‘Nederlandse’ vieringen in New York: 1909 en 1959

Het banket in de Grand Ballroom van hotel Waldorf Astoria ter ere van de Hudson-viering in 1909. Vanwege de drukte (1900 mensen) was het 'men only'. Foto: Spaarnestad Foto Archief

Een ticker-tape parade voor prinses Beatrix en een aanvaring met de Halve Maen. Hoe New York de ‘Hudson-jaren’ 1909 en 1959 vierde.

Dit artikel verscheen begin 2009 in ‘Ons Amerika’, een speciale editie van Elsevier Weekblad.

547px-appletons_hudson_henry
Henry Hudson. Foto: Wikimedia

Natuurlijk had ontdekkingsreiziger Henry Hudson centraal moeten staan in de Hudson-herdenking van 1959. Maar het was de toenmalige kroonprinses Beatrix die de show stal. De New Yorkers waren zo verblind door de ‘glimlachende, evenwichtige en stralende prinses’, zoals Amerikaanse radio en kranten haar omschreven, dat de Amerikanen nauwelijks nog oog hadden voor de historische gebeurtenis die werd gevierd, namelijk dat Henry Hudson 350 jaar eerder vanuit Nederland naar Noord-Amerika was gezeild en het gebied rond het huidige New York had geannexeerd voor de Republiek der Verenigde Nederlanden.

Hudson-jaar 2009

In 2009 ‘vierden’ Nederland en de Verenigde Staten ‘vierhonderd jaar ononderbroken vriendschap’. De herdenking van Hudsons reis naar New York moest volgens de regering de aandacht vestigen op de gemeenschappelijke waarden van beide landen: vrijheid, verdraagzaamheid en gelijke kansen. Net als zijn moeder in 1959 nam in 2009 kroonprins Willem-Alexander deel aan de festiviteiten in New York.

2009-09-13 00:00:00 NEW YORK - Prins Willem-Alexander en Prinses Maxima fietsen door Battery Park naar de ligplaats van "de Groene Vecht" om te gaan kijken naar de vlootschouw op de Hudson. De vlootschouw is het hoogtepunt en de afsluiting van de NY400 week. ANP ROYAL IMAGES LEX VAN LIESHOUT

Al voor haar vertrek naar de Verenigde Staten stal de 21-jarige prinses de harten van veel Amerikanen via de drie Amerikaanse reporters die op haar eerste persconferentie ooit waren afgekomen. De New York Times-correspondent Harry Gilroy, die in de jaren daarvoor furore maakte als verslaggever in Israël, zag Beatrix op de conferentie op Paleis Soestdijk en omschreef haar als een levendige, intelligente studente die haar land in New York wil vertegenwoordigen door vooral zichzelf te zijn.

De prinses moet bij de oudere journalist een snaar hebben geraakt, want Gilroy vloog haast uit de bocht toen hij over het uiterlijk van de prinses begon. Beatrix heeft, schreef hij, ‘een gloed van goudbruin in haar blonde haar en blauwe ogen die kunnen glinsteren van plezier. Haar gezicht heeft een natuurlijke, warme kleur.’ En: ‘Ze draagt een zomerjurkje met een zweem van lila.’

Beatrix in New York: een daverend succes

Toen de prinses op 3 september aan boord van de Rotterdam, het gloednieuwe vlaggenschip van de Holland-Amerika Lijn, koers zette naar de Verenigde Staten, maakten Nederlandse media zich zorgen: het was het eerste belangrijke optreden van de net meerderjarig geworden prinses, en het eigenzinnige New York was bepaald geen gemakkelijke stad voor een werelddebuut. Als dat maar goed ging. Maar toen de prinses op 11 september de versierde steiger op stapte van Pier I in de New Yorkse haven waren de journalisten overtuigd. ‘De zakelijke onverschilligheid van de aanlegplaats werd weggevaagd door haar onweerstaanbare glimlach,’ schreef Elsevier-correspondent Max Tak.

479px-beatrix_in_new_york
New York ontvangt kroonprinses Beatrix in 1959 met een feestelijke parade. Foto: A. Boutrelle

Na het aanhoren van het Wilhelmus en veel handjes schudden met aanwezige diplomaten en notabelen werd voor Beatrix zelfs een ticker-tape parade gehouden, de traditionele tocht van Battery Park naar City Hall Park, die vooral staatshoofden in die tijd toekomt. Honderdduizenden New Yorkers waren uitgelopen om de in een cabriolet gezeten prinses met een regen van papiersnippers te verwelkomen. ‘Ik heb slechts zelden een dergelijke uitbundige geestdrift voor een vorstelijk bezoek bijgewoond,’ schreef de 58-jarige Max Tak, die toen al vijftien jaar in New York woonde en in die jaren moet hebben gezien hoe zeker vijf vorsten(paren) een ticker-tape-welkom kregen. Onder hen koningin Juliana en prins Bernhard (1952), koningin Elisabeth II van Engeland (1957) en koning Boudewijn van België (1959). Beatrix zou het nooit meer vergeten: in 2008, nadat zij was uitgenodigd voor de Hudson-viering van 2009, zou ze hebben verklapt met plezier terug te denken aan de parade.

Powerlunch

Op 14 september luncht ‘Prinses Glimlach’ Beatrix met president Dwight D. Eisenhower en zijn vrouw Marie in het Witte Huis. Ook aanwezig zijn de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, de Amerikaanse ambassadeur in Nederland en de commandant van de NAVO-zeestrijdkrachten en hun kinderen. Na afloop zei mevrouw Eisenhower dat het jammer was dat het bezoek zo kort duurde.

De dagen erop doorliep de prinses een overladen programma. Op zondagochtend woonde ze een dienst bij in de afgeladen West End Collegiate Church. Ze voer rond het eiland Manhattan, bezocht de plaats Yonkers en deed Staten Island aan, waarbij de politie de grootste moeite had het publiek op afstand te houden. Op maandag vloog ze naar het Witte Huis voor een bezoek aan president Dwight D. Eisenhower en zijn vrouw. Met hoogrode konen liet ze zich tussen het paar fotograferen. ’s Avonds dineerde ze in de New Yorkse haven aan boord van de Rotterdam, waarbij ze met haar diamanten diadeem de nodige ‘oh’s’ en ‘ah’s’ aan de aanwezige New Yorkse society ontlokte. Speciaal voor de prinses waren achter haar stoel een uit ijs gehakte Nederlandse leeuw en een Amerikaanse arend gezet. De president-directeur van de Holland-Amerika Lijn, W.H. de Monchy, vergeleek op het galadiner de ‘ontdekking’ van Amerika door Hudson met de ontdekking van Beatrix door New York. Na het eten danste de prinses met de gouverneur van de staat New York, Nelson Rockefeller, die haar een ‘prachtig symbool, een inspiratie voor iedereen’ noemde.

‘New York enig’

Zo vulden de dagen zich met plichtplegingen. Beatrix werd benoemd tot ereburgeres van stadsdeel Brooklyn, hield toespraken, bezocht onderwijsinstellingen, waaronder legeracademie Westpoint, bekeek het gloednieuwe KLM-gebouw in New York, pootte tulpenbollen in de Amerikaanse versie van De Keukenhof, bezocht het toneelstuk Merry-go-round met Claudette Colbert en Charles Boyer en maakte een rondgang langs Nederlandse organisaties, van de Holland Society tot de Colonial Dames in America. Tijdens een tuinfeest op Governor’s Island zou ze vijftienhonderd handen hebben geschud van (oud-)Nederlanders.

In het Waldorf Astoria gaf ze tegenover enkele tientallen journalisten een persconferentie waarop ze in keurig Engels onder meer zei New York ‘enig’ te vinden, dat het met haar grootmoeder – prinses Wilhelmina – goed ging en dat ze nog niet wist wat ze in New York voor vrienden en familie wilde kopen omdat het haar nog niet duidelijk was wat er te krijgen was. Desgevraagd meldde ze dat rock-’n-roll niet haar muziek was. Wat zij het moeilijkst vond om te doen? ‘Een persconferentie geven.’ In elk geval één keer moet de prinses zich hebben weten los te maken van alle formaliteiten. Een societyrubriek in een Amerikaans dagblad meldde  Beatrix te hebben gezien in een eenvoudige cafetaria in 16th Street waar ze een hamburger at en spuitwater dronk.

Na tien zware dagen keerde Beatrix per vliegtuig terug naar Nederland. Koningin Juliana stond haar bij aankomst op te wachten samen met de vaderlandse pers. Presentatrice Mies Bouwman vroeg voor de radio hoe de prinses het had gehad: ‘Fantastisch, er is zoooveel gebeurd in korte tijd.’ Nee, van de Hudson-viering had ze niet zo veel meegekregen. Inderdaad was haar bijdrage aan de Hudson-viering beperkt tot het onthullen van een plaquette ter ere van de ontdekkingsreiziger en het zetten van een spade in de grond voor de bouw van het Henry Hudson Planetarium in Albany. De prinses leek niet door te hebben dat juist zij het hoogtepunt was van de hele Hudson-viering.

Monsterviering van 1909

hudson_fulton
Programma van de Hudson-Fulton Celebration in 2009. Wikimedia

Hoe anders was de Hudson-viering geweest in 1909, toen er geen stralende prinses in cabriolet verscheen en Hudsons show ‘stal’. Het portret van de ontdekkingsreiziger sierde toen 52 miljoen postzegels en er verscheen een unieke bronzen medaille met daarop: ‘Discovery of the Hudson River by Henry Hudson’ – ontdekking van de Hudson door Henry Hudson. Overigens had er bijna Heinrich Hudson gestaan, in de veronderstelling dat dit zijn echte Nederlandse naam was, maar net op tijd werd ontdekt dat Hudson toch echt een Engelsman was en nota bene zelf contracten had ondertekend met Henry.

Als er iets centraal stond in de herdenking dat jaar dan was het Hudson zelf, al moest hij het erepodium delen met een andere historische figuur: Robert Fulton (1765-1815). De Amerikaan had in 1803 de eerste stoomboot ontworpen en was in 1807, iets meer dan honderd jaar geleden, met zijn vinding de Hudson op gevaren. Dat werd ook gevierd in 1909, en dus heette het festijn officieel de Hudson-Fulton-viering, gesymboliseerd door een vlag van oranje-blanje-bleu met daarop geborduurd de letters H & F. Maar officieus was het vooral Hudsons feestje, al was het maar omdat Nederlandse hoogwaardigheidsbekleders in hun vele speeches ervoor waakten om Fulton te noemen.

De viering van 1909, van 25 september tot 9 oktober, beloofde al vroeg heel groot te worden. ‘De grootste viering uit de geschiedenis van New York zou het worden,’ schreef The New York Times. Een ‘monsterviering’ zelfs, noteerde de krant op 19 september. De 23-jarige Nederlandse correspondent voor de Nieuwe Rotterdamsche Courant, Rudolph Diamant, merkte daags voor de festiviteiten op hoe de straten van New York oranje-blanje-bleu kleurden en de etalages van winkels zich vulden met houten klompen, prenten van windmolens en replica’s van Henry Hudsons schip de Halve Maen.

Nederlands feest in New York

Per post, telegraaf en telefoon stroomden de reserveringen bij de hotels binnen. Al gauw was er in de stad geen bed meer te vinden. Het chique Waldorf Astoria verwachtte tweeduizend gasten. Dagelijks zouden er zeker twaalf- tot vijftienduizend mensen komen eten in het hotel, en de Holland Society zou er 260 gasten trakteren op een banket in een balzaal vol Nederlandse vlaggen. De spoorwegen maakten zich zorgen of ze alle bezoekers de stad in konden krijgen. Zeker achthonderdduizend mensen van buiten zouden de festiviteiten willen meemaken, naast zeker 1,7 miljoen New Yorkers.

In de week voor de festiviteiten arriveerden tientallen schepen met hoogwaardigheidsbekleders, waaronder de Nieuw-Amsterdam met aan boord de president van de Nederlandsche Handel-Maatschappij, Jacob Cremer, en de burgemeester van Amsterdam, Wilhelmus van Leeuwen. Later volgde met de trein de buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister te Washington, jonkheer John Loudon. ’s Avonds hadden banketten en diners plaats, waarbij Amerikanen en Nederlanders het glas hieven op elkaar en zich te goed deden aan ‘oranje-blanje-bleusoep’, ‘aardappelen Hollandse stijl’, ‘koningin Wilhelmina-kalkoen’ en ‘Oranje-cakejes’. Om de haverklap werd een feestelijk telegram gestuurd naar koningin Wilhelmina, die de dinergasten per omgaande terugfeliciteerde. Tijdens één van de diners voorkwam correspondent Diamant op het nippertje dat zijn Amerikaanse collega’s een fout van jewelste maakten. Ze dachten dat het op een diner aangeheven lied Lang zal hij leven het Nederlandse volkslied was.

Replica

Voor de driehonderdste verjaardag van Hudsons reis werd in 1909 in Amsterdam een replica van zijn schip, de Halve Maen, gebouwd en met het vrachtschip Soestdijk naar New York gevaren. Na de viering werd het schip via via verkocht aan een restauranthouder die het schip liet verkommeren op een eiland bij de Cohoes Falls in de staat New York. Jongeren gebruikten het schip als hangplek tot het in brand werd gestoken. Over de bouw van de replica verscheen in 1909 een artikel in Elseviers Geillustreerd Maandschrift (1891-1940). Conservator van Museum Fodor in Amsterdam, Cornelis Gerardus ’t Hooft (1866-1936), beschreef daarin minutieus het historisch onderzoek dat aan de bouw voorafging.

Op zaterdag 25 september 1909 barstte het feest echt los met een vlootschouw van 72 marineschepen; volgens The New York Times de grootste verzameling oorlogsschepen ooit. Hoogtepunt waren de replica’s van Fultons stoomboot de Clermont en Hudsons schip de Halve Maen, met op het achterdek een zwartbesnorde Nederlandse luitenant ter zee die in historisch kostuum voor Hudson speelde.

Bijna verging de Halve Maen nog, want ongelukkigerwijs kreeg de voorop varende Clermont motorpech. De Halve Maen kon niet meer op tijd stoppen en boorde zich in de zijkant van de stoomboot. Beide schepen liepen schade op, maar niet zo ernstig dat ze de parade moesten verlaten. Zonder boegbeeld zeilde de Halve Maen verder.

Hudson en de Halve Maen

Een kopie van 'De Halve Maan' [d' Halve Maen], het schip van ontdekkingsreiziger Henry Hudson, op de Amsterdamse Amstel, Nederland, 1909. Het schip is bedoeld als schenking van Nederland aan de Amerikanen en zal per stoomschip naar Amerika vervoerd worden.
1909: een replica van de Halve Maen onderweg naar New York. Hier varend over de Amstel. Foto: Spaarnestad Foto Archief
De kruisers en slagschepen vuurden donderende saluutschoten af toen het kleine zeilscheepje Riverside Park naderde. Vanaf de kant klonken het Wilhelmus en gejuich. Veel New Yorkers hadden al kennisgemaakt met de Halve Maen. Het bootje moest de dagen voor de parade zelfs zwaar worden beveiligd om te voorkomen dat de duizenden toegestroomde New Yorkers er een stukje van zouden afbreken bij wijze van souvenir. De belangstelling was zo groot dat de Japanse prins Kuniyoshi Kuni, in de stad aanwezig om de festiviteiten mee te maken, door het publiek onder de voet werd gelopen. Agenten moesten de van schrik verlamde prins uit de massa wegdragen. Hij verloor in de menigte zijn zwarte hoge hoed en de knopen van zijn jas.

Aan de wal ontving de voorzitter van het Hudson-Fulton-comité, de oud-generaal en oud-minister Stewart Woodford, ‘Hudson’ en zei dat hij hem welkom heette in de ‘fantastische stad die van het eikeltje dat voorouders hebben gepland was uitgegroeid tot een majestueuze eik’. Woodford: ‘Vandaag is kapitein Hudson uit zijn graf herrezen om ons te verwelkomen.’

’s Avonds had een spectaculair vuurwerk plaats, waardoor het leek of het goud regende. Bovendien werd de stad verlicht als nooit eerder door anderhalf miljoen extra lampen op bruggen, langs oevers en langs wegen. In de woorden van een van de organisatoren: ‘Nu de Noordpool is veroverd, de mens heeft leren vliegen, is er maar één probleem over: dag maken van de nacht.’ Langs het water werd een batterij van zeventien zoeklichten geplaatst met een, zo schreef The New York Times, capaciteit van 1,7 miljoen kaarsen.

Spektakelstuk

In de dagen erop pronkten New Yorkse musea met topstukken van Nederlandse schilders, trok een militaire parade door de stad en zagen scholieren op zeventig scholen een aan de viering gerelateerde diavoorstelling. Voor de zeshonderdduizend New Yorkse kinderen werden feesten georganiseerd.

’s Avonds waren er overal in de stad banketten en diners, en er was ook nog de officiële Hudson-Fultonreceptie, waarop ook de Amerikaanse vicepresident James Sherman een kijkje kwam nemen.

Ronduit spectaculair was de parade van praalwagens op dinsdag. Correspondent Diamant had zich tussen de circa twee miljoen bezoekers langs de route opgesteld en beschreef hoe eerst een stoet Ieren, Italianen, Schotten, Polen, Roemenen en andere immigranten voorbijtrok: ‘Een kleurrijk spektakel, een uiting van dankbaarheid aan Amerika.’ Daarop volgden 54 praalwagens met historische taferelen uit het New Yorkse verleden.

‘In 2009 zijn de festiviteiten op Mars’

Buiten New York zou het feest tot 9 oktober duren, maar in de stad werd de viering op 2 oktober afgesloten met een nachtelijke carnavalsparade. Diamant beschreef hoe de fakkels van de mensen in de optocht de gezichten verlichtten van anderhalf tot drie miljoen belangstellenden. Op deze ‘Nacht van de Verlichting’ werden lichtbakens ontstoken op onder meer Governor’s Island en Staten Island. Opnieuw baadden New York en omgeving in het licht. ‘Holland kan met trots en dankbaarheid terugkijken op de vele gebaren van goodwill van de Amerikanen,’ schreef Diamant.

En de New Yorkers? Die hadden volgens hem bewondering gekregen voor de zee- en kooplui die in de zeventiende eeuw op Amerikaanse grond een stekje van de Republiek der Verenigde Nederlanden plantten.

De viering van 1909 was groots, zeker groter dan die van 1959, maar in The New York Times beweerde reporter Stephen Chalmers in die dagen dat de viering van 2009 vast nog groter zou zijn: eposmakend en era-markerend zelfs. Militaire parades zouden er niet zijn, want in 2009 was het toch overal vrede. Wel zou er een vlootschouw plaatshebben van luchtschepen en aan de slotceremonie zouden niet alleen ‘aardlingen’ deelnemen, maar ook bewoners van andere planeten. De festiviteiten, zo veronderstelde Chalmers, zouden niet in New York plaatsvinden, maar op de planeet Mars.