zouden alle toonaangevende aandelenindexen die goed in elkaar zitten op extreem lange termijn ongeveer hetzelfde rendement op moeten leveren – al kunnen de behaalde rendementen tijdens specifieke perioden aanzienlijk onderling verschillen. Hoe komt dit?
Door het klassieke concept van vraag en aanbod. Aandelenkoersen fluctueren op korte termijn vooral door vraag en op lange termijn juist door aanbod. Soms is één nieuwsbericht al genoeg om het beleggerssentiment helemaal te doen omslaan, daarom is vraag vooral relevant voor de korte termijn. Het aantal aandelen op de markt blijft daarentegen relatief stabiel. Maar op lange termijn kan het aandelenaanbod zeker aanzienlijk schommelen. Het aanbod kan toenemen door beursgangen (zogenaamde IPO’s) en uitgiften van nieuwe aandelen, terwijl het aantal aandelen kan afnemen door buybacks en acquisities op basis van contanten.
Wat heeft dat met aandelencategorieën te maken? Nou, naarmate een bepaalde categorie populairder wordt, kan de vraag de pan uitrijzen. Als dat gebeurt, neemt ook het aanbod op termijn toe om aan die vraag te voldoen. Blijft het aanbod groeien, dan stijgt dat uiteindelijk waarschijnlijk boven de vraag uit. Een groter aanbod en terugvallende vraag betekent dalende prijzen. Overtollig aanbod kan goedkoop verkocht worden, en de volgende populairste categorie begint aan dezelfde ontwikkeling.
Er is geen basisregel die zegt dat een bepaalde aandelencategorie op lange termijn meer of juist minder aanbod heeft. Drijvende kracht achter iedere categorie is onregelmatige vraag op korte termijn en aanbod op lange termijn. Dat betekent niet dat een afzonderlijke categorie aandelen – of land, grootte of sector – niet maandenlang, jarenlang of nóg langer aan kop kan staan. Dat is juist zeker mogelijk. Maar vergeet niet: de koppositie is niet permanent. Uiteindelijk moet iedere leidende categorie die positie afstaan door veranderingen in vraag en aanbod.
Fisher Investments Nederland is het Nederlandse bijkantoor van Fisher Investments Europe Limited. Fisher Investments Nederland is ingeschreven bij de Nederlandse Kamer van Koophandel onder nummer 57731446. Als Nederlands bijkantoor van Fisher Investments Europe Limited staat Fisher Investments Nederland onder toezicht van de Britse toezichthouder FCA en, op basis van kennisgeving, van de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Fisher Investments Europe Limited is geautoriseerd en gereguleerd door de Britse toezichthouder Financial Conduct Authority (FCA-nummer 191609). Het is geregistreerd in Engeland (ondernemingsnummer 3850593). Fisher Investments Europe Limited heeft als maatschappelijke zetel: 2nd Floor, 6-10 Whitfield Street, London, W1T 2RE, Verenigd Koninkrijk.
Fisher Investments Europe Limited besteedt het portefeuillebeheer uit aan zijn moedermaatschappij, Fisher Asset Management, LLC, dat opereert onder de naam Fisher Investments, gevestigd is in de VS en onder toezicht van de Amerikaanse Securities and Exchange Commission staat. Beleggen op de beurs brengt het risico van verlies met zich mee en er is geen garantie dat het belegde kapitaal geheel of gedeeltelijk terugbetaald zal worden. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie of betrouwbare indicatie van toekomstig rendement. De waarde en opbrengst van de beleggingen volgen de schommelingen van de wereldwijde aandelenmarkten en van de internationale wisselkoersen.