De Jonge besluit: geen AstraZeneca-vaccin meer voor 60-minners

08 april 2021Leestijd: 4 minuten
De Jonge reageert op conclusies EMA over AstraZeneca-vaccin. Foto: ANP

Nederlanders van 60 jaar of jonger worden voorlopig niet meer gevaccineerd met het vaccin van AstraZeneca. Dat heeft demissionair minister van Volksgezondheid Hugo de Jonge (CDA) donderdagavond bekendgemaakt. Het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) oordeelde woensdag nog dat de voordelen van het vaccin zwaarder wegen dan het risico op ernstige bijwerkingen. Wat doen andere landen? Vier vragen en antwoorden.

1.Wat heeft Hugo de Jonge besloten?

Het vaccineren van mensen onder de 60 jaar oud met het vaccin van AstraZeneca wordt voorlopig niet hervat, zegt demissionair minister Hugo de Jonge. Hij volgt het advies van de Gezondheidsraad, die eerder op de avond al adviseerde om mensen onder de 60 jaar te vaccineren met een ander vaccin dan AstraZeneca. Het kabinet besloot woensdag 7 april te wachten op aanvullend advies van de Gezondheidsraad, die zich boog over het meest recente oordeel van EMA over het verband tussen toediening van het AstraZeneca-vaccin en mogelijk ernstige bijwerkingen daarna.

Woensdag 7 april maakte het Europese geneesmiddelenbureau bekend dat bloedstollingen (trombose) in combinatie met een laag aantal bloedplaatjes moet worden toegevoegd aan de bijwerkingen in de bijsluiter van het AstraZeneca-vaccin. EMA benadrukt dat de voordelen van het vaccin zwaarder wegen dan het risico op ernstige bijwerkingen en ziet geen reden om te stoppen met het Brits-Zweedse vaccin.

Sinds vrijdag 2 april is het vaccineren van mensen onder de 60 jaar met AstraZeneca uit voorzorg stopgezet. In totaal is de bijwerking van trombose met een laag aantal bloedplaatjes na een AstraZeneca-vaccinatie nu acht keer gemeld in Nederland, aldus bijwerkingencentrum Lareb. Het gaat om vrouwen tussen de 23 en 65 jaar. Eén van hen is overleden. In totaal zijn ongeveer 400.000 Nederlanders gevaccineerd met AstraZeneca.

2. Wat betekent het besluit voor de vaccinatiestrategie?

Donderdagmiddag besloten de GGD’en al om tot en met vrijdag 9 april geen mensen onder de 60 jaar te vaccineren met AstraZeneca. Er worden 1.274 prikafspraken afgezegd. De mensen die hun eerste vaccinatie hebben met het AstraZeneca-vaccin al hebben gehad, krijgen de mogelijkheid om nog een tweede prik te halen.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

‘Het is een afweging tussen aan de ene kant gezondheidswinst van een vaccin en daarmee bescherming tegen corona, en aan de andere kant gezondheidsrisico’s bij met name jongere vrouwen als gevolg van een zeer zeldzame bijwerking,’  zegt De Jonge op de website van de rijksoverheid. ‘Belangrijk is dat we met dit besluit wél schuiven met vaccins maar níet met onze strategie en prioritering. We houden onze vaccinatievolgorde aan en de meest kwetsbare mensen worden het eerst geprikt. We moeten hen als eerste beschermen omdat zij het meeste risico lopen.’

‘Wij weten dat het gedoe geeft om de pauzeknop in te drukken,’ zei De Jonge donderdag tegen de Volkskrant. Hij spreekt tegen dat hij een ‘zwabberbeleid’ voert. ‘Maar we moesten wat doen met de melding van Lareb.’ De demissionair minister zegt dat het negeren van zo’n signaal de vaccinatiebereidheid negatief zou kunnen beïnvloeden, zeker onder jongeren.

Voor de vaccinatiestrategie heeft de voorlopige stop met AstraZeneca geen gevolgen, zegt De Jonge:

Mijn streven blijft nog steeds dat in de tweede helft van mei alle 60-plussers en mensen met hoog medisch risico hun eerste vaccinatie hebben gekregen en dat iedereen die dat wil begin juli tenminste 1 keer gevaccineerd is. Tot aan de zomer worden grote leveringen van de vaccins van BioNTech/Pfizer (bijna 8 miljoen doses) en Janssen (3 miljoen doses) verwacht. GGD’en, huisartsen en ziekenhuizen beschikken vanaf mei over voldoende (piek)capaciteit om 2,5 miljoen prikken per week te kunnen zetten. Het tempo van prikken wordt bepaald door de leveringen.

3.Wat doen andere landen met AstraZeneca?

Net als in Nederland dienen Duitsland en Spanje het vaccin niet meer toe aan inwoners onder 60 jaar. Ook Belgen onder de 55 jaar worden niet meer geprikt met AstraZeneca. In Italië krijgen alleen zestigplussers het vaccin, maar Italianen onder de 60 jaar mogen zich met AstraZeneca laten inenten als ze dat willen.

Het Verenigd Koninkrijk – waar AstraZeneca is ontwikkeld – besloot het vaccin niet meer toe te dienen bij inwoners onder 30 jaar. Britten in deze leeftijdscategorie krijgen een alternatief voor AstraZeneca aangeboden. In Denemarken geldt ook een prikstop, maar daar moet de regering ook nog een verder besluit nemen.

Klaarblijkelijk kiezen landen een eigen strategie. De manier waarop EMA omgaat met zorgen over bijwerkingen van het AstraZeneca-vaccin is in diverse Europese landen een bron van ergernis.

4.Waarom is er kritiek op EMA?

Woensdagavond sprak het EMA met diverse ministers van Volksgezondheid over bloedstollingen die heel soms optreden na vaccinatie. Dit lijkt vaker te gebeuren bij jonge vrouwen, waardoor ter sprake kwam of die groep het vaccin moet worden ontraden. De medicijntoezichthouder zag hiertoe geen reden.

‘Wij wilden dat het een wat grondiger analyse had gemaakt over het risico op bijwerkingen per leeftijdsgroep,’ zei de Belgische minister Frank Vandenbroucke. Volgens persbureau ANP was hij ‘niet de enige die dat zei’. Ook Nederland, Italië, Letland en Denemarken hadden van het EMA verwacht dat het ‘zich niet zo op de vlakte had gehouden’.

Meer over andere landen: Amerika vaccineert op volle kracht

Ook zouden ministers hebben geklaagd dat het Europees medicijnenagentschap te weinig inzicht geeft in de cijfers en klagen ze over de onduidelijke manier waarop de organisatie communiceert over de bijwerkingen van AstraZeneca en het gevaar daarvan. Betrokkenen bij de vergadering woensdagavond zeiden dat burgers en beleidsmakers daardoor niet weten waar ze aan toe zijn.